Er zijn nogal wat kritische kanttekeningen te plaatsen bij het recente voorstel van het kabinet om, parallel aan de euthanasiewet, hulp bij zelfdoding in bepaalde gevallen wettelijk mogelijk te maken. Van christelijke zijde gebeurt dat ook volop. Marinus van den Berg - pastor, priester - kiest in zijn nadenken hierover allereerst de persoonlijke invalshoek: het perspectief van de ouderen in kwestie. Ook gaat hij de verwarrende gevoelens omtrent dood niet uit de weg. “Ik luister, kijk en leer om het persoonlijke niet te veralgemeniseren. Het persoonlijke laat zich niet in wetten vangen.”

Door Marinus van den Berg

Het is gemakkelijker over kunstgras te praten dan over de dood. Niet dood in de zin van dood gaan we allemaal, maar als iemand je vertelt: “mijn leven is vol er kan niet meer bij.” Niet dat het leven voltooid is, maar er kan niet meer in de beker van eenzaamheid, gemis en verdriet. Dat die beker vol is en de dood je liever wordt dan het leven is niet gemakkelijk te begrijpen. Zeker niet als je nog volop levenszin ervaart, zoals ik die volgend jaar zeventig word. Je moet de innerlijke ruimte en bereidheid hebben om je open te stellen voor de ander die op reis wil dit leven uit.

Bittere poeders

Op reis is niet mijn woord maar het woord van de man die mij heeft gevraagd om zijn uitvaart te leiden na zijn dood. Dat zal geen natuurlijke dood zijn maar een zelfgekozen dood. Het zal een dood zijn met bittere poeders. Hij heeft met een uitvaartonderneemster gesproken, hij heeft de avond van zijn heengaan en de dag van de uitvaart vastgelegd. Hij heeft naaste familieleden, kinderen zijn er niet, maar wel een oudste zus, dierbare neven, een schoonzus en een zwager geïnformeerd. Niet kil en koud maar met hen meerdere malen gesproken. Hij heeft hen voorbereid zodat ze niet overvallen worden. Hij wil waardig heengaan en niet afhankelijk zittend in poepluiers, zoals hij dat ziet bij enkelen die hij bezoekt.

Hij was en is een man met en van stijl. Een zorgvuldig modern ingericht appartement met uitzicht op de Rotte waar roeiers passeren met de rug naar wat komt. Bij zijn uitvaart zullen er mensen zijn met voorweten en mensen die overvallen zijn. Er zal ook openheid zijn om geruchten en speculaties te voorkomen. Geen geheimzinnigheid en valse praatjes. Ik heb daar met hem over gesproken. Al enkele jaren geleden vroeg hij om de ziekenzalving, een biechtgesprek en om het leiden van zijn uitvaart. Dat was enkele weken voor een zeer riskante hartoperatie. Hij kwam samen met zijn vrouw.

Sprong

Zijn vrouw is er niet meer. Zij kon niet leven met de gedachte alleen achter te blijven. Ze kon niet leven zonder hem. Ze sprong. Dat is meer dan een jaar geleden. Ze waren zeer gehecht, reisden wereldwijd, maar nu kon hij geen dagtocht, geen wandeling langs de Rotte maken zonder haar te missen. Het gemis steekt als een scherp mes in zijn ziel. Het snijden verbond hem met zijn lief. Hij kon zich niet meer verbinden met dit leven.

Niet dat hij het niet geprobeerd heeft. Dat hij zo leed was niet zomaar zichtbaar. Hij was een mens, een machoman, op wie je je kunt verkijken. Dat merkte ik ook zelf. Was hij niet manisch-depressief? Een man met zeer veel nood aan aanraken en aangeraakt worden. Tegelijk ervaarde ik hem als weloverwogen, vrij en wilsbekwaam.

Hij wilde geen psycholoog of psychiater en had die iets kunnen toevoegen? Zijn huisarts zei in het kader van de wet niets voor hem te kunnen doen. De NVVE bevestigde dat. Hij bungelde tussen zijn verdriet en zijn wens. Hij vond de weg om in huis te halen wat nodig was. Hij las Chabot. De Uitweg. Hij voelde zich daardoor gesteund. Hij vroeg me niet om instemming, maar om een dienst: een waardige uitvaart. Dat was nu ruim twee weken geleden, de tijd van de brief van het kabinet en de storm aan de variërende reacties.

