Dit jaar is het dertig jaar geleden dat de bekende Amerikaanse kunstenaar Keith Haring overleed aan de gevolgen van aids. Zijn kunst is bij uitstek geëngageerd. Niet door een boodschap uit te dragen. "Zijn doel was, om mensen te provoceren, aan het denken te zetten en innerlijk te bevrijden." Haring is nog steeds uiterst actueel betoogt Eric Corsius. Springlevend in de ontwrichte wereldsamenleving van nu: als provocatie en als troost.

Door Eric Corsius

Zijn kenmerkende afbeeldingen vinden we overal: in de openbare ruimte als monument en blikvanger, in kerken en musea als bron van bezinning, in huiskamers als wanddecoratie, op gebruiksvoorwerpen als versiering, op affiches en pamfletten ter ondersteuning  van politieke boodschappen. Dit jaar is het dertig jaar geleden dat de Amerikaanse kunstenaar Keith Haring (1958-1990) overleed. Nog steeds kent en herkent vrijwel iedereen zijn werk. Met zijn beperkte repertoire karakteristieke icoontjes of ‘hiëroglyfen’ kon hij eindeloos variëren. Hij deed dat met verve.

Uit de ivoren toren

Velen hebben moeite ermee, Haring serieus te nemen. Zijn vormentaal, die deels is geënt op de comic-traditie, komt op hen goedkoop en gemakzuchtig over. Het feit dat hij zijn werk op uiterst commerciële wijze onder de aandacht en op de markt bracht, maakt hem in hun ogen ook ietwat verdacht. Zelf zag hij hier geen been in. In tegendeel: commercie was voor Haring een manier om uit de ivoren toren van de kunst af te dalen. Het maakte de kunst laagdrempelig, toegankelijk en gaf hem een unieke kans, met zijn publiek te communiceren en bij te dragen aan cultuur en samenleving. (Het leverde overigens ook het geld op, waarmee zijn Foundation aan de slag kon gaan.)

Haring was een voorbeeld van de ‘geëngageerde kunstenaar’ bij uitstek. Hij wilde echter niet via de kunst een boodschap uitdragen. Zijn doel was, om mensen te provoceren, aan het denken te zetten en innerlijk te bevrijden. Daarbij ging hij confronterende en choquerende beelden niet uit de weg. Ondanks zijn ogenschijnlijk vriendelijk-kinderlijke stijl, was hij een typische vertegenwoordiger van de jaren tachtig, die in het teken stonden van somberheid en verbeten strijd. De Koude Oorlog was in haar ijzige nadagen; in Zuid-Afrika spitsten zich de tegenstellingen toe en overal ter wereld werden mensen geconfronteerd met een onbekende, huiveringwekkende infectieziekte: aids. Deze en andere onderwerpen staan dan ook centraal in Harings oeuvre.

Met onuitputtelijke energie schilderde, tekende en ontwierp hij. In opdracht of ongevraagd vulde hij de openbare ruimte met zijn monumentale of bescheiden afbeeldingen: in metrotunnels, op gebouwen, op straat. Hij maakte manshoge en wand vullende schilderingen, die qua ambitie stonden in de traditie van de frescoschilders en qua stijl in die van de stripverhalen. Er wordt op gevreeën en gevochten, geleden en gestreden. Onderdrukking, verzet en triomf worden verteld in een krachtige beeldtaal, die soms associaties met Picasso’s Guernica oproept.

Religieuze symbolen

Ook religieuze symbolen, het kruis voorop, zijn aan te treffen op Harings even barokke als popart-achtige schilderijen en tekeningen. Veelal zijn deze symbolen nogal dubbelzinnig van aard, of ronduit kwaadaardig: het kruis is vaak het wapen, waarmee de onderdrukker zijn slachtoffers eronder houdt, of het nu gaat om Apartheid en segregatie of om de ontkenning en miskenning van homoseksualiteit in de kerken. Haring had in eerste instantie geen warme band met de religie, al had hij een typisch Amerikaanse christelijke opvoeding. Met zijn religieuze motieven leek hij vooral een satirische of provocerende bedoeling te hebben, net zoals zijn vriendin Madonna.

Toch leek het religieuze bloed te kruipen, waar het niet gaan kon. Haring zelf leefde in een milieu waar het HIV-virus om zich heen greep. Hij zag zijn vrienden bij bosjes sterven en raakte uiteindelijk zelf geïnfecteerd. Hij zag de dood in de ogen. Het was in deze tijd dat hij als een nieuwe Jeroen Bosch zijn eigen Apocalypse maakte en de voorbereidingen trof voor een altaardrieluik, dat zou worden gegoten in brons en dat een lof van de tederheid is – en als zodanig een getuigenis van hoop op een verzoende wereld.

Haring stierf in 1990 aan de gevolgen van zijn ziekte. Zijn kunst is nog steeds springlevend en in de ontwrichte wereldsamenleving van 2020 actueler doen ooit: als provocatie en als troost.

 

 

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.