“‘Merkstenen’ raakt me diep”, zegt Joris Vercammen, aartsbisschop van de Oud-Katholieke Kerk, over zijn favoriete boek ‘Merkstenen’ van oud-VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld. Dit boek werd na zijn dood - door een nog steeds onopgehelderd vliegtuigongeluk in 1961 - bij hem thuis in New York gevonden. Daarin beschrijft hij zijn soms moeizame mystieke weg en zijn worsteling met zichzelf en met God.

Door Cees Veltman

“Misschien is het al veertig jaar geleden dat ik ‘Merkstenen’ voor het eerst heb gelezen, maar een paar jaar geleden heeft het me bij herlezing veel dieper geraakt. Misschien heeft het iets te maken met levenservaring of met ouder worden. Het is een moeilijk, geestelijk dagboek met hermetische taal. Het treft mij bijzonder omdat mystiek in het publieke leven me intrigeert. Hoe hangen de innerlijke wereld en de uiterlijke wereld met elkaar samen? Hoe kun je er een brug tussen slaan? Ik dacht vroeger dat het in het publieke leven alleen maar ging over politici en andere maatschappelijk verantwoordelijken. Maar het gaat over iedereen, ook over verantwoordelijken in de kerk.

Hammarskjöld heeft zich naar buiten toe altijd heel seculier opgesteld, maar door het dagboek worden zijn bronnen duidelijk. Hij dringt steeds dieper door in het mysterie van de man van Nazareth - zoals hij Jezus noemt - en in waar het Jezus om te doen is.

Ontroerend is zijn commentaar op de voetwassing door Jezus. Jezus bevroedde een mogelijkheid dat het op liefde aankomt die nooit kapot kan gaan. Het is een mogelijkheid, je bent er nooit zeker van, maar Jezus vermoedde die mogelijkheid. Alles inzetten op die ene mogelijkheid van liefde, is eigenlijk de christelijke deugd van het arm van geest worden, het ontvankelijk worden. Dat is het tegenovergestelde van vervreemd worden van jezelf, het is helemaal jezelf worden. Daarvoor moet je veel ballast laten vallen van ego en ambitie. Je moet al je maskers laten vallen. In het Ene ben je nooit alleen, in het Ene ben je altijd thuis.

Rekenend op die ene mogelijkheid, wil hij alles inzetten voor die liefde. Zo komt hij tot een leven in dienstbaarheid dat onder andere tot uiting komt in de voetwassing. De wereld, de samenleving is geen ding dat te bewerken valt, zegt Hammarskjöld, maar is iets waartoe je je innerlijk verhoudt. Alleen wie zorg besteedt aan de innerlijke wereld, is in staat een bijdrage te leveren aan de uiterlijke wereld.

Zelf zonder vrees zijn

Ik heb het boek opnieuw gelezen, maar nu samen met de biografie van Roger Lipsey die veel context geeft over citaten in ‘Merkstenen’. Hij citeert uit lezingen en toespraken van de secretaris-generaal voor VN-personeel. In een van die toespraken zei hij: ‘Ons werk voor vrede moet beginnen in de innerlijke wereld van ieder van ons. Om een wereld zonder angst te bouwen, moeten we zelf zonder vrees zijn. Om een rechtvaardige wereld te bouwen, moeten we zelf rechtvaardig zijn. Als we een wereld van eenheid willen bouwen, zullen we zelf tot eenheid moeten komen.’

In de meditatieruimte van het hoofdkantoor van de VN in New York staat de door hem geschreven tekst: ‘We all have within us a center of stillness surrounded by silence. This house, dedicated to work and debate in the service of peace, should have one room dedicated to silence in the outward sense and stillness in the inner sense.’ Ieder mens heeft een stilheid in zich, omgeven door stilte, zegt Hammarskjöld en daar groeit je beschikbaarheid. Niet wij zoeken de inzet, maar de inzet zoekt ons. Als je beschikbaar wordt, kun je ook ontvangen. Het gaat om die ontvankelijkheid voor de stem in je leven die je tot iets wil bewegen waardoor je jezelf kan geven. Dat is ook de zin van je leven. Hij zei: ‘Ik weet niet wie - of wat – de vraag stelde. Ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde. Maar eens zei ik ja tegen iemand – of iets. Vanaf dat moment heb ik de zekerheid dat het leven zinvol is en dat mijn leven, in onderwerping, een doel heeft.’

