We leven in een stervende tijd. Maar dat hoeft niet onvruchtbaar te zijn, overweegt Marinus van den Berg, denken aan het kerkelijk leven in Nederland. "Ik blijf geloven in een 'kerk op twee benen': vrouwen en mannen in gelijkwaardigheid." Bij de uitvaart van een van de eerste pastoraal werksters van Nederland zag hij even een glimp van die toekomst.
Door Marinus van den Berg
“Wie wil er nog priester worden?” was een vraag aan de tafel van Pauw op 30 mei. In de vooraankondiging zag ik beelden van een priesterwijding van twee mannen. Het was niet alleen het late uur waarom ik niet ben blijven kijken maar ook de vraag hoe open zullen de vragen van Pauw zijn. Ik hoor hem wel vaker over religieuze zaken. Een minder ironiserende toon zou vaak heel wat uit kunnen maken dacht ik ook na het zien van uitzending gemist.
Niet alleen wie wil maar ook wie mag er priester worden is een vraag. Bijna 45 jaar geleden werden in New York de eerste vrouwen in de Anglicaanse kerk tot priester gewijd en ik was op 31 oktober 1974 van dat jaar bij hun eerste mis. Ik studeerde aan de Yale Divinity School in Yale en volgde colleges over bevrijdingstheologie bij Letty Russell. Haar warme enthousiasme en mijn nieuwsgierigheid motiveerden me om naar die kerk die aan Broadway lag af te reizen.
Ik herinner me hoe de vrouwen in een processie binnenkwamen in gelijke kleding als de mannen-priesters. Dat werkte als een lichte schok en liet me tegelijk zien hoe ik de liturgische dienstkleding, zoals albe en kazuifel uitsluitend had verbonden met mannen. Een priester was een man en nu zag ik vrouwen in die kleding. Ik nam niet deel aan de holy communion. Niet vanwege theologische bezwaren maar ik had een kleine beeldenstorm te verwerken. Mijn hoofd en mijn hart hadden een verschillend tempo.
Uitvaart
Ik moest er aan denken toen ik laatst bij een uitvaartdienst was met drie voorgangers, een vrouw en twee mannen in een sober liturgisch dienstkleed met een kruis. Ze deden wisselend de begroeting, ze spraken een woord van welkom, lazen, baden, zongen en verzorgden een overweging. Ze leidden de uitvaart van een vrouw, een pastoraal werkster die veel voor deze geloofsgemeenschap had betekend. Niet door zelf voor te gaan maar door mensen uit deze geloofsgemeenschap te leren en te ondersteunen om zelf voor te gaan.
Niet alleen voor deze gemeenschap maar ook in andere parochies en met name jarenlang voor mensen in detentie was zij van grote betekenis, evenals voor haar collega-gevangenispastores. Tegen de stroom in geloofde ze in de goedheid van de mens en het recht op een menswaardige bejegening. Niet eenvoudig in deze tijd na Anne Faber en drie moorden door één persoon in enkele dagen.
Open zenuw
Er waren meerdere priesters bij deze uitvaart. Zij vierden mee, luisterden, maar kwamen niet aan het woord. Er was een oude priester, voorheen pastoor in de parochie waar we waren. Moeizaam kwam hij de kerktrappen op. Hij had de overleden pastoraal werkster goed gekend en zeer gewaardeerd. Hij vertelde van een laatste e-mail met Pasen waarin het verdriet en de pijn werd verwoord van de afstand die het priesterzijn van hem voor haar had betekend vanwege de regels die hij wilde respecteren.
Zijn authentieke reactie op haar verdriet raakte mij en ik hoorde het ook van anderen. Er werd hier een snaar geraakt, een diepe pijn erkend, die een open zenuw van velen aanraakt: dat de vraag niet is wie wil er nog priester worden maar dat de vraag is wie mag er priester worden. Het antwoord op die vraag wordt gegeven door een hiërarchische mannenkerk die van boven naar beneden denkt en zegt dat ze in naam van die mens uit Nazareth spreekt. Maar de overledene geloofde in een kerk die zou leren staan op twee benen: man en vrouw schiep God de mens.
Er was een geest van verbondenheid, zusterschap en broederschap bij deze uitvaart van de vrouw wier naam ik met respect noem: Marie-José Janssen, vele jaren partner en gehuwd met de markante en door velen gewaardeerde pastorpriester Gerard Zuidberg. Zij was een van die markante vrouwen in de eerste dagen van de pastoraal werksters. Nog maar kort geleden schreef ik hier over een andere uit die rij van eersten: Toos Starmans. Marie-José was een van die mensen die opnieuw laat denken over de vraag wat priesterzijn en priesterlijk leven eigenlijk is. Zij heeft het perspectief van de behoedzaamheid, de kwetsbare mens behoeden laten zien.
Twee benen
Kleding doet er niet toe maar geslacht ook niet. Kleding kan macht uitstralen maar vandaag zag ik eenvoudige dienstkleding bij de drie mensen uit die parochie; een vrouw en twee mannen maar het hadden ook allemaal vrouwen kunnen zijn. Ik ben naar deze uitvaart in Maartensdijk gegaan omdat ik - naar de woorden van Marie-José - geloof in de toekomst van een 'kerk op twee benen': vrouwen en mannen in gelijkwaardigheid, een profetische getuigenis in een machowereld waarin het nog teveel anders is. Vandaag mocht ik even in de toekomst zijn, ook al zeggen sommigen dat we een stervende tijd zijn. Maar dat hoeft nog geen onvruchtbare tijd te zijn. Zal Pauw dit verstaan of kunnen we beter een combi van Jeroen Pauw en Leo Fijen hebben, die elkaar met beide benen op de grond houden?