Wanneer treedt de volwassenheid in? Waar ligt de grensovergang tussen het onoverwinnelijke gevoel van een kind en het weerloze besef van een volwassen man of vrouw? Wanneer weet je dat je niet meer met jeugdige lichtvoetigheid door het leven kunt gaan en zorgeloos in het hier en nu kunt staan? Dat je blije, onbegrensde kinderziel gaat krimpen tot een gedrongen klein, cynisch en brommend mensje. Dat je je onbevreesdheid en kinderlijke vrijheid inruilt voor een routineus overlevingsritueel, het strakke harnas van de eeuwig bange volwassenen.