In de crises van onze tijd spelen economische vraagstukken een grote rol. Maar zijn die vraagstukken wel goed doordacht als je ze enkel beziet vanuit schaarste, groei en consumptiebehoefte? In zijn boek ‘Geld en Goed’ bekijkt Alain Verheij de economie met een spirituele blik. “Hoe kunnen we de wereld echt verrijken?”
Door Vincent Duindam
Veel mensen denken dat de meeste ‘richtlijnen’ in de Bijbel gaan over seksualiteit. Dat is een groot misverstand, gevoed door bepaalde kerkelijke instituties en gezagsdragers. Veel vaker hamert de Bijbel erop dat je mensen niet financieel mag uitbuiten, dat je hen niet van hun vrijheid mag beroven en dat je barmhartig en rechtvaardig moet zijn.
En niet alleen de mensen verdienen in bijbels perspectief recht en rust, hetzelfde geldt voor dieren en voor het land. Een enorm actuele boodschap in een wereld gedomineerd door een 24-uurseconomie, met op veel plaatsen nog altijd vormen van slavernij, een wereld waarin dieren producten zijn en de grond uitgeput raakt.
Deze overwegingen zijn het vertrekpunt van het boek Geld en Goed van theoloog Alain Verheij. Maar zijn boek vervalt niet in gesomber over alles wat er mis gaat. De auteur heeft een hoopvolle boodschap.
Afnemende meeropbrengst
Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw leerde ik op het Sint Bonifatiuscollege in Utrecht dat economie de leer der schaarste is. We spraken over ‘schaarse goederen’. Ik nam dat gewoon aan en maakte mijn sommetjes over de ‘afnemende meeropbrengst’. Meneer van Nunen gaf als voorbeeld: “Je tweede biertje is nog lekkerder dan je eerste, maar bij je achtste biertje verdwijnt dat effect.” Een tijdsbeeld.
Alain Verheij laat in zijn boek zien dat het idee van schaarste en tekort, groei en consumptie nog altijd onze samenleving doordringt. Maar hij geeft ook een alternatief: een andere manier van kijken en leven. Een andere wereldorde.
Hij schets een economie waarin ook rekening gehouden wordt met sociale en ecologische aspecten, waarin aandacht is voor duurzaamheid, gelijkheid en solidariteit in plaats van winstmaximalisatie alleen. Verheij benadrukt dat deze alternatieve economie gebaseerd is op een ander mensbeeld. We moeten stopen met mensen primair als consumenten te zien. We zijn sociale wezens die willen samenwerken en elkaar helpen.
Arbeidsethos
Op dit moment geef ik aan de Universiteit Utrecht het vak sociologie. En daar vertel ik mijn studenten dat volgens grondlegger Max Weber (1864 –1920) het calvinistische arbeidsethos de perfecte voedingsbodem is geweest voor het ontstaan van het kapitalisme: economisch succes gepaard aan soberheid en vlijt werd gezien als resultaat van godsvrucht en als bewijs voor goddelijke goedkeuring. Nu die religieuze bodem onder grote delen van onze westerse samenleving is weggevallen, blijft dit arbeidsethos voortbestaan, als een harnas dat we maar niet uit kunnen trekken.
Leuk, en voor mij een eyeopener, is dat Verheij tegenover dit calvinistische beeld een ander bijbels gezichtspunt naar voren brengt: in de Bijbel is werken geen heilige deugd, maar een straf, die de mensheid kreeg toen zij het paradijs moest verlaten. Het gaf me een opgetogen gevoel: arbeid als straf relativeert voor mij het idee van werk als levensvervulling of doel op zich. De van oudsher katholieke Fransen demonstreren dezer dagen voor behoud van de pensioengerechtigde leeftijd bij 64 jaar. ‘We leven niet om te werken’, zeggen ze. ‘We werken om te leven.’ En: ‘genoeg is genoeg’.
Mijn eigen onderzoek naar zorgende vaders, mannen die meer dan gemiddeld in hun gezin doen, wees overigens ook uit dat zij een minder rigide arbeidsethos hebben.
Wat we nodig hebben om vreugdevoller en rechtvaardiger te leven is, ‘onthaasting’ en ‘ontschaarsing’, zo houdt Verheij ons voor. En hij houdt daartoe een inspirerend pleidooi, dat hij toespitst op onze omgang met geld .
Geld hoort niet de belangrijkste waarde te zijn in ons leven. We zouden juist nadrukkelijker geld in dienst moeten stellen van onze waarden, bijvoorbeeld door bewustere keuzes te maken in waar we geld aan uitgeven.
Veertigdagentijd
Verheij heeft het boek geschreven in de veertigdagenperiode, tijdens de laatste coronalockdown. En wij zouden het ook heel goed in de komende veertigdagentijd kunnen lezen. Verheij laat buitengewoon overtuigend zien hoe revolutionair zowel Mozes als Jezus zijn. Prachtige citaten uit de bijbel, hele mooie, relevante passages – die hij bovendien goed uitlegt.
Bij elk van de zeven hoofdstukken waarin het boek is onderverdeeld, is een regel uit het Onze Vader gezet. Dat werkt goed. Je zou ze ook heel goed als motto kunnen gebruiken in de weken van de veertigdagentijd. Je zou in die periode elke week een hoofdstukje kunnen lezen om je te laten inspireren: wat koop ik, wat eet ik, hoe reis ik, welke kleding draag ik? Maar ook, en minstens even belangrijk: ben ik nog in contact met mijn vreugde, mijn inspiratie? Het boek leent zich er ook heel goed voor om met een leesgroep, bijvoorbeeld in de parochie/gemeente, te bespreken.
