‘Lunch in het gras’ van Edouard Manet (1832-1883).

Op het eerste gezicht lijkt het schilderij 'Lunch in het gras' van Edouard Manet liefelijk en ontspannen, maar een tweede blik laat zien dat het werk ontregelt en niet voor niets in Manets tijd heftige reacties opriep. "Manet gaf de relatie tussen kunst en kijker op een nieuwe manier vorm."

Door Eric Corsius

Sommige kunstwerken spreken onmiddellijk het levensgevoel van deze zomermaanden aan, waarin het leven wordt ‘onthaast’ en we ons overgeven aan het moment. Een voorbeeld van een dergelijk kunstwerk is de ‘Lunch in het gras’ van Edouard Manet (1832-1883). Het werk drukt volstrekte ontspanning en vrijblijvendheid uit. Ook is het aangenaam herkenbaar en traditioneel gemaakt. Toch bedriegt de schijn. In de tijd van Manet was dit schilderij een regelrecht schandaal. Het werd in 1863 geëxposeerd tijdens een informele schaduwtentoonstelling voor getalenteerde, vernieuwende kunstenaars, die niet waren toegelaten tot een officiële expositie. Het voor ons zo idyllisch, vanzelfsprekend en onschuldig ogende werk werd ervaren als ontregelend en riep heftige reacties op.

Eigenaardigheden

Het verwarrende karakter van dit werk is terug te voeren op een opeenstapeling van eigenaardigheden. Daar is ten eerste de benadrukking van het platte vlak en de compositie, het spelen met contrasterende kleurvlakken en de collagetechniek – dit alles ten nadele van het klassieke ‘doorkijkeffect’ uit de renaissance en de barok. Verder is het zo werkelijkheidsgetrouw lijkende werk bij nader inzien bijna griezelig onrealistisch. Het feit dat er een vrouwelijk naakt wordt afgebeeld in de context van een picknick in het park, is al uiterst vervreemdend. Het blijkt bij nader inzien dan ook een ‘copy-and-paste’ te zijn uit het werk van een renaissanceschilder. Ook vervreemdend is de raadselachtige verhouding van de personages ten opzichte van elkaar. Ze vermijden onderling contact en hun blikken ontwijken elkaar. De mannen ontwijken ook de blik van de toeschouwer. In scherp contrast met dat laatste kijkt de vrouw in het gezelschap juist uiterst vrijpostig de kant op van de toeschouwer.

Er zat en zit in dit doek iets verontrustends, duisters en bedreigends. Met name de reeds genoemde ontwijkende, soms zelfs lege en dode blikken van Manets personages roepen een ‘unheimliche’ sfeer op. De afgebeelde mensen verliezen zichzelf en elkaar in een ongastvrije wereld. Ze staan volstrekt los van elkaar en leven langs elkaar heen. Manet hield hiermee de opkomende massasamenleving een spiegel voor. De lege blikken zijn echter maar de helft van het verhaal. Zoals gezegd contrasteert hiermee de onbeschaamde, ondervragende blik die de zittende vrouw ons toewerpt en die de toeschouwer betrapt als een voyeur. Ook deze indringende blik is ontregelend. Hij doet ons opschrikken. Door deze en andere kunstgrepen bevindt de kunstkijker zich definitief niet meer in de comfortabele positie van een theaterbezoeker op zijn pluchen opklapstoel in het donker van de zaal, zoals dat bij de kunst tot dan toe was, maar wordt zij of hij betrapt als ‘voyeur’ en zo in het geschilderde tafereel getrokken en betrokken. In Manets wereld staan de kijkers in de kijker. Kijken is bekeken worden. Naar zijn werk kijken is een riskant avontuur.

Onontkoombaar

‘De dode christus met engelen’, Edouard Manet (1864).

Manet waagde zich met zijn subtiele vernieuwing ook aan traditionele religieuze thema’s, zoals de passie. Hij deed dit bijvoorbeeld in ‘De dode christus met engelen’ (1864). Zelden is de gekruisigde zo dood weergegeven. Dat is te danken aan de niets aan de verbeelding overlatende weergave van het grauwe, levenloze lichaam, dat als een ledenpop in de armen van de engel ligt, dat ons in het meedogenloze volle licht wordt getoond en waarvoor we onze ogen niet kunnen sluiten. Ook in dit werk stuiten we weer op een dode blik: in dit geval de blik van de gekruisigde. De engelen mijden ook oogcontact - met elkaar en ons. De kijker kan niet anders dan zich ongemakkelijk voelen. Zij of hij wordt genegeerd, maar kan ook niet ontsnappen. Onontkoombaar is hij of zij getuige van een tafereel, dat tegelijk weigert hem welkom te heten.

Al met al gaf Manet de relatie tussen kunst en kijker op een nieuwe manier vorm. De toeschouwer werd door hem onvrijwillig tot getuige en als zodanig gedagvaard, zoals bij een rechtszaak of in de eredienst bij de Bijbellezing. Dankzij hem heeft het genieten van kunst voorgoed zijn onschuld en vrijblijvendheid verloren.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.