Op de ochtend dat ik weer afsprak met hem bij Engels in Rotterdam was de ochtend van de rouwadvertentie van een markante voormalige CDA-politicus die samen met zijn markante vrouw, levensbedreigend ziek, hadden besloten om geen verdere aftakeling, ontluistering en afhankelijkheid af te wachten. Het ging hier niet om euthanasie, zoals het AD berichtte, maar om weloverwogen eigen levensbeëindiging. Alhoewel hier ook onwenselijke onduidelijkheid over is. Het ging om hun dood. Niet van anderen. We spraken over deze rouwadvertentie. Hij zei dat het een sneeuwbal was die zou doorrollen. Hij sprak over een inburgering van deze dood.

Verwarring

In een eerste reactie schreef ik over verwarring, over de weg van voorbeeldig gedragen lijden naar de weg die in lijden geen enkel waarde ziet. Pijn is een tiran en moet verlicht worden. Pijn en lijden zijn niet gelijk. Lijdenden vragen om solidair meetrekken, mee uithouden. Lijdenden zijn geen groep. Lijden is altijd ook persoonlijk.

Dat persoonlijke ervaar ik vandaag ook in een hospice waar ik te gast mag zijn bij een workshop waterschilderen met twee gasten, geleid door een vrijwilliger-kunstenaar. De gasten hebben elkaar hier leren kennen. Zij horen tot de weinigen die nog uit bed en van hun kamer komen. Een van hen noemt haar rolstoel haar automobiel. Kunnen trippelen is een vorm van vrijheid. “Het is mijn dag niet”, zegt een van hen. “Het is hier saaistil. Je bent hier opgesloten. Je gaat hier weg in een kist.” We hebben uitzicht op een dijkje met schapen, koeien en honden die worden uitgelaten. “Een hond die pist ga ik niet vastleggen voor de eeuwigheid”, zegt een van de twee die zich oud-belegen noemt.

Rebels

Ze zeggen dat ze hun dag niet hebben. Stilte heelt niet maar schrijnt hun open wond. De toch nog onverwachte komst van een pleegzoon doet haar ogen stralen. Ze spreken een Glühwein af. Met de vrouw die ze hier leerde kennen. Ze hebben steun aan elkaar. “Voor mezelf wil ik wel ineens dood, maar nu kan ik wel afscheid nemen”, zegt een van hen die rode verf wil. Ze is in de gemoedsstand van een rebel. Rebels tegen saaiheid, afhankelijkheid en verveling. “Weer een nietsdag.” Niets van leren omgaan met afhankelijkheid waarover de piepjonge theoloog des vaderlands schreef.

Inluisteren

Veel wordt anders als een mens je aankijkt. Als een mens zijn verhaal vertelt. Je kunt gaan praten over kunstgras of je kunt ‘inluisteren’. Stierf Jezus aan het kruis waardig…? Nee en ja, ja en nee… Het was ook afschuwelijk verbijsterend. Voorbeeldig of een protest? Ik ben in verwarring. Denk na en praat over het eindigende leven. Er is ook waardigheid in afhankelijkheid.

Ik zag die dag in het hospice een lange kale boom van takken ontdaan. Ik zag een reiger glurend alleen. “Ik zou vrij en gelukkig willen zijn als een vogel”, zei een van de twee gasten. Ik schilderde met waterverf de levenslange boom met die reiger-reiziger op die kale top. Ik schreef een korte tekst. Las haar voor. Ze voelden zich herkend en erkend. Ik zag een glimlach. Ik voelde opluchting, bevrijding en ingehouden verdriet om het ongewenste sterven.

Niet te veralgemeniseren

De dood kwam vandaag in meerdere gestalten op mijn weg, ik weet niet wat goede dood is. Laten we praten, elkaar aankijken en horen wat een waardige en waardevolle weg is. Er zijn meerdere wegen. Ik luister, kijk en leer om het persoonlijke niet te veralgemeniseren. Het persoonlijke laat zich niet in wetten vangen. Het was een verwarrende dag zoals de dood blijft verwarren. Zowel zij die zich gelovig en zij die zich niet gelovig of zoekend noemen. Ik schilderde met waterverf een groene geknotte boom met een blauwe rei/zi –ger als een spionverkenner glurend in de kale top. Over kunstgras praten blijft gemakkelijker dan praten over de dood die niet iedereen maar vooral ook geliefde anderen raakt.

Marinus van den Berg, 25102016.

 

Lees ook:

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.