Haar nieuwe boek 'In naam van God. Religie en geweld' kreeg een tragische urgentie door de recente terreuraanslagen in Frankrijk. In ruim zeshonderd pagina’s beantwoordt Karen Armstrong, ooit non en gevierd auteur van bestsellers als 'De kwestie God', de vraag of religie de oorzaak is van geweld. Een gesprek over islam en terreur, westerse verantwoordelijkheid, en de wereld waarin we leven.

Door Lisette Thooft

Het is geen vrolijk boek, het nieuwe boek van Karen Armstrong: het bloed stroomt bij wijze van spreken over de pagina’s. Minutieus beschrijft ze het geweld dat altijd onlosmakelijk verbonden is geweest met ontwikkeling van staten en culturen. Maar het is wel een noodzakelijk boek, een soort reality check. Want het is de hoogste tijd om te beseffen hoezeer elke beschaving is gegrondvest in onderdrukking en uitbuiting, ook de onze. Hoogste tijd om een nieuwe stem te laten horen.

Karen Armstrong komt de hotellobby in met ferme tred, een kleine, elegante vrouw met een zwierige blonde lok die af en toe voor haar ogen valt. En – ondanks het onderwerp – een snelle lach. Eerst maar eens de hamvraag stellen.

Is er verschil in wat Jezus en Mohammed leerden – of anders gezegd, hoe is het te verklaren dat het meeste terrorisme van nu geïnspireerd is door de islam?
“Terrorisme heeft helemaal niets te maken met Mohammed, net zomin als de kruistochten iets te maken hadden met Jezus. Er is niets in de islam dat gewelddadiger is dan het christendom. Alle religies zijn gewelddadig geweest, ook het christendom… Er was geen antisemitisme in de islam, voordat het geïmporteerd werd uit het christendom. Dat antisemitisme hebben ze van ons overgenomen. De missionarissen hebben het verspreid en daarna kwam de staat Israël. In de moderne natiestaat is ook het judaïsme gewelddadig geworden.”

Maar wat is dan de oorzaak van het moslimterrorisme? In het boek verklaart u het uit het feit dat moslims op hardhandiger wijze hebben kennisgemaakt met de moderniteit dan wij.
“Ja, op een gewelddadiger manier. George Bush en Tony Blair, die de oorlog in Irak begonnen, dachten dat de moderniteit iedereen rechtstreeks leidt naar democratie, maar dat is niet noodzakelijkerwijze zo. Voor ons heeft het gewerkt, met name omdat de democratie goed was voor de industrie. Vrijheid, waar wij zo onze mond vol van hebben, was essentieel voor onze economie, want mensen moesten vrij zijn om te innoveren.
Maar in het Midden-Oosten ging de moderniteit vergezeld van koloniale onderwerping. In Egypte bijvoorbeeld zijn er zeventien verkiezingen geweest tussen 1922 en 1952, alle gewonnen door de Wafd-partij. Maar die partij heeft van de Britten maar vijf keer mogen regeren. Democratie was een slechte grap.
De seculariteit is in die landen ingevoerd door legeraanvoerders en met grof geweld: religieuze leiders werden onteigend, neergeschoten, gemarteld. De Shah liet honderden religieuze demonstranten in een heiligdom in Iran afslachten omdat ze geen westerse kleren droegen. Het Westen, met name mijn land, heeft consistent leiders gesteund, zoals Saddam Hoessein, die hun mensen alle vrijheid ontzegden. En als mensen aangevallen worden, worden ze altijd extreem.

Lees verder voor het hele interview op Nieuw Wij

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.