Heb jij als kind je lichaam ‘ontvriend’? Dan is het nu tijd om het goed te maken. Dat is de kern van het nieuwste boek van Lisette Thooft: 'Vrienden worden met je lijf'. Het is een boek met een optimistische boodschap, oordeelt recensent Vincent Duindam, want: "wat zich heeft vastgezet in je lichaam, hoeft niet voor altijd vast te blijven zitten."
Door Vincent Duindam
Met de beste bedoelingen doen ouders, doen wij, soms onhandige dingen. Op mijn koor was een zanger die sinds zijn jeugd met een fluitend oor rondliep. Zijn vader had het nodig gevonden hem af en toe een enorme draai om zijn oren te geven. Ik ken ook iemand die op het geboortekaartje van zijn dochter de tekst had laten afdrukken: “Welkom de ruimte die jij nemen zult”. Als kind droomde hij nogal eens dat hij een walvis in het pierenbad was. Zijn moeder had niet veel ruimte voor hem.
En zo lopen veel van ons rond met op elkaar geklemde kaken, opgetrokken schouders en knieën op slot. Of met een aangespannen bekkenbodemspier, of met hyperventilatie.
Ouders doen wat ze kunnen, maar soms zitten zij, en wij, gevangen in oude patronen die al generaties lang doorgeven worden. Deze kunnen te maken hebben met traumatische gebeurtenissen, verstoorde relaties, etc. Wat je als kind niet kon of mocht ervaren (angst, boosheid) heb je weggestopt. Dat is vast komen te zitten in je lichaam. Er zijn donkere plekken in je lichaam, plekken waar je niet (meer) voelt, waar je je uit teruggetrokken hebt.
Eigenlijk hebben we onze meest trouwe metgezel, ons lijf, laten zitten. We zijn onszelf voorbijgelopen. In de taal van de social media. We hebben (delen van) ons lichaam “ontvriend”.
Relatie met je lichaam
Het heeft geen zin ouders de schuld van dat alles te geven. Wat wel zin heeft, is om een nieuwe relatie met je lichaam aan te durven. En het nieuwe boek van Lisette Thooft, Vrienden worden met je lijf, is een warm pleidooi om dit avontuur aan te gaan. Het is een aanstekelijk en sprankelend verhaal. Met een optimistische boodschap: wat zich heeft vastgezet in je lichaam, hoeft niet voor altijd vast te blijven zitten. Je lichaam is de koninklijke weg naar binnen, naar bevrijding en naar autonomie. Het is je grote hulp die ‘jouw kruis draagt’, maar dat moet je nu zelf oppakken en transparant maken.
Als kind was er vaak geen andere route dan die je genomen hebt. Je kon je niet op een andere manier uiten dan de pijn, het verdriet in je lijf opnemen en meedragen. Zelf ben je het meestal vergeten, maar je spiergeheugen heeft het wel onthouden. Dus waar het vast zit, waar je last hebt, zit nu de opening naar ruimer en vrijer leven.
Nu je volwassen bent, kunt je je hart wijd open zeten. En álles voelen, wat vroeger te gevaarlijk was. Dat kan oncomfortabel en erg ongemakkelijk zijn. Maar het is de doorgang. Je hart kan het altijd aan.
Honderd procent aandacht
Hoe doe je dat? Je gaat met honderd procent aandacht naar de plek waar je je nu op richt. En volkomen aandacht betekent automatisch acceptatie van wat is. Als je zonder gedachte, zonder oordelen of labels ál je aandacht richt op een plek in je lichaam, aanvaard je juist door dat te doen wat je op dat moment voelt.
Emotionele pantsers kunnen dan van je af vallen. En dat werkt helend. Een eyeopener voor mij was ook: niet 'loslaten', maar 'toelaten', dan komt de transformatie. Zo vaak heb ik tegen mezelf gezegd, of anderen zeiden, ‘je mag dit nu loslaten’. Waarom werkt dat meestal niet? Omdat je het eerst helemaal moet toelaten.
In haar boek gaat Thooft met vriendelijke aandacht belangrijke lichaamsdelen en lichaamsfuncties langs: je rug, je nek, je buik, geslachtsorganen, benen, etc. Op vaste momenten krijgen we ook praktische oefeningen aangereikt. En voorbeelden uit haar eigen praktijk als rebalancer. Ook het hoofdstuk over ademen was voor mij erg behulpzaam: zo vaak happen we veel te veel naar adem. Hoe kunnen we subtieler en lichter ademen?
Toe-eigenen
Op deze manier kun je je lichaam waar je van vervreemd was eigenlijk weer toe-eigenen. En wat je vroeger niet gekregen hebt, kun je jezelf alsnog geven. Je kunt jezelf laten masseren, je kunt jezelf ook liefdevol aanraken. Hier krijg je concrete aanwijzingen voor. En vooral breng het licht van je bewustzijn in je lichaam. Dat geeft je de kracht helemaal te doorvoelen wat zich aan je toont. Het verbetert ook je immuunsysteem. En je levensvreugde, een gevoel van fysiek welbehagen ook.
Op die manier kan wantrouwen en wanhoop transformeren tot vertrouwen en hoop. Je hoeft jezelf niet langer te verdoven.
Gegrondvest in het leven
Je lichaam op deze manier hervinden aardt en grondvest je in het leven. Dat maakt je ook beter bestand tegen de verleidingen en valkuilen van onze tijd: de culturele beelden die vrouwen en mannen voorgespiegeld krijgen: strakke, slanke, gespierde, onthaarde, jonge lijven. Je vlucht ook minder snel je hoofd in, je smartphone in, internet op. Los van anderen - in je eigen bubbel.
Sterker nog: het bewustzijn dat een andere omgang met ons lichaam inspireert en mogelijk maakt, kan ook veranderen hoe we met de natuur, de aarde omgaan. Niet langer instrumenteel, als robots, gefascineerd door controle en beheersing. Maar in contact met elkaar en afgestemd op onze natuurlijke omgeving.
---------------------------------
Lisette Thooft, Vrienden worden met je lijf. Lichaamsbewustzijn als levensbelang, Ten Have, 176 blz., € 20,99.