In de serie 'Zinontvangers' gaat Vincent Duindam in dialoog met spirituele zinzoekers die uiteindelijk ook ‘zinontvangers’ blijken. In deze aflevering de Amerikaanse neurochirurg James Doty, auteur van Into the Magic Shop, een spiritueel levensverhaal, over hoofd en hart, mindfulness en verbondenheid en de lessen die hij leerde van Ruth.

Door Vincent Duindam

Stel je voor, een geïsoleerd, desperaat, stoffig woestijnstadje: Lancaster (VS), begin jaren zestig van de vorige eeuw. En leef je in in Jim: een volkomen ‘kansloos’ jongetje.  Zijn vaders is alcoholist, werkloos, ze leven van een uitkering. Het is armoede. Zijn moeder is depressief en aan de pillen en heeft meer dan eens een suïcidepoging ondernomen. Er zijn conflicten, ruzies en spanningen. Als de huur weer eens aan drank is opgegaan, worden ze uit hun flatje gezet. Dat kan elk moment opnieuw gebeuren. De schande. De schuldgevoelens. Ze leven in het meest armoedige deel van het stadje, waar mensen dumpen wat ze niet meer nodig hebben.

Even een spoiler, maar wel een hoopvolle: aan het eind van het boek is Jim neurochirurg, hoogleraar en oprichter van het Stanford University Center for Compassion and Altruism Research and Education.

Hoe kan dat zo gebeuren? "Iedereen heeft een verhaal en ik heb geleerd dat de meeste van onze verhalen in de kern meer wel dan niet op elkaar lijken. Verbinding kan krachtig zijn. Soms kan een korte ontmoeting iemands leven voor altijd veranderen”, schrijft James Doty in zijn boek Into the Magic Shop.

In het boek vertelt James Doty zijn inspirerende en waar gebeurde levensverhaal. De grote veranderingen in zijn leven komen tot stand nadat een vrouw, Ruth genaamd, hem in 1968 (hij is dan 12 jaar) gedurende 6 weken belangeloos (spiritueel) onderricht geeft in The Magic Shop, een winkel voor feestartikelen van haar zoon.

Heel in het kort komen de lessen van Ruth neer op een aantal vragen en handreikingen: wat wil je nu eigenlijk? Hoe kom je daarachter? Welke obstakels zijn er? Wat puzzel je uit met je ‘mind’? Hoe kun je jezelf hierin trainen? De antwoorden liggen op het vlak van fysieke ontspanning en mindfulness, en bovenal: vergeet je hart niet, verbondenheid met anderen, intrinsieke motivatie; bevestiging van je intenties. Ze gaf hem zijn eerste glimp van de unieke relatie tussen de hersenen en het hart.

Eigen schuld

Kinderen, en eigenlijk ook volwassenen, zijn geneigd om zichzelf de schuld te geven van hun ellendige omstandigheden. Als ouders gaan scheiden, geven kinderen zichzelf vaak de schuld. Jim denkt ergens ook dat het zijn eigen schuld is dat ze zulke grote problemen hebben. En dat dit nooit zal kunnen veranderen. Wanneer gezinnen generaties lang in armoede leven, kan er een mindset van fatalisme en slachtofferschap ontstaan. Tegelijkertijd zie je ook dat andere mensen, en de samenleving in het algemeen, mensen in de marge verantwoordelijk maken voor hun omstandigheden. Als je een uitkering hebt, heb je kennelijk niet genoeg je best gedaan om een baan te vinden. Te weinig initiatief getoond. Als je een ziekte oploopt, was je levensstijl vast niet gezond genoeg.

Een paar krasse voorbeelden die ik persoonlijk hoorde. Toen hier in De Bilt een jongetje van elf jaar vol enthousiasme de weg oprende om te gaan vertellen dat ze een nieuw huis hadden, zijn ouders waren gescheiden en hij woonde tijdelijk op de camping, sprong het stoplicht voor de autobus op groen. Er staat nu een gedenksteentje. En ik hoorde iemand zeggen: ‘Ja, maar hij kwam ook uit een verslavingsgezin.’

