Een kruisje slaan, voorafgaand aan een prestatie, helpt dat? Sporters doen het. Lisette Thooft nam de proef op de som en verbeterde aanzienlijk haar score in het spelletje Wordfeud. Grapje? Het is natuurlijk de vraag of Onze Lieve Heer zich zo laat paaien, maar toch: “Wat een prachtig gebaar is dat eigenlijk, wat is het rijk aan symboliek”, zegt Lisette. Alhoewel: met een kleine aanpassing wordt het nóg mooier.
Door Lisette Thooft
Doet u het nog, kruisjes slaan? Ik ben er mee begonnen. Volgens mij is het heel goed voor je.
Zoals wellicht bekend voor de lezers van deze column ben ik een verwoed Wordfeuder. Ik speel verschillende spelletjes tegelijk met al mijn tegenspelers; tot vier spelletjes per persoon. Nu is er één dame bij die steengoed is en vrijwel altijd wint; áls ik van haar win, een op de twintig keer, is het een nipte overwinning met maar een paar punten verschil. Laatst legde ze ergens in het begin van een spelletje het woord ‘Kruizen’ en ik chatte voor de grap: ‘Nou, ik mag wel eens een kruisje slaan in die spelletjes met jou.’
Ze chatte terug: ‘Dat zal niet helpen, ha ha!’ En ik dacht: hm, misschien moesten we maar eens de proef op de som nemen. Dus in dat ene spelletje sloeg ik elke keer als ik een woordje moest leggen, drie maal een kruisje. In de andere spelletjes niet. Wat bleek? De andere spelletjes verloor ik zoals altijd, en dat ene spelletje waarin ik elke keer een kruisje sloeg, won ik met grote voorsprong. Nog nooit vertoond.
Toeval natuurlijk. Nog eens geprobeerd: één spelletje speel ik met kruisjes, de andere zonder. En weer: dat ene spelletje met kruisjes gaat veel beter, ik sta ruim voor.
Nog steeds is het geen wetenschappelijk onderzoek. Bovendien is het nog de vraag of Onze Lieve Heer aangeroepen wil worden voor zoiets banaals als een spelletje Wordfeud. Maar ik ben gaan nadenken over het fenomeen kruisjes slaan.
Onderbuik
Wat een prachtig gebaar is dat eigenlijk, wat is het rijk aan symboliek. Mijn enige kritiekpunt is dat het niet ver genoeg naar beneden reikt: je raakt je voorhoofd aan en daarna beweeg je je hand tot ergens halverwege je romp, voordat je naar je linkerschouder gaat. Typisch christelijk, dacht ik, om dat hele onderlichaam te verwaarlozen. Eigenlijk moeten we met onze hand ook de onderbuik raken. Dus ik verzon het ‘verlengde kruisje slaan’: voorhoofd, onderbuik, schouder, schouder. Vader, Zoon, Heilige Geest. Want als iemand in zijn lichaam aanwezig was, was het Jezus wel, de goddelijke zoon, die voor mij het leven en sterven op aarde symboliseert, in al zijn vleselijke werkelijkheid.
Is Jezus niet typisch de spirituele leraar van de onderbuik? Hij heeft opvallend veel verstand van vrouwen, van seksualiteit, van voedsel en van aardse zaken. Hij praat over kinderen en barende vrouwen of hij er dagelijks mee verkeert. Hij geneest ongeweten de vrouw die alsmaar vloeit in Marcus 5, en zegent haar als ze zich bekend maakt. Hij vergelijkt het koninkrijk Gods met zuurdesem die met meel vermengd wordt, met lampen die gevuld worden met olie. Hij is tot in zijn ingewanden geroerd door de menigte in Matteüs 9 en er schijnt letterlijk te staan, in het Grieks: tot in zijn baarmoeder. Hij is de bruidegom aller bruidegommen en je maakt mij niet wijs dat hij dat alleen maar symbolisch bedoelde terwijl hij ondertussen zelf maagdelijk en celibatair bleef.
Kortom, ‘In de naam van de Zoon’ vind ik dat we de hele weg moeten gaan en onze hand leggen op onze onderbuik, waar ook bij mannen een soort baarmoeder zit: de zetel van ons gevoelsleven, de bron van zelfvertrouwen – ‘guts’ – zelfliefde en zelfrespect.
Licht gezien
Dat blijkt ook van de kerk te mogen. Kijk maar wat er op de website Kruisteken.nl staat. Het begint onderbuikloos: “Het gebaar hult ons in de drie-ene God als in een mantel. We 'bekruisen' ons helemaal, van hoofd naar hart en van schouder naar schouder.” Buik vergeten, denk je dan. Maar wat staat er verderop? “In de naam van de Zoon..., met de hand op het hart en op de schoot, de plaats waar God is mens geworden in Maria. Hij is heel dicht bij ons, in ons.”
Hand op de schoot, het staat er echt! Iemand bij Kruisteken.nl heeft het licht gezien. Nu nog even het gebaar zelf aanpassen en met die hand ook helemaal tot aan de schoot reiken. De onderbuik aanraken.
Aanraken
Het gaat natuurlijk om het aanraken. Dat maakt een golfje van oxytocine los in onze hersens, het ‘knuffelhormoon’ dat te maken heeft met verbinding, vertrouwen, plezier en liefde. Het komt in ons bloed bij elke vorm van aanraking, dus ook als je jezelf aanraakt. Ik las in een wetenschappelijk verantwoord boek (De oxytocine factor, van hoogleraar fysiologie Kerstin Moberg) dat het zelfs zo subtiel werkt: als de bibliothecaresse de arm van een boekenlenende klant aanraakt bij het uitlenen, verhoogt dat de kans aanzienlijk dat het boek op tijd wordt terugbezorgd. De stap is niet zo groot naar: met meer vertrouwen nadenken over het woordje dat je kunt leggen in een Wordfeudspelletje, dus helderder kijken en betere resultaten halen.
In de naam van de hemel, de Aarde en alles ertussenin.