Dan kom je uiteindelijk bij God, zegt Hammarskjöld. Dat raakt me diep. Ik denk dat hij gewoon gelijk heeft. Hij is sterk interreligieus gericht en schrijft ook over de islam, over de Perzische dichter Rumi, de Chinese denker Tse Tse en meester Eckhart. Als ik nu de nieuwe niet-christenen in onze samenleving tegenkom - ik noem ze zo omdat ze vaak religieuze zoekers zijn - zie ik hetzelfde verlangen naar stilte, naar het ontdekken van de zin van het leven. Ik zie daar heel wat religiositeit in.

Knikkende knieën

Hammarskjöld komt uiteindelijk uit bij Jezus. Hij doet dat overigens wel met knikkende knieën. Zijn angst is op verscheidene bladzijden te lezen. Moed noemt hij een zinloos woord. Als je eenmaal die stem hebt gehoord, ben je niet meer moedig, maar ben je gewoon logisch bezig. Je doet wat je stem je vraagt. Het gaat om beschikbaarheid. Het is een soort gehoorzaamheid, maar niet in de zin van het opvolgen van bevelen. Het gaat om een luisterbereidheid waar je gevolg aan geeft. Je komt iemand tegen voor wie je iets kunt doen en dan kun je toch niet de andere kant opkijken? Dat is ontzettend mooi en diep menselijk. Gelukkig praktiseren veel mensen deze gehoorzaamheid tussen aanhalingstekens, doordat ze zich laten raken.

Hammarskjöld is ondogmatisch. Dat zie je vaak bij mystici. Dat ondogmatische wordt door de kerk moeilijk gevonden omdat het niet altijd in het systeem past. Hij citeert Rumi: ‘The lovers of God have no religion but God alone.’ Daarmee bedoelde hij ook dat godzoekers het niet zo op systemen hebben, omdat God elk systeem overstijgt.

Het boek geeft zin aan mijn leven. Als verantwoordelijke in de kerk moet ik me vaak aanpassen aan het bestaande en op de vierkante millimeter werken. Ik voel dat dat niet voldoende is in de dynamiek van Jezus. We moeten ons meer laten raken door wat mensen meemaken. Dan kan ik me toch niet verschuilen achter dogmatische uitspraken of zogenaamd realisme, want daar kun je mensen veel pijn mee doen. Neem de euthanasiediscussie. Het ligt allemaal veel genuanceerder dan dat je daarover een eenvoudige uitspraak kunt doen. Dus geen absolute vrijheid en geen absoluut verbod.  Voor de vluchtelingenproblematiek geldt hetzelfde, hier passen geen eenvoudige antwoorden.

Toen het boek na zijn dood is ontdekt, is het de hemel in geprezen en het is tot op de grond toe afgebroken. Het is een heel controversieel boek geweest toen het verscheen. Het is een verslag van een levenslange geestelijke zoektocht naar zingeving. Het boek was eigenlijk niet persklaar. Hij heeft er veel in geschrapt en soms is de tekst inderdaad duister, misschien nog niet helemaal uitgewerkt, en moet je erop kauwen.

Hammarskjöld heeft met depressies en eenzaamheid gekampt, is buiten zijn wil niet getrouwd en is alleen gebleven, maar zijn woorden blijven me bij, zoals het mooie: ‘Ik verlang het absurde: dat het leven zin heeft. Ik vecht voor het onmogelijke: dat mijn leven zin krijgt.’"

--------------------

Dag Hammarskjöld, Merkstenen, Ten Have (2014), 192 blz., € 20,99, E-book € 9,99.

Roger Lipsey, Hammarskjöld, a life (2015), 752 blz., University of Michigan Press, € 24,99.

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.