“Heb je al op zijn kamer gekeken? Eén grote bende…” Nog zie ik de verschrikte blik in de ogen van zijn vader. Ik begreep de ontzetting. Onze zoon had in een vlaag van opruimwoede alle kasten en kisten op zijn kamer leeggehaald en de inhoud op de grond gegooid. Kleren, knuffels, speelgoed, boeken, puzzels, teken-, knutsel- en sportspullen, zakjes met kroonkurken en schelpen: een grillig heuvellandschap van oude rommel en nieuwe aanwinsten.