Ander voorbeeld. Een kind werd misbruikt in kerkelijke kring. Een opmerking van iemand: ‘Ja, maar dat was ook zo’n kwetsbaar kind.’ Kwetsbare kinderen verdienen bescherming, geen verkrachting.

Zulke opmerkingen doen je hart toch breken.

'Je bent het waard'

Als je in moeilijke omstandigheden zit, heb je de neiging jezelf de schuld te geven. En anderen doen dat ook. Het maakt het voor hen makkelijker om niets te hoeven doen. Het houdt de situatie op afstand: stel je voor dat je zelf ziek wordt, arm wordt, je baan kwijtraakt.

Ook professionals lijden hieraan. 'Verwaarloosd zijn' werd door sommige psychologen begin vorige eeuw gezien als een persoonlijke eigenschap, zoiets als IQ of temperament, waar je als kind (bijna) zelf verantwoordelijk voor leek te zijn.

En bij de zoveelste ‘poging’ door de moeder van Jim, hoort hij gemopper in het ziekenhuis - achter het gordijn; over al het papierwerk dat de verpleegkundigen nu weer moeten doen. “Misschien is dit dan de laatste keer”, hoort hij ze nog zeggen. Dan lacht er ook nog iemand.

Dus de ellende zit in de omstandigheden, je wordt er zelf verantwoordelijk voor gesteld en het komt dan natuurlijk ook 'tussen je oren'.

Een belangrijke les die Jim leert van Ruth is: je bent het waard, het komt je toe. Je bent niet verantwoordelijk voor je lot, je huidige levensomstandigheden. Het paradoxale is dat juist dat inzicht ruimte schept waardoor Jim vanaf dan wel bewust zelf vorm kan gaan geven aan zijn eigen leven.

Oprah Winfrey wijst op de effecten van slavernij, van kansarme omstandigheden die zich elke generatie opnieuw voordoen en zich vastzetten in een mindset. Volgens haar is het op dit moment essentieel om de mentaliteit van slachtofferschap los te laten. Dan wordt er van alles mogelijk.

Culture of poverty

Ook voor Jim is dit is wellicht de belangrijkste stap: het doorbreken van de (verinnerlijkte) culture of poverty. Er lijkt nu veel meer mogelijk. En dat is essentieel. Wanneer je denkt: “dat kan toch nooit”, zal het inderdaad nooit gebeuren.

"Ruth leerde me hoe ik mijn geest kon beheersen, en daarbij hielp ze me te stoppen met het herbeleven van de schuld en schaamte over gebeurtenissen uit het verleden en met de bangelijke zorgelijke toekomstbeelden die mijn geest steed afspeelden. Of misschien nog belangrijker: ze leerde me om emotioneel niet op deze gedachten te reageren zoals ik eerder had gedaan."

The American Dream?

Maar hoe groot is de kans dat je echt los kan komen van je beperkende omstandigheden. Iemand reageerde naar aanleiding van het boek: is dit nu juist niet zo’n voorbeeld van The American Dream? 'Als je wilt, kun je het bereiken.' Wordt structurele ongelijkheid zo niet ontkend? De Amerikaanse Droom, je moet wel letterlijk een slaapkop zijn, als je daarin gelooft.

Een reële vraag, natuurlijk. Waar kan verandering beginnen? De Franse socioloog Pierre Bourdieu schreef over economisch, sociaal en cultureel kapitaal. Dat heb je nodig om ‘verder’ te komen in de maatschappij of om je positie te bevestigen. En dat kapitaal is ongelijk verdeeld. Tegelijkertijd was Bourdieu - zelf zoon van een postbode - uitzondering op de regel.

