Tijdens een wandeling door Berlijn bezoekt Eric Corisus de 'Neue Wache', de 'centrale gedenkplaats voor de offers van oorlog en tirannie' van Duitsland. Daar ontwaart hij in het schemerdonker een piëta van Käthe Kollwitz. "In zijn geruisloze ingekeerdheid zette het werk voor mij kracht bij aan de wanhopige demonstraties voor menselijkheid, even verderop bij de Russische ambassade en bij de Brandburger Tor."

Door Eric Corsius

Ik was in Berlijn. De 'Duitse' Vermeers waren op dat moment in Amsterdam. De Gemäldegalerie heeft zijn twee doeken van de Delftse schilder namelijk uitgeleend aan het Amsterdamse Rijksmuseum, voor de spraakmakende blockbuster-tentoonstelling aldaar. Gelukkig heeft de Gemäldegalerie meer te bieden. Daarom loonde een bezoek zich zonder meer – maar ook omdat het me een oase van rust bood, nadat ik de drukte was ontvlucht van een naburige kunsttempel die beter was in marketing.  Zoals het hoort bij een museum, is de Galerie een toonbeeld van statische kalmte, waarin de bezoeker zich kan concentreren op datgene, waarom het gaat in een museum: de kunst, en waarin men zich niet voelt opgejaagd door de drift om alle hypes en events in zijn bucketlist af te vinken.

Eén van de vele pareltjes in de verzameling is een laatgotisch paneel van Bernhard Strigel (1460-1528). Hierop wordt het afscheid van Maria van haar zoon afgebeeld. Het is een scène uit het passieverhaal of de kruisweg, die Strigel heeft gereduceerd tot de kern: de even hartverscheurend als ingetogen weergegeven smart van Maria in haar laatste omhelzing van haar zich blijkbaar kranig houdende zoon. De dramatiek van het onderwerp contrasteert sterk met de uitgebalanceerde compositie. De verticale lijn overheerst en het kleurenpalet is sober. Het vlak is verdeeld over drie scenes, die zich op verschillende dieptelagen afspelen. De drie scenes staan op een subtiele manier met elkaar in ritmisch verband. Zoals Maria op de voorgrond staat, ten koste van haar zoon, zo staan haar drie metgezellinnen op het tweede plan en daarmee vóór de drie metgezellen van Jezus op het derde plan. In hun opstelling en kleding weerspiegelen de twee drietallen elkaar. Het resultaat van deze beeldopbouw is een serene rust, die niet statisch is.

Gedenkplaats

Het schilderij van Strigel ging nog door mijn hoofd, toen ik een eindje verder over Unter den Linden liep en het merkwaardige Forum Fridericianum betrad, waar inmiddels vrijwel het gehele koninklijke gebouwencomplex uit de achttiende eeuw is gerestaureerd. Het is een soort vaderlandslievend Phantasialand, dat bij herhaling goed is voor tal van discussies over de Duitse geschiedenis en de omgang ermee, over culturele toe-eigening en roofkunst, over geoorloofde trots en schaamte etc.

Deel van dit complex is de Neue Wache, momenteel de 'centrale gedenkplaats voor de offers van oorlog en tirannie' van Duitsland. In de loop van de geschiedenis is dit monument ge-instrumentaliseerd door de opeenvolgende politieke machthebbers en usurpatoren. Tot 1989 was de wisseling van de wacht op deze plek - een proletarisch alternatief voor die bij Buckingham Palace - één van de Oost-Berlijnse trekpleisters. Na de eenwording kreeg het monument zijn huidige status en vormgeving – overigens niet zonder de blijkbaar onvermijdelijke controverses.

Toen ik de Neue Wache betrad, daarbij de historische geladenheid van deze plaats kennende en geïmponeerd door de classicistische architectuur en de omgeving, onderging ik een contrastervaring. De stille, lege, schemerdonkere ruimte bezorgde me een lichte duizeling. In het midden van deze leegte zag ik de piëta van Käthe Kollwitz (1938). Pas geleidelijk, naarmate mijn ogen wenden aan het schemerdonker, onderscheidde ik in de ondoordringbare brons-massa de contouren van de ineengedoken vrouw, die haar gestorven zoon omarmt. Het tafereel is een zittend pendant van het staande tafereel van Strigel, maar even wanhopig-protesterend. In zijn geruisloze ingekeerdheid zette het werk voor mij kracht bij aan de wanhopige demonstraties voor menselijkheid, even verderop bij de Russische ambassade en bij de Brandburger Tor.

Schaamteloosheid

De Neue Wache in zijn huidige vorm is (samen met de vele andere gedenkplaatsen in Berlijn) een litteken van stilte in de luide en rommelige stad - een litteken van stilte dat niet kan worden verhuld en overstemd door de exhibitionistisch-kapitalistische schreeuw, waartoe de nabijgelegen Potsdamer Platz helaas is verworden. Wat ooit het kloppend hart en symbool was van een kosmopolitische stad, is nu een icoon van economische blufpoker. Ook schaamteloosheid zet echter aan het denken.

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.