In een wereld en tijd waarin de mensheid zo overheersend aanwezig is, dat zij aan haar succes ten onder dreigt te gaan, probeert Paulien van Bohemen een stapje terug te doen en te luisteren naar het geheim der dingen zelf. Wat hebben zij óns te vertellen? Deze keer: het hospice. "Er is hier meer dan dood."

Door Paulien van Bohemen

Aarzel niet, kom binnen. Van harte welkom op mijn open dag.

Goed, laat ik beginnen met mezelf voor te stellen. Ik weet namelijk, dat veel mensen niet weten wat ik ben. Als ze mijn naam horen, denken ze: wat is dat (ook alweer)?

Ik ben het hospice, aangenaam. Ik ben een zorginstelling waar ongeneeslijk zieke mensen hun laatste levensfase doorbrengen. Ofwel: onder mijn dak gaan mensen dood.

Goed trouwens, dat u me wist te vinden. Ik sta namelijk nogal buiten het gewone leven. Het liefst bouwen ze mij achteraf; een eindje van de weg af. Of buiten de bebouwde kom van dorp of stad. Zo blijf ik best onbekend.

Oké, er is hier eens per jaar een ‘open dag’, maar dan krijg je de gezamenlijke huiskamer, de tuin en een lege kamer te zien. En misschien een enkele vrijwilliger en verpleegkundige. Maar geen zieke mensen.

Nee, zo leer je me nog niet echt kennen. Juist het feit, dat je geen patiënten te zien krijgt tijdens zo’n ‘open dag’ geeft ruim baan aan spookbeelden in de hoofden van mensen: dat het hier één groot tranendal moet zijn.

Mevrouw, mijnheer, er is hier pijn en moeite. Binnen mijn muren huist een hoop verdriet. Hier sterven tientallen mensen per jaar. Hier is de dood alomtegenwoordig. Dat ontken ik niet. Ik wil niet gauw over de dood heen praten, zoals volgens de nieuwste campagne van SIRE vaak gebeurt. Dan zou ik geen recht doen aan de mensen die hier verblijven.

Tegelijk: er is hier meer dan dood. Ik ben als luxaflex die niet helemaal dichtzit, waardoor er tóch enkele lichtstrepen binnenvallen.

Kom gauw verder, ik laat het u zien.

Dit is kamer 1. Hier is de vreugde van de moeder die na jaren haar dochter weer in haar armen sluit.
En kijk, op de kamer naast haar zit bij het raam de man die lacht, dat het voordeel van doodgaan is, dat hij geen last meer zal hebben van de stijgende inflatie.
Daarnaast, op kamer 3, is er de vrouw die dankbaar is, dat het leven uiteindelijk toch goed voor haar was.
En zie, de doodzieke man op kamer 4 die met zijn vermoeide fluisterstem aan de verpleegkundige vraagt hoe haar weekend is geweest.
De volgende kamer gaan we niet binnen, want anders maken we het teckeltje wakker, dat nét ligt te slapen op de buik van zijn trotse baasje.

Ziet u? Ik ben een huis van leed én van lief.

Tot zover mijn rondleiding. Hartelijk dank voor uw belangstelling.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.