De patronen waar het hier om gaat, zijn inderdaad moeilijk te doorbreken. Pygmalion in the classroom, las ik al veertig jaar geleden, in mijn studietijd. Wat docenten van jou denken, wordt al gauw jouw werkelijkheid. Kinderen van lager opgeleide ouders en/of van ouders met een migratieachtergrond krijgen systematisch te lage schooladviezen. Ook uit het meest recente onderzoek blijkt dat dit in Nederland nog steeds de realiteit is.

Ook voor Jim geldt dit. Nooit een gesprek met een decaan, niet de juiste papieren, niet de middelen, niet de kennis, de ervaring. En op school helpt niemand hem. Toch ontsnapt hij aan zijn omstandigheden.

Ik vermoed dat dit ook met zijn ‘veerkracht’ te maken heeft. Naar dit thema is veel onderzoek gedaan. Het is makkelijker voor kinderen om zich te bevrijden van hun moeilijke achtergrond, wanneer ze iemand tegenkomen die ze helpt, een tante of oom, een buurman of buurvrouw. Een docent op school die jou echt ziet staan. Voor Jim is dit natuurlijk Ruth, die hem werkelijk ziet, als hij The Magic Shop binnenloopt.

Ook bepaalde persoonlijke eigenschappen en gedragingen kunnen op veerkracht wijzen. Zo is intelligentie een beschermende factor. Maar ook het zorgen voor anderen, bijvoorbeeld voor jongere zusjes of broertjes en zelfs voor een huisdier.

Je ziet dit bij Jim terug. Hij zorgt voor zijn oudere broer, die gepest wordt. Jim is lang en fysiek sterker. Hij zorgt eigenlijk ook voor zijn ouders. En hij is slim.

Dokter en een miljoen dollar

Als het vertrouwen eenmaal gewonnen is - aanvankelijk kan Jim niet echt geloven wat er gebeurt - gaan de lessen van Ruth er bij hem in als koek. Hij ziet haar aandacht, voelt haar liefde gelooft wat ze zegt. Hij oefent haar lessen fanatiek: lichamelijke ontspanning en meditatie, mantra en mindfulness. Deze termen vallen niet en die kent hij op dat moment ook niet. Maar hij merkt snel verbeteringen in zijn leven. Ook zijn ouders valt het op dat Jim zo rustig is. Of hij drugs gebruikt of zo, vraagt zijn moeder.

Hij maakt, op verzoek van Ruth, een lijstje van wat hij echt graag wil. Visualiseren, zouden we tegenwoordig zeggen. Zo wil hij: dokter worden, een miljoen dollar, een Porsche, een Rolex, etc. Janis Joplin zong het al ooit: “Oh lord, won’t you buy me a Mercedes Benz.”

De moeilijkste les

Hier wordt wel duidelijk dat Jim drie van de vier lessen heeft opgepikt, maar één les is in die periode nog te moeilijk voor hem: je hart openen, verbinding met andere mensen voelen, (onvoorwaardelijke) liefde – juist ook wanneer je ’je wensen’ formuleert. Een moreel kompas. Hij weet niet precies waar dat allemaal over gaat en hij laat die les zitten.

Later zal hij zeggen: aan die les van Ruth was ik nog niet toe. Deze moest ik dus van het leven zelf leren: ‘the hard way’.

Het boek laat dat zien. Hij gaat naar college, naar de universiteit, wordt dokter, specialist. Hij investeert ook in een medische uitvinding en wordt multimiljonair. Het is bijzonder om te lezen hoe de toepassing van de lessen hem telkens steun, richting, doorzettingsvermogen en hoop geeft. Het is niet eenvoudig, maar uiteindelijk bereikt hij alles wat op zijn lijstje stond.

