Ik spreek Abdulwahid van Bommel aan zijn eettafel in Hilversum. Ik ontmoette hem voor het laatst in 2017 toen hij op het punt stond om zijn boek De Koran, uitleg voor kinderen aan het grote publiek te presenteren. Van Bommel schreef dat boek omdat hij geloofde dat de traditionele manier van religieus opvoeden in islamitische gezinnen niet altijd aansluit bij de behoeften van kinderen. “Kinderen,” zo stelt hij, “zijn jonge filosofen. Ze stellen vragen en spelen nog volop met woorden en hun begrip van die woorden verandert steeds weer. Om contact met hen te maken moet er een kloof overbrugd worden tussen ons eigen taalveld en die van de kinderen. Voor humor in de religie is het niet anders, we moeten een brug slaan.”