In de serie 'Zinontvangers' gaat Vincent Duindam in dialoog met spirituele schrijvers, zinzoekers die uiteindelijk ‘zinontvangers’ blijken. In deze aflevering de Indiase mysticus Nisargadatta Maharaj. Laat al je vragen varen, op één na: “Wie ben ik?”
Door Vincent Duindam
Nisargadatta Maharaj (1897-1981) was een Indiase mysticus. Zijn boek I am That heb ik een aantal malen ademloos gelezen. Nisargadatta had geen grote Ashram, verdiende ook niet veel geld. Hij had een kruidenierswinkeltje in Mumbai. Mensen uit India en ver daarbuiten, ook uit Nederland, trokken naar hem toe om vragen te stellen. Eigenlijk is hij altijd op deze plek gebleven, op een korte periode van acht maanden na, toen hij rondreisde om zich te realiseren ‘dat alles goed was’.
Het boek is overigens niet door Nisargadatta zelf geschreven. In die rokerige, bescheiden ruimte waarin het spel van vraag en antwoord zich afspeelde, stond altijd wel een cassetterecorder aan. En de uitwerking daarvan heeft geleid tot een aantal publicaties.
Deze kun je goed vergelijken met de dialogen van Socrates, die ook nooit door hemzelf genoteerd zijn. De antwoorden die Nisargadatta geeft zijn radicaal, heel direct en vol humor.
Ontdek wie je bent
Hoe kan ik de 101 gesprekken, de 511 pagina’s, samenvatten? Eigenlijk heel eenvoudig: 'Ontdek wie je bent'. Nisargadatta zegt zelf ook dat het heel simpel is. Je moet écht willen weten, wie of wat je bent, dat moet je eerste prioriteit zijn. Je moet alert zijn, je moet erop gebrand zijn. En je niet (willen) laten afleiden door dingen die je kunnen betoveren of hypnotiseren. 'Het juk is licht', om met een andere meester te spreken (vgl. Mattheüs, 11,25-30), maar je moet het wel heel serieus nemen.
Eckhart Tolle spreekt over twee dimensies: de horizontale, die verloopt in de tijd, van je geboorte tot je dood, en betreft alles wat daartussenin kan ‘gebeuren’. En de verticale dimensie, die van het NU, het enige moment dat werkelijk is, de grond, je aanwezigheid, de bron, het transcendente. Volgens Tolle is levenskunst een manier van leven waarin beide dimensies op een evenwichtige manier tot uitdrukking komen.
Nisargadatta lijkt radicaler. Alleen de verticale dimensie ‘bestaat’, de horizontale is eigenlijk alleen maar fantasie. Onze ‘persoonlijkheid’ en ‘de wereld’ hebben het karakter van een droom. Je hebt het licht (verticaal) en wat daarin verschijnt (horizontaal). Alleen het licht zelf is echt.
Onto the screen of the mind destiny forever projects its pictures, memories of former projections and thus illusion constantly renews itself. The pictures come and go — light intercepted by ignorance. See the light and disregard the picture.
(Op het scherm van de geest projecteert het lot alsmaar zijn beelden, herinneringen aan eerdere projecties. En zo vernieuwt de illusie zichzelf voortdurend. De foto's komen en gaan - licht onderschept door onwetendheid. Zie het licht en negeer de foto.)
Dat lijkt misschien wel erg overdreven. Maar anderzijds zou het een goed tegenwicht kunnen zijn tegen de westerse een-dimensionaliteit: de grote nadruk die bij ons ligt op materie, brein, buitenkant, vorm.
Roemi zegt: “Je mag alles vergeten behalve dat ene.” En ‘dat ene’ is de ziel. Zou het kunnen zijn dat ziel steeds meer wordt vergeten? De psychologie is heilig verklaard, maar is grotendeels zielkunde zonder ziel geworden. En waar pastoraat, zielzorg, langzaam aan verdwijnt, ontstaan nieuwe ‘kundes’, opleidingen en cursussen, rouwbegeleiding, coaching, zingeving, ritueelbegeleiding, etc. waarbij heel zwaar wordt ingezet op psychologie met haar modellen, theorieën, schema’s, stadia en protocollen.
Zo zwaar leunen op de psychologie kan het risico met zich meebrengen dat (het contact met) de stilte, de bron, de ziel, het sacrale, het verticale wegvalt of ‘vergeten’ wordt. Dat zou een enorme verschraling zijn.
