De berichten over het nieuwe rapport ‘Over de grens’ over het structurele geweld tijdens de dekolonisatie van Indonesië verrasten Lisette Thooft niet, hoe gruwelijk ook. Ze had net 'Revolusi' gelezen van David Van Reybrouck.
Door Lisette Thooft
Op den duur begon ik de bladzijden met beschrijvingen van buitensporig geweld en sadistische martelingen sneller om te slaan, in het boek Revolusi van David Van Reybrouck. Nog meer bloederige wreedheden kon ik niet verdragen.
Maar wat goed dat ik het gelezen heb. Want wat wist ik er weinig van. Allebei mijn Hollandse ouders zijn in Nederlands-Indië geboren, mijn moeder is er opgegroeid en in een jappenkamp terechtgekomen. Dat er onverhuld racisme was, wist ik doordat mijn moeder onverhuld racistisch bleef. Maar dat er een structuur van rassenmuren was opgetrokken waarbij alle Nederlanders die Indië-waarts voeren zich op slag superieur begonnen te voelen – zo gedetailleerd was mijn kennis niet.
Wat mijn moeder in het kamp had doorgemaakt vond ik mateloos intrigerend. Maar van het lot van de Indonesische bevolking wist ik niets. Nergens had ik gehoord dat 5 procent van de Javaanse bevolking – “in een van de rijkste landbouwgebieden ter wereld,” schrijft Van Reybrouck – omkwam van de honger in de Tweede Wereldoorlog: 2,4 miljoen doden. (Ter vergelijking: in de Hongerwinter stierven in Nederland 22.000 mensen, 0,24 procent van de bevolking). Van Reybrouck: “Vele tientallen boeken zijn gewijd aan de interneringskampen, maar de grote hongersnood op Java, een van de grootste uit de geschiedenis, kreeg beduidend minder aandacht.”
Dat de publieke opinie in Nederland over de ‘politionele acties’ sterk verdeeld was, dat er protestacties waren met een dode tot gevolg en dat er duizenden Nederlandse soldaten liever deserteerden dan zich in te schepen – ik wist het niet.
Dat de oorlog tegen Indonesië rond de 5000 Nederlanders het leven kostte en 97.000 Indonesiërs (en dat is alleen volgens officiële militaire rapporten, schrijft Van Reybrouck, mogelijk waren het er veel meer) – ik wist het niet.
Dat Nederland Indonesië bij de machtsoverdracht nog een enorme poot heeft uitgedraaid – 4,3 miljard gulden, een astronomisch bedrag in die tijd – en dat Indonesië nog jarenlang gigantische sommen geld moest overmaken naar de voormalige kolonisator – ik had er geen idee van. “Het overzeese avontuur eindigde met hetzelfde argument als waarmee het drieëneenhalve eeuw geleden was begonnen: toen was het voordeliger om zelf specerijen te halen, nu was het voordeliger om terug naar huis te keren.”
Nergens een dominee te bekennen hier, alleen maar koopmannen met f-jes in hun ogen.
Dat Indonesië een lichtend voorbeeld van moedig vrijheidsstreven werd in de niet-westerse wereld en dat de eerste niet-westerse conferentie in Bandung in 1955 vele andere landen inspireerde tot onafhankelijkheid – dat had ik nooit op school geleerd. Dat Soekarno’s motto’s waren ‘Leven en laten leven’ en ‘Eenheid in verscheidenheid’ – dat had nooit iemand mij verteld.
Dat de Europese Unie vooral ontstond als reactie op wat er in Azië en Afrika speelde, uit angst voor nieuwe machtsblokken waar vroeger onderworpen en makkelijk leeg te roven koloniën waren – het was nieuw voor me. Net zoals het feit dat Amerika achter de bloedige machtswisseling in 1965 zat waarbij tussen een half en één miljoen Indonesiërs omkwamen en Soeharto een rechtse militaire dictatuur vestigde die 32 jaar zou duren.
Een onthutsend en onthullend boek voor iemand als ik die altijd mijn uiterste best gedaan heb om een naïeve optimist te blijven, hardnekkig gelovend in mondiale vooruitgang.
Ik ben niet blij dat ik het gelezen heb. Maar het is wel goed.
David van Reybrouck, Revolusi, Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld, Bezige bij (2020), 640 blz., € 39,99.
David Van Reybrouck (1971) is cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver van non-fictie, theater en poëzie. Zijn grootste succes behaalde hij met Congo. Een geschiedenis, dat werd bekroond met de Libris Geschiedenisprijs 2010, de AKO Literatuurprijs 2010 en de Prix Médicis 2012. Enkele ander bekroonde werken zijn het essay Pleidooi voor populisme, het pamflet Tegen verkiezingende theatermonoloog Para (2016) en Een jihad van liefde, en het essay Vrede kun je leren (samen met Thomas d’Ansembourg). Van Reybroucks Boekenweekessay Zink werd bekroond met Prix du livre européen. Zijn werk verschijnt in meer dan twintig talen.
Interview met David Van Reybrouck naar aanleiding van zijn boek over Indonesië.
In december 2021 hielt hij de vijftigste Huizinga lezing.