Diepe vreugde
Verheij is zoals gezegd niet van het pessimisme of de donderpreek: “Hoop is wat we nodig hebben.”
Niettemin: Het gaat niet goed met de wereld. Het lijkt alsof we onoverkomelijke problemen hebben. De aarde staat zwaar onder druk. Er is oorlog. En de ongelijkheid neemt groteske vormen aan. Wat kunnen wij, ‘gewone mensen’ daar ooit aan veranderen? Het lijkt onbegonnen werk.
Toch is er ooit in de geschiedenis een klein groepje mensen geweest, in een uithoek van het Romeinse rijk, dat samen ‘iets anders’ is begonnen. Geloof, hoop en liefde waren het uitgangspunt. En daarmee gepaard: diepe vreugde. Zij waren als het gist, als het zout, als een mosterdzaadje.
Vanuit dit perspectief heeft Alain Verheij zijn boek geschreven. Hij baseert zich hierbij, zoals gezegd, op de Bijbel, in het bijzonder op Mozes en Jezus. Als lezer word je opnieuw getroffen door het revolutionaire van hun boodschap, ook nu nog. Zijn tekst doet denken aan de profeet Jesaja: eerst wordt uitvoerig geschetst hoe en waarom we een foute weg zijn ingeslagen. Daarna wordt beschreven hoe het anders kan en wordt er een visioen van ‘het beloofde land’ geschetst.
Thema’s die aan bod komen zijn onder meer het belang van rust voor mens, dier en aarde. De sabbat, het jubeljaar, elkaar rechtvaardig behandelen, vergeving van schulden, en rijkdom: er is genoeg voor iedereen.
Net als voor Mozes zijn die thema’s voor Jezus “een diep spirituele aangelegenheid”, schrijft Verheij: “Jij moet jouw schuldenaars mild behandelen, omdat je zelf ook voor alles wat jou lief is dank verschuldigd bent aan God. Die eist ook niet gierig een compensatie van ons voor elke zonsopgang, elke zuurstofinhalatie, elk nieuw leven.”
En uit Jesaja citerend, waar God spreekt: “Hierheen! Hier is water, voor ieder die dorst heeft. Kom, ook al heb je geen geld. Koop hier je voedsel en eet. Kom, koop voedsel zonder geld, koop wijn en melk zonder betaling. Waarom geld betalen voor iets dat geen brood is, je loon besteden aan iets wat niet verzadigen kan? … Leen Mij je oor en kom bij Mij, luister en je zult leven.” (Jes. 55, 1-3)
Verkiezingen
Je kunt de Bijbel op heel veel manieren lezen. Soms wordt Jezus als zenmeester neergezet, dan weer als politiek activist. Komende periode wacht ons niet alleen de veertigdagentijd, maar ook de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Je zou bij wijze van gedachtenexperiment eens een aantal quotes van Mozes en Jezus als stemwijzer kunnen lezen. Heel veel partijen vallen dan direct af, sowieso alles dat ruikt naar neoliberalisme. Wat mij betreft houd je dan eigenlijk alleen GroenLinks, SP en de Partij voor de Dieren over. Natuurlijk is dat betwistbaar en ik weet ook niet of Alain Verheij mijn mening zou delen, maar ik meen wat ik zeg.
Systeem
Het boek raakt aan diepe vragen, en ook al geef je misschien soms andere antwoorden dan de auteur, het is goed dat hij zijn antwoorden aanreikt.
Af en toe vind ik Verheij net iets te vriendelijk voor ‘het systeem’. Zo zegt hij: ‘in de laatste paar decennia is het ons gelukt om honger, oorlog en zieke in te dammen”. Dit lijkt me niet realistisch. Ook al schreef hij zijn boek vóór Poetin zijn oorlog begon, het is net iets te veel met de blik op het rijke Westen gericht. Of: “We zijn in onze neoliberale samenleving gewend dat mensen zichzelf moeten bewijzen. Hoe harder je werkt, hoe meer je verdient.” Was dat maar waar. Bankiers krijgen te veel, onderwijzers te weinig.
De toon van het boek is licht, dat is fijn, maar hier en daar is hij net wat losjes in zijn analyse. Grillen van rijke mensen, of pech hebben in het leven, lijken dan bepalender dan het bestaan van onrechtvaardig systemen. Al maakt hij dat vooral in het laatste hoofdstuk weer goed.
Spiritualiteit
Wat Verheij naar mijn idee heel goed ziet, is het belang van spiritualiteit boven wetenschap, politiek en markt. Er moet in ons hart, in ons centrum, in ons bewustzijn iets veranderen: vreugde in plaats van hebzucht, gemakzucht, passiviteit, concurrentie en piekeren (blz. 160). Als het bewustzijn verandert, dan weerspiegelt zich dat in de wereld om ons heen. Dan kunnen politiek, wetenschap en markt zich voegen.
De reis naar het beloofde land is immers in eerste instantie een innerlijk werk, als je bijvoorbeeld de Bergrede van binnenuit zou leven, hoef je niet te gaan puzzelen en analyseren, maar vloeit wat je doet voort uit vreugde.
We zouden daarin verder kunnen gaan dan we nu doen. We kunnen in gesprek gaan met de ‘rijke jongeling’ in onszelf. Hem of haar vriendelijk aankijken. En uitnodigen om ook de volgende stap te zetten.
Alain Verheij, Geld en go€d. Hoe we de wereld echt kunnen verrijken, uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam, 2022, 192 blz., € 21,99.