Stop ermee om jezelf te definiëren
Volgens Nisargadatta is onze mind als een vloeistof die altijd in beweging is. Op zich is dat geen probleem. Het gaat erom deze bewegingen op een onschuldige niet-betrokken manier te bekijken. Maar “do not own the mind flow”, met andere woorden: zoek jezelf niet in de stroom van je gedachten.
Je hoef niet eens te stoppen met denken, als je je maar niet zo laat hypnotiseren en foppen door al die gedachten. Als je wat minder hypergeïnteresseerd bent in je gedachten, word je steeds vrijer.
Ooit vroeg een jonge man uit de VS aan Nisargadatta hoe hij dacht over drugs. Zijn verassende antwoord was dat de verslaving aan gedachten een groter probleem is: “Je leeft sowieso in een ‘gedrogeerde’ illusiewereld. Ga daar eerst maar eens wat aan doen.”
We kunnen aan van alles verslaafd zijn, maar onze verslaving aan denken is de root-verslaving, de moeder van alle verslavingen. We moeten dus afkicken van dwangmatig denken. En in het verlengde hiervan moeten we ook afkicken van the person, de persoon die we denken te zijn. Via likes en dislikes, voorkeur en afkeer, die we als persoon hebben, knutselen we immers een wereld van illusies in elkaar.
Voor veel westerlingen klinkt het vreemd en paradoxaal om denken als probleem te zien. Het wordt vaak eerder als oplossing gezien. Maar Lao Tse zei: “Stop thinking and end your problems." En Ramana Maharshi merkte op: je bent verder op het spirituele pad, naarmate je minder denkt.
Ook Jezus waarschuwde voor dwangmatig denken en piekeren: het voegt geen el aan je leven toe; zoek liever de natuur op, kijk eens hoe mooi de bloemen zijn.
Je zou je kunnen afvragen: wie ben ik nog, als ik mijn gedachten en zelfs mijn persoonlijkheid radicaal moet relativeren. Ben ik dan niet weg, verdwaald, verloren?
Nisargadatta:
“By all means do feel lost! As long as you feel competent and confident, reality is beyond your reach. Unless you accept inner adventure as a way of life, discovery will not come to you.”
(Voel je vooral verloren! Zolang je je competent en zelfverzekerd voelt, ligt de realiteit buiten je bereik. Als je het innerlijk avontuur niet als een manier van leven accepteert, zal de ontdekking niet naar je toe komen.”
Stop met de dwangmatige neiging jezelf voortdurend te moeten definiëren. Het enige dat nodig is, is het opgeven van het idee dat je een persoon bent - dat is eigenlijk alles.
Je hoeft sowieso niet te worden wat je al bent. Je denkt dat je ‘de persoon’ bent, die je kent, maar dat is alleen het oppervlakkige omhulsel dat geplaatst is boven op de diepte, je eigenlijke identiteit, wat je altijd-al bent en nooit-niet bent. Maar je realiseert het je nog niet.
Je bent niet dit of dat
Als docent aan de Hogeschool Utrecht gaf ik indertijd colleges over advaita, of non-dualiteit. Ik zei tegen de studenten: “Mijn verhaal duurt twee uur, maar als je deze korte tekst (zie hieronder) snapt, kun je nu al gaan.” Toen heb ik de tekst regel voor regel voorgelezen, ‘geïmproviseerd vertaald en uitgelegd. Omdat ik de Engelse tekst gebruikte en het boek met de Nederlandse vertaling niet meer nodig had, vroeg ik de studenten of iemand mijn Nederlandse boek wilde hebben. Dat korte tekstje had ze zó geraakt dat ze en masse naar voren stormden. Het kwartje was gevallen.
Dus je bent wat je zoekt. Niemand zegt dat misschien duidelijker dan Nisargadatta Maharaj in deze passage (vooral de laatste 5 regels).
The seeker is he who is in search of himself.
Give up all questions except one: ‘Who am I?’
After all, the only fact you are sure of is that you are.
The ‘I am’ is certain. The ‘I am this’ is not.
Struggle to find out what you are in reality.
To know what you are, you must first
investigate and know what you are not.
Discover all that you are not, body,
feelings thoughts, time, space, this or that –
nothing, concrete or abstract, which you
perceive can be you. The very act of
perceiving shows that you are not what you
perceive.
The clearer you understand on the level
of mind you can be described in negative
terms only, the quicker will you come to the
end of your search and realise that you are the
limitless being.
(Wie zoekt, is op zoek naar zichzelf.
Laat ál je vragen varen, op één na:
“Wie ben ik?”
Dát je bent is immers het enige onbetwistbare feit.
Dus “Ik ben” is zeker, maar “ik ben dit of dat” is niet zeker.
