Paulien van Bohemen is geestelijk verzorger in een verpleeghuis. Ze tekent scènes op uit het dagelijks leven aldaar. "Iemand heeft me erin geluisd. Weggestopt, zonder enige vorm van proces."

Door Paulien van Bohemen

“Wil je wat drinken? Je zult het wel zelf moeten halen. O, en als je toch loopt, doe mij maar een koffie. Twee suiker.” Hij zit aan tafel in de huiskamer op de afdeling.

“Ah, lekker. Dat is werkelijk het enige wat hier deugt, de koffie. Maar kon er geen koekje vanaf?” Gepikeerd roert hij in het kopje. Voor hem ligt een opengeslagen kamerplantenencyclopedie. Hij bladert er doorheen. “Dit boek is niet van mij, hoor. Ik vond het hier in de kast.

“Hoe al die planten heten, kan me geen mallemoer schelen. Maar ik dacht: met een dik boek voor mijn neus zien ze eindelijk hoe intelligent ik ben. Krijgen ze ineens door, dat ze me nooit hadden mogen opsluiten. Zeggen ze met z’n allen sorry en zetten ze de deur wagenwijd open.” Hij knikt tevreden.

Maar meteen daarna een boze blik.

“Iemand heeft me erin geluisd. Weggestopt, zonder enige vorm van proces. Ik heb levenslang. Het is ongehoord in een beschaafd land als Nederland.” Driftig roert hij in zijn kopje.

“Wacht maar. Als ik hier uitkom, dan stap ik naar de krant en de tv.” Hij balt zijn handen tot vuisten. “En ik ga naar de koningin! Als ik Beatrix achter me heb staan,” roept hij met overslaande stem, “dan krijgen ze hier allemaal hun ontslag!”

In de deuropening verschijnt een jonge verzorgende. Hij zit met zijn rug naar haar toe. ‘Alles goed hier?’ gebaart ze. Grommend drinkt hij het laatste restje koffie. De vrouw vertrekt weer.

“Ik moet rustig blijven. Straks merken ze dat ik boos ben en schrijven ze dat in mijn dossier. Dan worden er zó weer jaren bijgeplakt. Nee, ik moet het anders aanpakken, maar hoe?” Hij trommelt met zijn vingers op tafel, werpt een blik op de encyclopedie. Er verschijnt een grijns op zijn gezicht:

“Ik heb een idee. En jij gaat me helpen.”

Hij schuift de encyclopedie naar voren. “Hier, pak aan. Geef me eens een flinke klap op mijn hoofd.” Hij gaat rechtop zitten, sluit zijn ogen en zet zich schrap: “Kom, meid, toe maar! Eén flinke mep en je zult zien: alles valt weer op zijn plek in mijn kop. Laten ze me eindelijk vrij.”

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.