Tweeduizend jaar christendom lijkt ook tweeduizend jaar strijd om de juiste interpretatie. Wil de 'echte Jezus' nu eindelijk eens opstaan? Maar is dat wel de juiste vraag? Kerstmis is niet zozeer een herdenkingsfeest, over daar en toen, zegt René Grotenhuis. We vieren het feest van Kerstmis, van de menswording, "omdat het over vandaag gaat, over God die zich opnieuw verbindt met onze geschiedenis en ons aanspreekt."
Door René Grotenhuis
Het naderende kerstfeest is, zoals elk jaar, weer goed voor beschouwingen over de historiciteit van het kerstverhaal en over de vraag wat we nu eigenlijk weten van de historische Jezus. Wat heeft hij eigenlijk gedaan en wat heeft hij eigenlijk gezegd. Of liever nog: wat heeft hij eigenlijk bedoeld te zeggen. Wat er over hem is opgeschreven is gekleurd en bovendien enkele tientallen jaren na zijn dood opgetekend. Daar zit allerlei interpretatie in van de eerste generaties christenen die zich na zijn dood georganiseerd hadden die, zoals elke organisatie, het verhaal van de geschiedenis inkleurt vanuit eigen overtuiging.
Echte boodschap
Onlangs hadden we het met een groep mensen over het eerste hoofdstuk van het evangelie van Johannes (‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God’). Een van de aanwezigen was van mening dat het christelijk geloof en de christelijke theologie met Johannes een verkeerde afslag had genomen richting de Griekse filosofie en dat die verkeerde afslag ons op het verkeerde been had gezet. De recente ontwikkeling in de bijbelstudie zouden ons weer gebracht hebben bij de echte oorsprong, bij de ‘echte’ persoon van Jezus en bij zijn ‘echte’ boodschap ontdaan van speculatieve Griekse invloeden.
De waarde van nieuw en nooit eindigend wetenschappelijk onderzoek naar de bijbel en dus ook de evangelies zou ik op geen enkele manier in twijfel willen trekken. Waar ik na die bijeenkomst mee bleef worstelen was de vraag of het zoeken naar de ‘echte’ Jezus en zijn ‘echte’ boodschap en daarmee de poging om echt van onecht, waar van vals, juist van verkeerd te onderscheiden, wel recht doet aan wat God in Jezus Christus heeft gedaan.
Nooit aflatende betrokkenheid
Ik geloof dat het feest van Kerstmis, van de menswording, ons zegt dat God zich in de mens Jezus van Nazareth verbonden heeft met onze geschiedenis. En dat niet op één moment toen, in de dagen van keizer Augustus, toen Quirinius landvoogd van Syrië was, maar als een nooit aflatende betrokkenheid die elke keer opnieuw gestalte krijgt. In elke generatie verbindt God zich met de geschiedenis van mensen. Het is een nooit eindigende betrokkenheid, relatie. Niet op één moment in de geschiedenis is ons de boodschap van het evangelie aangereikt, maar die wordt ons elke keer aangereikt. Er is niet één boodschap die ons nu ruim 2000 jaar geleden is aangezegd, waarna we de rest van de tijd ons kunnen bezighouden met het ontrafelen van die boodschap en ons telkens afvragen wat er toen precies gezegd en bedoeld is. In een nooit aflatende stroom van mensen is die actuele en vernieuwende betrokkenheid van God zichtbaar geworden: in Augustinus, in Franciscus van Assisi, in Johannes van het Kruis, in Peerke Donders, in bisschop Romero, in de onlangs zalig verklaarde martelaren van de Atlas (‘Des hommes et des Dieux’).
Vandaag
De kracht van Kerstmis is dat het geboren worden van Jezus niet een herdenkingsfeest is, waarbij we teruggaan naar toen. Als het dat was geweest, had de traditie het geen 2000 jaar volgehouden. Dan slaat de sleur toe en verbleekt het. We vieren het feest omdat het over vandaag gaat, over God die zich opnieuw verbindt met onze geschiedenis en ons aanspreekt. De historische Jezus is niet de Jezus van 2000 jaar geleden, maar de Jezus van onze geschiedenis.