Doe er alles aan om uit te zoeken wat je werkelijk bent.
Als je wilt weten wat je bent, moet je eerst uitzoeken wat je niet bent.
Ontdek dus eerst alles wat je niet bent.
Je bent niet je lichaam, niet je gevoelens, niet je gedachten, niet iets in de tijd, of ruimte, niet dit of dat.
Niets concreets of abstracts dat je waar kunt nemen, kun jij zijn.
Juist vanwege het feit dat je iets waarneemt, is het duidelijk dat je niet kunt zijn wát je waarneemt.
Hoe helderder het voor je is dat je op het niveau van de mind alleen in negatieve termen beschreven kunt worden, des te eerder kan je zoektocht stoppen.
Je hebt (je) gerealiseerd wat je bent: grenzeloos (bewust)zijn.)
Neti neti
Wat je ten diepste bent is eigenlijk niet conceptueel uit te leggen. In termen van the mind, is het alleen maar mogelijk om te zeggen wat je niet bent. “Neti neti”, je bent niet dit en je bent niet dat. De bron van bewustzijn kan geen object in het bewustzijn zijn. Die bron kennen, kun je alleen door die bron te zijn.
Je bent dus ten diepste niet je conditioneringen, niet je lichaam, niet je gedachten, niet je verhaal, niet je gevoelens. In wezen ben je ‘ongeconditioneerd’, niet gedefinieerd, zonder grenzen. Je bent het bewustzijn zelf.
Alles waar je over kunt praten is alleen maar ‘relatief’ waar. Het absolute moet ervaren worden en kan geen onderwerp van discussie zijn.
Na herhaaldelijk lezen van de tekst realiseerde ik me dat Nisargadatta eigenlijk zegt: de psychologie kan je veel leren, namelijk: alles wat je niet bent. You are not that. Je moet aan je psychologische werkelijkheid voorbij om je echte Zelf te ontdekken.
Bewustzijn zonder grenzen
Als je jezelf zoekt in de ‘horizontale’ dimensie, maar je kent de verticale dimensie niet, loop je vast. Op het niveau van ‘de wereld’ zoek je naar een mooie baan, een geschikte partner, een fijne plek. Allemaal prima, maar de problemen komen hoe dan ook, wanneer je je diepte niet kent. Het zou kunnen zijn dat je niet vindt, wat je zoekt (baan, partner, plek, etc.), dan ben je ongelukkig. Het zou ook kunnen zijn dat je wel vindt, wat je zoekt. Maar het verlangen naar ‘meer’, of ‘iets anders’ blijft, wanneer je de verticale dimensie niet ontdekt hebt. Jezus zegt: zoek je schatten niet in de wereld. “Onlesbare dorst”, noemt de Boeddha dat. En dan kan het zijn dat je van baan naar baan gaat, op Second Love zit, steeds kicks zoekt, etc.
Je kunt je diepste zelf alleen in de verticale dimensie vinden. Hoe mooi de wereld ook is, er zijn grenzen, plussen en minnen, dualiteit, tegenpolen, etc. Je diepste zelf kent die grenzen niet. En je kunt nooit wat zonder grenzen is vinden in dat wat per definitie begrensd is.
Hierin is geen Oost of West, zegt Nisargadatta, dit geldt voor alle mensen. En alleen door jezelf te leren kennen, kun je jezelf van dit lijden bevrijden. Volgens hem is een crisis vaak behulpzaam om je op het juiste spoor te zeten.
Het gaat erom dat je de (af)wisseling van geconditioneerd zelf naar ongeconditioneerd Zelf meemaakt, of dat the awakening in elk geval begint.
We kunnen het mysterie (en dat is tegelijkertijd onze eigen diepste bestaansgrond) niet kennen door nog meer concepten te verzamelen of te combineren. Pointers zijn handig tot ze niet meer nodig zijn. We kunnen het mysterie alleen kennen door ons te realiseren dat we dát zijn -volkomen één met de ander. You are that. I am that.
Als je de schat in jezelf ontdekt hebt, heb je ook geen sticker op je laptop (meer) nodig waarop staat: “De schat bevindt zich in mijzelf.”
Het denken, en daar volledig in opgaan, houdt je in je kleine zelf gevangen. En dat leidt tot het niet te stuiten verlangen naar ‘meer’.
Nisargadatta:
“My words are few and short, but they are very effective. There are many volumes written about spirituality which do not destroy your concepts but add to them. All the volumes do not tell you what you are.”
