Mijn proefschrift dat ik in 2004 aan de Rijksuniversiteit Groningen verdedigde, ging over ‘cultureel sciĂ«ntisme’, een manier van denken waarbij de natuurwetenschappen impliciet tot het criterium van wetenschappelijkheid worden gemaakt, en waarbij andere wetenschappen – bijvoorbeeld de humaniora, waaronder ook de theologie – zich daarnaar moeten richten om ‘wetenschappelijk’ te mogen heten.