cover brinkmanPoëzie en religie gaan beide over het verwoorden van levenservaringen, en delen eenzelfde drijfveer: de gedachte dat er buiten ons een wereld bestaat die in zijn anderszijn toch bij ons hoort. Voor theoloog Martien Brinkman is het lezen van poëzie een hulp bij het theologisch begrijpen en het terugbrengen van de theologie naar de werkelijkheid. Daarom verdiepte hij zich met name in het werk van Gerrit Achterberg, Hendrik Marsman, Martinus Nijhoff en Ida Gerhardt.

Hoe ziet hun godsbeeld eruit in vergelijking met het mijne?, is de vraag die hij stelt in zijn boek.

Er zijn duidelijke verschillen in ieders godsbeleving, mede biografisch bepaald. God is soms streng, soms nabij, maar is voor allen onzegbaar. Alle vier voelen zij zich medeschepper en wegbereider, weten zich deel van én afhankelijk van de goddelijke inspiratie, kennen de beweging van wanhoop naar hoop, van sterven naar nieuw leven. In veel opzichten is hun God de mijne, constateert Brinkman. Maar wie help ik daarmee?, vraagt hij zich daarna af.

En eerlijk gezegd weet ik dat ook niet goed. Op de laatste pagina schrijft hij dat de literatuurwetenschap de christelijke noties in het werk van genoemde dichters doorgaans bagatelliseert. Daar verzet hij zich tegen en daarin heeft hij vast gelijk. Maar dat hij in zo’n kort bestek en met behulp van honderden losse dichtregels en citaten de lezer daarvan wil overtuigen, is een vergissing. Het doet betreffende dichters geen recht en levert een moeizaam boek op, zelfs voor een lezer als ik die oprecht houdt van het werk van Nijhoff en Gerhardt.

Agnes Grond

[box type="shadow"]

Martien E. Brinkman, Hun God de mijne? Over de God van Gerrit Achterberg, Hendrik Marsman, Martinus Nijhoff & Ida Gerhardt, uitgeverij Meinema, 176 pag., € 19,90.

[/box]

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.