En dan raakt hij alles ook weer kwijt. Zijn huwelijk strandt, zijn miljoenen verdampen in de crisis. Het voelt leeg. En hij heeft niemand op wie hij terug kan vallen. Steeds meer mensen zijn hem ‘een arrogante zak’ gaan vinden. Vrienden heeft hij niet meer en zijn verhaal kan hij met niemand delen.

Hij gaat op zoek naar het schriftje waarin hij als twaalfjarige consciëntieus de lessen van Ruth noteerde. Les drie: open je hart. Het kwartje valt.

Tovernaarsleerling

Twee dingen kwamen bij mij op. Aanvankelijk was Jim dus 'de tovenaarsleerling'. Je gaat werken met grote krachten die je eigenlijk nog niet helemaal beheerst. De gerichtheid op de ander, de verbondenheid, het zien en luisteren met het hart - ze ontbraken.

En de woorden van Albert Einstein (1879-1955): We should take care not to make the intellect our god; it has, of course, powerful muscles, but no personality. (We moeten ervoor zorgen dat het intellect niet onze god wordt; het heeft natuurlijk krachtige spieren, maar geen persoonlijkheid.)

Jim Doty was, en is, atheïst, maar de derde les van Ruth over het hart lijkt erg op de Metta Sutta uit het boeddhisme:

Even as a mother protects with her life her child, her only child,

So with a boundless heart should one cherish all living beings;

Radiating kindness over the entire world: 

Spreading upwards to the skies, and downwards to the depths;

outwards and unbounded,

(Zoals een moeder haar kind, haar enige kind, beschermt met haar leven,

Zo moet men met een grenzeloos hart levende wezens koesteren;

Vriendelijkheid uitstralen over de hele wereld:

Het zal zich verspreiden naar boven naar de lucht, en naar beneden naar de diepten;

naar buiten en onbegrensd,)

The Metta Sutra  (The Scriptures of Loving Kindness)

Kortom, je hart hoort erbij, wensen die niet vanuit verbinding tot stand komen, kunnen gevaarlijk zijn en tot nieuw isolement leiden. Ik herinner me ook een sprookje met drie wensen. Uit irritatie wenst de man een worst aan de neus van zijn vrouw. Dan heb je weer een wens nodig om de worst er weer af te krijgen. En dan houd je niet veel meer over.

Je hart openen betekent eigenlijk: (kunnen) geven en ontvangen. Je op een diep niveau realiseren dat de stroom naar binnen en de stroom naar buiten eigenlijk één stroom is, deze kan vervolgens vrij bewegen zonder belemmerd te worden door oude patronen.

Aan het eind van het boek heeft Jim ontdekt dat hij eigenlijk gelukkiger wordt door te geven dan door te ontvangen. En inmiddels heeft hij het Stanford University Center for Compassion and Altruism Research and Education opgericht. Met de (ook financiële!) steun van de Dalai Lama. “Kindness is my religion”, zegt hij nu.

Positieve psychologie

Het mooie is dat het boek nauw aansluit bij positieve psychologie, maar óók bij het meest recente hersenonderzoek.  De positieve psychologie werd nog niet door iedereen helemaal serieus genomen: was dit wel genoeg ‘hard’ wetenschappelijk? Ja dus - en wie dacht dat onderzoek naar compassie, empathie, meditatie, etc.  een beetje ‘soft’ onderzoek is, mag deze visie nu bijstellen.

Door het hele boek heen vind je ook veel verwijzingen naar recent (hersen)onderzoek. En af en toe wordt ook een hersenoperatie beschreven die Doty zelf heeft uitgevoerd.

Als kind had Jim (achteraf gezien) een PTSS; hij leefde onder voortdurende stress en spanningen. Ruth leerde hem als eerste zijn lichaam helemaal te ontspannen, zodat hij beter kon ‘copen’ met de chronische stress en dreiging, die zich ook al fysiek hadden ‘vastgezet’.

