“Herman Finkers is de advocaat van het ongelukkige paar geloof en humor”, zegt de rooms-katholieke cultuurtheoloog Frank Bosman (1978). “De katholieke traditie gebruikt humor om dichterbij het mysterie te komen, maar Finkers brengt religie op onnavolgbare manier ter sprake.” Bosman is als onderzoeker verbonden aan het Cobbenhagen Center, onderdeel van de Universiteit van Tilburg. Hij werd in 2011 uitgeroepen tot Theoloog van het Jaar.
Door Cees Veltman
“Wat mij in Herman Finkers en zijn boek Na de pauze zo aanspreekt, is dat hij zijn ernstige ziekte heeft proberen te bezweren met dit op een conference gebaseerde boek. Hij slaagt daar wonderbaarlijk goed in. Dat is knap omdat je Na de pauze ook kunt vertalen als ‘in blessuretijd’. Hij slaagt er steeds in iedereen - inclusief de seculiere grachtengordel met Matthijs van Nieuwkerk en Jeroen Pauw - zijn katholiek-zijn als volstrekt normaal, authentiek en esthetisch verantwoord te laten beschouwen. In zijn oudejaarsconference bijvoorbeeld laat hij een kerklied klinken terwijl een naakte vrouw over het toneel danst. Hij laat zien dat onze God van lichaam houdt, van seks, dans en muziek. Er is er maar één in Nederland die dat voor elkaar krijgt.
Theoloog in cognito
Finkers is een soort theoloog in cognito die zijn toehoorders voortdurend wijst op God en het goddelijke. Hij weet dat op zo’n manier te doen dat iedereen het hem vergeeft. Dat is ontzettend interessant. Dood en lijden spelen een belangrijke rol in boek en voorstelling Na de pauze. Intrigerend vind ik zijn manier om over de dood te spreken, de dood als een vriendelijke, kunstminnende jongeman die zich af en toe niet kan bedwingen en daarom vooral de schoonsten onder ons net iets te snel vraagt. Als je danst met de dood, is iedere dag een wonder.
Ook interessant is zijn kritiek op het metafysische reductionisme. Hij verzet zich tegen mensen als hersenonderzoeker Dick Swaab en atheïst Richard Dawkins die zeggen dat wij ons brein zijn, of alleen maar genen die zich willen voortplanten, dat wij alleen maar het product zijn van evolutionaire processen. Met dat ‘alleen maar’ reduceren zij de werkelijkheid tot functionaliteit.
Finkers protesteert tegen het feit dat de natuurwetenschap, die zich in principe alleen bezighoudt met wat empirisch verifieerbaar is, misbruikt wordt voor een metafysisch reductionisme dat leert dat alleen kan bestaan wat bewezen kan worden. Finkers betoogt dat iets kan bestaan ook al is het verzonnen. Degenen die zeggen dat God of de hemel niet bestaan omdat ze verzonnen zijn, verwijst hij naar de liedjes van Jacques Brel. Die zijn ook verzonnen, maar bestaan toch. Finkers bekritiseert dat wij in ons postmoderne denken een scheiding aanbrengen tussen werkelijkheid en fantasie, waarbij het werkelijke hoger wordt geacht dan het fantastische dat met onwerkelijk wordt geassocieerd.
Verdiepingsslag
Finkers ontwikkelt zich steeds verder. De plotselinge confrontatie met zijn eigen tijdelijkheid en lichamelijke broosheid heeft hem wel een verdiepingsslag doen maken. Zo katholiek als hij in Na de pauze is, was hij eerder zelden. Het katholicisme geeft tenminste nog een klein sprankje hoop, zegt hij en dat is het enige en hoogst haalbare wat een mens in zijn leven mag verwachten. De helft van de teksten zijn religieuze sketches, terwijl hij het tot dan toe meer in absurdistisch theater zocht.
Voor mijzelf geldt een soortgelijke ontwikkeling. Vroeger wilde ik priester worden, maar ik ben naar de universiteit gegaan om theologie te studeren. Toen is het naïeve geloof van mijn kindertijd afgebroken. Daar is, hoop ik, een nieuw volwassen geloof voor in de plaats gekomen. Het naïeve geloof zag God als een grote boekhouder die niet alleen het universum in stand houdt, maar vooral een zeer fijnmazige boekhouding bijhoudt van wat elke mens bedenkt, doet en niet doet. Dat heeft plaats gemaakt voor een geloof dat geschraagd is door intellectuele debatten, discussies en een dieper verstaan van de zelfopenbaring van God in de Bijbel, de traditie en onze cultuur.
Performance
Of ik een beetje jaloers op Finkers ben? Ja, ik probeer in mijn lezingen een klein beetje een performance weg te geven en ik krijg wel van mensen te horen dat me dat aardig lukt. Ik probeer in die zin een beetje op Herman te lijken, maar zijn niveau haal ik echt niet. Ik doe mijn best natuurlijk en laat in mijn lezingen soms de tekst los en probeer vanuit mijn hart te spreken. Ik probeer ook kennis over te brengen door bijvoorbeeld een film levensbeschouwelijk te analyseren en wel zo dat mensen zelf een eigen analyse kunnen maken.
Ik wil mijn toehoorders wat moed en inspiratie, vriendelijkheid en hoop meegeven, iets wat mij en ons allemaal kan helpen om het Koninkrijk der hemelen op te bouwen. Door geloof, hoop en liefde met elkaar te delen. Het hangt ervan af voor wie ik spreek natuurlijk. Sommige christenen kunnen wat cultuurpessimistisch zijn en er kunnen vooroordelen leven over de combinatie humor en religie. In een meer seculiere omgeving - op televisie bijvoorbeeld - probeer ik te laten zien dat christen-zijn in deze tijd niet betekent dat je een relikwie bent uit een verloren verleden. Alsof het christendom tweeduizend jaar onder een steen geleefd heeft en nu probeert de kop boven het maaiveld uit te steken. Ik wil laten zien dat de christelijke traditie van intrinsieke waarde is voor de realisatie van het gemeenschappelijke goede in deze wereld.”
Herman Finkers, Na De Pauze, Thomas Rap (2012).
[box type=shadow]
Dr. Frank G. Bosman (1978) is een rooms-katholiek cultuurtheoloog. Hij is werkzaam als onderzoeker aan het interfacultaire onderzoeksinstituut Tilburg Cobbenhagen Center, van Tilburg University. Bosman geeft regelmatig commentaar over cultuur, theologie en geloof op radio, tv, in kranten en online-media. In 2011 werd Bosman verkozen tot de eerste ‘meest spraakmakende theoloog’ van het land. Enkele van zijn boeken: God heeft ook een fiets; God houdt wel van een geintje; God houdt van seks. Website: www.frankgbosman.nl. In 2014 promoveerde Bosman op een proefschrift over de klanktheologie van de Duitse dadaïst Hugo Ball. (Zie interview daarover met Bosman.)
[/box]