(Mijn woorden zijn weinig en kort, maar ze zijn zeer effectief. Er zijn veel boeken geschreven over spiritualiteit die je concepten niet zullen vernietigen, maar vermeerderen. Alle die boekdelen vertellen je niet wat je bent.
Negatieve theologie
Nisargadatta Maharaj houdt ons voor dat we voorbij ons ‘conceptuele denken’ moeten geraken. Pas dan kunnen we onszelf echt kennen, de ander echt zien. Dit blijkt wonderwel aan te sluiten bij de negatieve theologie, die louter in ontkenningen over God wenst te spreken.
In zijn essay daarover vraagt Bezielingredacteur Theo van de Kerkhof: “Is er een manier van in het leven staan, waardoor we op een andere manier in contact treden met de werkelijkheid dan via de woordelijk-conceptuele manier die grijpt naar de dingen en de dingen letterlijk voor zich stelt?”
Hij suggereert dat het niet-weten van de negatieve theologie precies daarover gaat. Zij voert ons naar een ‘anders weten’ en opent ons de ogen voor een andersoortige kenbaarheid dan de gewone alledaagse kenbaarheid.
“Wie belangeloos kijkt, geen verlangen koestert, aanschouwt de dingen naar hun mysterie. De crux lijkt te zijn dat we het beperkte ik-perspectief, de preoccupatie met ‘het mijne’, waarmee we de werkelijkheid gewoonlijk benaderen, leren los te laten. Als we dat doen ontstaat ruimte voor ‘iets anders’.”
De wisseling van 'ik-perspectief' naar een ruimer perspectief 'voorbij-ik' is precies waar Nisargadatta het over heeft. Het niet-weten van de negatieve theologie schept ruimte voor een anders weten.
Aandachtig aanwezig zijn
Het is belangrijk om ons in het dagelijkse leven niet volledig te identificeren met onze rol, positie, kennis, professionaliteit. Kunnen we aandachtig aanwezig zijn, verbonden met elkaar in 'een veld van stille aandacht'?
Zo kun je jezelf leren kennen - of in elk geval contact maken met - de diepte beyond the person. Laat 'aandachtige aanwezigheid' instromen in je stilte, je woorden, je handelingen, wanneer je als pastor, psycholoog of ritueelbegeleider met mensen bent. Wanneer dat niet gebeurt en je alleen werkt vanuit kennis, concepten, of zelfs ervaring, is het minder geïnspireerd, open en creatief. En wordt het ook moeilijker om contact te maken met die dimensie in de ander. Dan wordt de essentie gemist.
Dit gaat verder dan dat je als professional even authentiek bent als persoon. Het overstijgt beiden. In het 'veld van stille aandacht' - waarvan ook Eckhart Tolle spreekt - zijn de ander en ik verbonden, één.
Dat je dit bewustzijn deelt, is essentieel. Het delen hiervan is ook een voorwaarde voor je eigen ontwikkeling. Nisargadatta:
"As a matter of fact, all realization is only sharing. You enter a wider consciousness and share in it. Unwillingness to enter and to share is the only hindrance. (In feite is alle realisatie alleen maar delen. Je gaat een breder bewustzijn binnen en deelt daarin. Onwil om binnen te komen en te delen is de enige belemmering.)
Hoe mooi is dit. Vergelijk dat eens met bijzondere kennis, exclusief voor ingewijden, van esoterische clubjes
Tot slot een korte checklist (van don'ts) om te zien of we op het goede pad zijn:
- Kun je je benadering klip en klaar uitleggen?
- Heb je van tevoren al een gedetailleerd plan of schema?
- Heb je meteen je antwoord klaar, ook bij een open vraag?
- Ben je geneigd stiltes vol te praten?
Of kun je “op je gemak zijn met niet-weten”, zoals Eckhart Tolle dat noemt. En Meister Eckhart zegt:“Zolang jij spreekt, zwijgt God”. Een hardrocksong uit mijn tienerjaren sluit hier wonderlijk goed bij aan, Paranoid van Black Sabbath: "All day long I think of things, but nothing seems to satisfy, Oh lord yeah.”
Bronnen
Nisargadatta Maharaj, I am That, Chetana, 4e druk, 2003. (Nederlandse vertaling: Ik ben zijn, Altamira (2015).
Eckhart Tolle, Een nieuwe aarde, AnkhHermes, 2016.
Vincent Duindam, Spiritueel zakboekje voor professionals, SWP, 2021.
Theo van de Kerkhof, Zolang jij spreekt, zwijgt God. Het ‘andere weten’ van de negatieve theologie, in: Volzin, 30 maart 2011.