En ook de spirituele technieken koppelt de auteur regelmatig aan hersenonderzoek, bijvoorbeeld:

"Herhaling en intentie zijn de zekerste manier om je brein te veranderen. Door de ademtechniek die Ruth me had geleerd te combineren met het kijken naar de vlam van een kaars of met het langzaam herhalen van mijn mantra, begonnen de dingen te veranderen."

Neuroplasticiteit

James Doty wijst erop dat wat Ruth hem leerde nu neuroplasticiteit genoemd wordt. De hersenen kunnen zich aanpassen, nieuwe dingen leren. Ze zijn zeer flexibel. En dat blijft je heel leven. “De hersenen gaat niet met pensioen”.

Ook stelt hij dat het hart niet alleen informatie krijgt van het brein, maar méér nog andersom: het hart stuurt ook het brein aan. Daarom vermoed ik dat de titel van het boek “Into the Magic Shop” vertaald is als: “Magisch brein, magisch hart”.

En het hart brengt alles samen. Niet alleen in een mensenleven, maar het kan ook psychologie, neurologie en zelfs spiritualiteit verenigen. Ik denk dat het begrip ‘intrinsieke motivatie’ hier de sleutel biedt.

Intrinsieke motivatie

Wat je vanuit intrinsieke motivatie doet, doe je ‘vanuit je hart’, omdat je het fijn vindt om te doen, je geniet ervan je voelt je ertoe geroepen.

Dit kunnen we heel concreet toepassen en dat doe ik bijvoorbeeld ook in het tutoraat aan de Universiteit van Utrecht. Er lopen verschillende projecten. We kunnen met de hierboven besproken tools studenten, voor wie de Universiteit een vreemde en nieuwe omgeving is, helpen hun weg te vinden. Sterker nog een paar van mijn bevlogen collega’s gaan zelfs de middelbare scholen binnen om scholieren voor te bereiden en zo de UU diverser en inclusiever te maken.

Aan de andere kant zijn er ook veel scholieren en studenten, vaak vanuit een meer kansrijke achtergrond, die lijden onder de grote druk te moeten excelleren. Ook dit kan verpletterend, benauwend en ziekmakend zijn. Hetzelfde geldt overigens voor de Universiteit zelf.

Ook hier bieden de besproken tools een uitweg - vooral ‘intrinsieke motivatie’: de dingen doen die je graag wilt doen, om het plezier ervan, om de flow. Niet vanwege geld, status, banenkans, druk van docenten of ouders.

Dit raakt aan spiritualiteit. In een boek als de Bhagavad Gītā lees je:

Those whose consciousness is unified abandon all attachment to the results of action and attain supreme peace. But those whose desires are fragmented, who are selfishly attached to the results of their work, are bound in everything they do.

(Degenen wiens bewustzijn verenigd is, laten alle gehechtheid aan de resultaten van hun actie varen en bereiken opperste vrede. Maar degenen wiens verlangens gefragmenteerd zijn, die zelfzuchtig gehecht zijn aan de resultaten van hun werk, zijn gebonden aan alles wat ze doen.)

Dus het gaat erom de dingen die je doet met liefde en aandacht te doen, niet vanwege de resultaten.

Ruth schonk Jim belangeloos al haar tijd, al haar lessen. Hij moest echter een ding beloven. Dat hij deze kennis door zou geven aan iemand. En die persoon zou hem hetzelfde moeten beloven. Met dit boek en het coachen van jonge artsen, maakt Jim die belofte waar.

Ik voel me geïnspireerd om een werkboekje te gaan samenstellen. En om dit voor onze studenten in te zetten.


James Doty, Into the Magic Shop. A neurosurgeon’s true story of the life-changing magic of compassion and mindfulness, Yellow Kite (Penguin), New York, 2016

De Nederlandse vertaling (Magisch brein, magisch hart. Ontdek de kracht van compassie, Bruna, augustus 2016) is alleen nog als e-book verkrijgbaar.

Meer informatie: zie www.jamesrdotymd.com.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.