In een wereld en tijd waarin de mensheid zo overheersend aanwezig is, dat zij aan haar succes ten onder dreigt te gaan, probeert Paulien van Bohemen een stapje terug te doen en te luisteren naar het geheim der dingen zelf. Wat hebben zij óns te vertellen? Deze keer: het kerkgebouw. "Ik vraag me af wat ze hier te zoeken hebben."

Door Paulien van Bohemen

kerk (de; v(m); meervoud: kerken) gebouw voor christelijke godsdienstoefening

Godsdienstoefening? Oefening? Wat oefenen de mensen onder mijn dak dan? Geen idee. Tenzij geschuif op de banken oefenen is. Of het met alle macht onderdrukken van een gaap tijdens de preek. Of het meezingen met de liederen en het automatisch meebidden van de gebeden. Ik adem de routine in en uit. Een mengeling van wierook, kaarsen en jaren en jaren en jaren...

Och, die kerkgangers. Ik vraag me af wat ze hier te zoeken hebben. In de winter is het koud – al helemaal nu mijn verwarming niet meer aan mag. En nu, in de zomer, hebben ze toch wel wat leukers te doen dan mij binnengaan? Wat vinden ze onder mijn dak, dat er in de wereld niet is? Hier te zijn is tijdverspilling, vergeleken met het leven buiten mijn muren. Dáár is het bestaan een grote oase. Lekker genieten, lekker eten, lekker consumeren, lekker op vakantie. Tussen mijn koude muren krijg je niet veel meer dan een breekbaar stukje brood en een onbarmhartig harde kerkbank. Nee, bij die grote weelde buiten steek ik maar schraal af. De wereld is het paradijs, ik ben een woestijn.

De stumperds, de brokkenpiloten, de twijfelaars, de zoekers; ze komen trouw, haast elke zondag. Is dat misschien die godsdienstoefening: het week in week uit binnengaan? Ach ja, natuurlijk, ik snap ineens dat oefenen! Zij, die dappere kerkgangers, oefenen óók. Geen oefenen zoals in de buitenwereld: jezelf constant moeten verbeteren en uitputten.

Nee, de mensen hier beoefenen het leven. Leven te midden van een rafelig, onaf bestaan. Zij zijn heel goed in het niet-ophouden van de schijn. De schijn van volmaakt gelukkig zijn. Zij durven het christelijk idee van een onvolmaakt, gebrekkig leven onder ogen te komen. Zij hebben het lef kwetsbaar te zijn, zoals Jezus aan het kruis, die hier vooraan hangt.

Mag ik dan bij jullie, broze, beminde gelovigen?
Mag ik dan met mijn dikke muren beschermend om jullie heen blijven staan?

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.