'Selfies' zijn als positioneringen van jezelf op de markt van de sociale media. Ze zijn ook te vergelijken met de klassieke zelfportretten in de literatuur en de schilderkunst. Maar bovenal zijn het misschien wel hunkeringen naar troost. Moedige getuigenissen van de eigen afhankelijkheid: 'Zie mij aan' - en daarom bloedserieus te nemen.
Door Eric Corsius
Het Britse woord van het jaar is ‘selfie’. Dit liefkozende woord duidt de foto aan, die mensen van zichzelf maken met behulp van hun mobieltje, om die foto vervolgens te verspreiden via de social media. Veelal portretteert men zichzelf in het gezelschap van een geliefde of een beroemdheid. Bekend is de ‘selfie’ die enkele jongeren afgelopen zomer maakten van zichzelf samen met paus Franciscus.
Het digitale en geïmproviseerde zelfportretje, waarop de gezichtstrekken door het ondermaatse groothoeklensje op karikaturale wijze worden vertekend, is niet bedoeld als een duurzaam portret op de schoorsteenmantel van moederlief. Het is een vluchtig statement en een manier om zichzelf te stileren. De ‘selfie’ wordt vaak gebruikt als een profielfoto op de social media. Dan geeft het portretje de toonsoort aan, waarin de boodschappen in de ‘twitter-timeline’ of de ‘facebook-status’ staan.
Er zijn inmiddels verschillende van die ‘toonsoorten’ ontwikkeld. Je fotografeert jezelf bijvoorbeeld terwijl je fronsend tegen de zon inkijkt. Daarmee zeg je: ‘Ik ben zwaar op de hand, maar ook een beetje een ziener. Je kunt maar beter serieus nemen wat ik zeg en daarover nadenken.’ Of je laat jezelf zien terwijl je een mal gezicht trekt. Daarmee vraag je de lezer om datgene wat je zegt met een korreltje zout te lezen. Verfijnde zielen fotograferen hun schaduw en gebruiken die als profielfoto. Ze lijken te willen zeggen: ‘Ach, wie ben ik. Kijk maar wat je doet met mijn vluchtige kreten. Misschien wordt het ooit tot de grote poëzie gerekend, misschien niet.’
Klassiek zelfportret
De ‘selfie’ is de democratisering van het klassieke zelfportret in de kunst. Schilders en tekenaars, maar ook schrijvers en toondichters, verkiezen zichzelf graag uit tot object van hun kunst. Enerzijds hebben ze daarmee controle over hun model. Anderzijds hebben ze controle over het beeld dat anderen van hun krijgen. Ze kunnen immers hun eigen lichtval kiezen. Dat is soms letterlijk het geval, zoals bij Rembrandt. Dat zichzelf ‘uitlichten’ gebeurt echter ook figuurlijk. De kunstenaar plaatst zichzelf voor een bepaalde achtergrond, met zorgvuldig uitgekozen kleren, attributen of gezelschap. Hij of zij wordt daarmee onderdeel van een verhaal.
Bij uitstek in geschreven zelfportretten – zoals memoires of autobiografische romans – kan iemand zichzelf in een gewenst daglicht plaatsen. Zo legde Augustinus in zijn Belijdenissen – voor zichzelf, voor het nageslacht maar vooral voor God – zijn ziel en zaligheid bloot. Hij deed dat met accenten die hij zelf koos. Het boek is een klassiek geworden flirt met de Lezer – met als oogmerk erkenning, acceptatie en erbarmen. Ook geschilderde portretten kunnen echter worden ingezet op deze manier. Sommige kunstenaars schrikken er bijvoorbeeld niet voor terug om zichzelf als held af te beelden – of juist als een lijdende Messias.
Kijk mij eens
Iemand die de speelruimte van het zelfportret volop benutte was James Ensor (1860-1949). Hij portretteerde zichzelf bijvoorbeeld eens als een zeventiende-eeuwse schilder te midden van een gemaskerde menigte. Daarmee zei hij niets anders dan veel hedendaagse ‘selfies’: ‘Kijk mij eens authentiek en mezelf zijn!’
Speels en aandoenlijk is een zelfportret, dat een parodie is op een annunciatie van Fra Angelico. Hierop neemt hij de plaats in, die in de klassieke annunciaties wordt ingenomen door Maria, terwijl de plaats van de aartsengel Gabriel wordt ingenomen door de Moeder Gods zelf. Doordat Ensor zichzelf neerzet als portrettist van Onze Lieve Vrouw, lijkt hij zich bovendien te identificeren met de evangelist Lucas, die volgens de legende deze hoge positie had.
Het schilderij is een zelfportret vol aandoenlijke zelfoverschatting. Ensor plaatst zichzelf op een voetstuk. Tegelijk neemt hij echter een nederige, ontvangende en luisterende houding in. De titel van het schilderij – ‘De vertroostende maagd’ – onderstreept waarom het Ensor te doen is: hij hunkert naar troost. Dit werk van Ensor is een moedig getuigenis van afhankelijkheid en – om dat modewoord maar eens te gebruiken – kwetsbaarheid. In die zin lijkt het op al die twitter- en facebookprofielen, die een schreeuw om aandacht zijn – en die we daarom bloedserieus moeten nemen.