Zoals er na verkiezingen altijd mensen zijn die direct pretenderen te weten wat de kiezer heeft gezegd, zo denken velen nu te weten wat het coronavirus ons te zeggen heeft. Maar is dit niet juist een aanwijzing dat we liefst zo snel mogelijk overgaan tot de orde van de dag? Erik Borgman zoekt in plaats daarvan naar een leven dat een vorm van luisteren is. Een conversatie als manier om samen te leven, met allen en met alles.

Door Erik Borgman

Wat het coronavirus te zeggen heeft

Het lijken wel verkiezingen. Dan zijn er ook altijd mensen die direct als de exit polls bekend worden, al precies weten wat de boodschap van de kiezer is. Alsof ze er een speciaal lijntje mee hebben. Ook over de coronacrisis hoor en zie ik teksten, die suggereren dat de laatste conference call niet met collega’s of studenten was, maar met gekroonde virus zelf. Dat dan blijkbaar heeft meegedeeld wat de reden en de zin is van zijn bestaan.

Zelf heb ik juist het gevoel dat ik helemaal niet weet wat deze pandemie ons te zeggen heeft. Maar ik denk dat het ons in ieder geval zegt dat niets ooit maar één ding te zeggen heeft. Dat het niet aangaat om te denken: dit begrijpen we nu wel, op naar het volgende. Zo eenduidig is het ook niet. Covid-19 bedreigt onze economie en het beperkt de CO2 uitstoot. Het dringt sommigen van ons een stilteretraite op en maakt voor anderen het huis tot een heksenketel. Het zorgt zowel voor een nieuw respect voor hulpverleners als voor een nieuwe manier om ze te bedreigen: ze bespuwen en roepen dat je ‘corona’ hebt.

Dat het coronavirus iets te zeggen heeft

Maar de echte revolutie is dat we geloven dat het coronavirus ons iets te zeggen heeft. Dat we er niet alleen op uit zouden moeten zijn de uitbraak van Covid-19 te bestrijden, maar dat deze een boodschap is. Dat is al vaker beweert en niet door de minsten. De Franse filosoof Bruno Latour, die ik bewonder, pleit voor een ‘parlement van de dingen’. Hij meent dat de democratie niet beperkt zou moeten blijven tot mensen, maar ook dieren, planten en dingen zou moeten omvatten. Maar om nu te zeggen dat zijn boodschap erg serieus is genomen.

We moeten volgens Latour weer gaan luisteren naar wat we doorgaans tot deel van ‘de natuur’ verklaren. We zien 'de natuur' als een voorwaarde voor ons bestaan en als materiaal om het bestaan nader mee vorm te geven, maar het heeft geen eigen waarde. We beschouwen haar niet als omwille van zichzelf van belang. We menen daarom niet te hoeven achterhalen wat zij ons te zeggen heeft, zij wordt geacht te doen wat wij zeggen. Dat weigert het coronavirus vooralsnog te doen en zie, ineens wordt de vraag gesteld wat het te zeggen heeft.

Gemeenschappelijke taal

Er is bereidheid tot luisteren, maar niet te lang. Vandaar die haast om te weten wat het virus ons te zeggen heeft, dan kunnen we verder. Maar stel dat het ons vooral zegt wat velen nu ook ervaren: dat alles met elkaar verbonden is en alle leven vanwege deze verbondenheid precair is. Dan is de boodschap vooral dat we in gesprek moeten gaan en blijven en wordt het tijd zowel onze luister- als onze spreekvaardigheid te vergroten. Tijd om te zoeken naar een gemeenschappelijke taal en te investeren in ons vermogen die te hanteren. Tijd om in gesprek te gaan in plaats van te willen bevelen. Maar zover lijken we nog lang niet.

Wij proberen vooralsnog het virus vooral te bestrijden. Het de baas te worden, zeggen we letterlijk. Dat lijkt logisch, maar het is de vraag of we ons ook hier niet iets gelegen moeten laten liggen aan een oud principe: haat de zonde, maar niet de zondaar. Dat er mensen ziek worden van het coronavirus moet worden vermeden en als zij ziek zijn, moet de ziekte worden bestreden en hun sterven worden voorkomen. Maar is dat alles wat er te zeggen valt? Moeten wij ons voortdurend in virtuele loopgraven verschansen – vandaag tegen het coronavirus, morgen tegen een andere, nieuwe bedreiging – of kunnen we op een nieuwe manier leren samenleven?

Esse est bonum esse, is een oud uitgangspunt dat mij dierbaar is. Wat is, is goed. Heeft het coronavirus zijn goede kanten die het zou moeten ontwikkelen? Of moeten we ervan zeggen dat het een kwaad is dat niet zou moeten bestaan en dat dus – niet alleen dat kwaad, maar het virus zelf – moet worden uitgeroeid?

Dankzeggen geneest

Ik ben er steeds sterker van overtuigd dat een goed en gelukkig leven een luisterend leven is. Dat eenzaamheid en burn-out, onzekerheid en zinloosheid te maken hebben met ons aangeleerde onvermogen de conversatie te horen die ons hardnekkig uitnodigt eraan deel te nemen. In een conversatie ben je er niet op uit snel te weten wat een ander te zeggen heeft. Dan beschouw je de conversatie als een manier je te informeren en als je de nodige informatie hebt, kan de conversatie stoppen. Maar een waarachtige conversatie is een manier van bestaan. De vooronderstelling ervan is dat je betekenis krijgt doordat iets of iemand betekenis meedeelt. De betekenis die je langs die weg dan ontvangt, geef je terug en zo krijgt de ander en het andere betekenis door jou. ‘Het is al jubel en lofzang’, vat Psalm 65 (vers 14) het resultaat samen.

Het punt is dan dus niet dat alles zo fantastisch is, dat ik niet anders kan dan jubelen en lofzingen. Het gaat erom dat door de lofzang alles goed wordt, verbondenheid vindt, samenleeft niet ten koste van elkaar maar tot steun van elkaar. Onlangs hoorde ik ineens bewust dat in de zogenoemde prefatie - het gebed dat in de rooms-katholieke eucharistieviering de gelovigen toeleidt naar het Heilig, heilig, heilig - gezegd wordt dat de verzamelde gemeenschap God niet alleen prijst om recht te doen aan zijn heerlijkheid, maar evenzeer om zelf ‘heil en genezing te vinden’. Het over en weer geven van betekenis en het zeggen van dank geneest en brengt heil.

Dankzij het coronavirus werd mijn vraag, deze veertigdagentijd: hoe maakt ik dat inzicht tot de grondslag van mijn leven en tot leidraad van mijn gedrag? Want dan doe ik wat gelovig gesproken mijn opdracht is: laten zien dat Gods rijk nabij is en daardoor de nabijheid vergroten. De verrezen Christus gaat zijn leerlingen voor naar Galilea, wordt ons volgende week met Pasen verkondigt. Galilea is waar middenin het leven met God wordt geleefd in de ruimte die Jezus schept.

 

 

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.