Heel Utrecht is in de ban van 'Le Grand Départ'. Dat is nu juist het probleem, zegt Erik Borgman, inwoner van Utrecht: ik wil geen deel zijn van een opgelegde eenheid. Herhaaldelijk valt hem in dat 4 juli ook Onafhankelijkheidsdag is in de Verenigde Staten. Ook daar wordt eenheid herdacht, maar dan een eenheid die verwijst naar een opdracht en belofte, een voorafschaduwing van de uiteindelijke gemeenschap die ons ooit ten deel zal vallen.
Door Erik Borgman
Op 4 juli begint in mijn woonplaats de Tour de France. Ik was van plan bij die gelegenheid de stad te verlaten, maar het kwam er uiteindelijk niet van om elders logies te regelen. Nu ik erin gevangen zit, moet ik er steeds aan denken dat 4 juli in de Verenigde Staten Onafhankelijkheidsdag is. Ik hunker hartstochtelijk naar verlossing uit de hedendaagse evenementalisering van het stadsleven.
Gebed
Toevallig ontdek ik dat de Amerikaanse editie van het Altaarmissaal – het boek met gebeden voor de liturgie van de rooms-katholieke kerk – een speciaal gebed heeft voor Onafhankelijkheidsdag. Het is een zogenoemde ‘prefatie’, het gebed aan het begin van de viering van de eucharistie in strikte zin, dat uitloopt op het Sanctus. Er zijn zelfs twee prefaties voor Onafhankelijkheidsdag, maar met name de tekst van de eerste is opmerkelijk.
Na een standaardformule die zegt dat de aanwezige gemeenschap God de Vader dankzegt door Jezus Christus, gaat de tekst – in mijn vertaling – aldus verder:
Hij [Jezus] sprak tot ons een boodschap van vrede
en leerde ons te leven als broeders en zusters.
Zijn boodschap nam de vorm aan van de visie van onze founding fathers,
toen zij een natie grondvestte
waar we in eenheid konden leven.
Zijn boodschap leeft in onze midden
als onze opdracht voor vandaag
en een belofte voor morgen.
Toen ik de tekst las moest ik direct weer denken aan mijn schok toen ik voor het eerst in Amerika was en ik ook in rooms-katholieke kerken de Amerikaanse vlag op het altaar zag staan – naast de geel-witte pauselijke standaard, dat wel. Het was in de eerste helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw en ik deelde in de toenmalige nationale trots van Nederlanders niet nationalistisch te zijn. Amerikanen maakte onder Reagan juist een versterking van het nationale bewustzijn door: ‘America – love it or leave it’, was een veelzeggende bumpersticker.
Opdracht en belofte
Ik heb inmiddels aanzienlijk meer waardering gekregen voor de Amerikaanse liefde voor de Grondwet. Toch houd ik er moeite mee om die via de opstellers ervan direct geworteld te zien in Jezus’ boodschap van vrede. Scherper dan toen zie ik nu wel dat elke constitutie – en de samenlevingen die hun grondslag daarin proberen uit te drukken – verwijst naar deze boodschap als een opdracht en een belofte. Het is onze opdracht de samenleving zo te maken dat de armen zalig zijn. Het is de belofte dat deze samenleving zal doorbreken die ervoor zorgt dat deze opdracht geen loodzware last betekent, maar zelf een teken is dat deze belofte wordt gehoord en
gezien. Als we ons niet neerleggen bij de scheidingen, het geweld en de onverschilligheid die onze samenleving tekenen, dan getuigen we van het rijk van verbondenheid, vrede en betrokkenheid dat ons als ‘rijk van God’ door de Gezalfde Jezus is toegezegd.
Eenheid opleggen
Het probleem van grote evenementen als de start van de Tour de France is dat zij geen opdrachten en beloften presenteren, maar een eenheid opleggen. Het alledaagse spraakgebruik weet dat. Niet voor niets heet het: heel Utrecht staat in het teken van le Grand Départ. Ik wil geen deel zijn van een evenement. Ik wil deel zijn van een sacrament, een teken dat wat we nu aan gemeenschap ervaren, in beperkte zin laat zien wat ons zonder beperking ten deel zal vallen. Niet voor een weekend, maar voor altijd.