Met de ogen van zijn dochter kijkt René Grotenhuis opnieuw naar checkpoint Qalandia tussen Ramallah en Jeruzalem, naar de stalen draaideur en het prikkeldraad. In Gaza ziet hij de half ingestorte huizen waarin families bivakkeren. Tegelijk valt hem op hoe snel mensen een nieuwe normaliteit scheppen, zelfs in de meest absurde situaties. Aanvaarding is blijkbaar noodzakelijk om te overleven. “Misschien is het daarom vooral aan ons, buitenlanders, om telkens met nieuwe ogen te kijken en het onmenselijke te blijven zien. En het door te vertellen.”
Door René Grotenhuis
Deze week ben ik in Israël en Palestina. Voor het eerst sinds mijn afscheid van Cordaid, 16 maanden geleden, ben ik weer in een 'ver buitenland'. Dit keer samen met mijn dochter. Ze wilde wel eens zien waar haar vader al die jaren mee bezig was geweest en waar ze veel van had gehoord.
Dus kijk ik deze week met nieuwe ogen, haar ogen, naar de werkelijkheid van deze regio. Nadat we door checkpoint Qalandia (tussen Ramallah en Jeruzalem) waren was ze geschokt door die ervaring. Het checkpoint is een grote hal waar de Palestijnen doorheen moeten die naar Jeruzalem willen of moeten voor bezoek, werk of ziekenhuis. Het is een van spaarzame openingen in de muur die de afgelopen jaren is gebouwd. In een smalle gang tussen hekken met daarboven prikkeldraad persen mensen zich naar een stalen draaideur die van tijd tot tijd open en dicht gaat. Als we bij de draaideur zijn, gaat hij net dicht.
Voor ons zien we vrouwen die voor de volgende doorgang staan te wachten, maar onzeker en zoekend om zich heen kijken welke doorgang ze eigenlijk moeten hebben. Moeten ze in de rij blijven staan waar ze staan of is de volgende doorgang open. En intussen worden we door luidsprekers in het Hebreeuws toegesproken (toegeschreeuwd is eigenlijk passender) wat we wel en niet moeten doen.
Ontmenselijkend
En vooral dat laatste schokt haar. Judit ervaart het als zo ontmenselijkend en ze snapt niet dat een volk dat zelf onmenselijk is behandeld nu op haar beurt zo met de Palestijnen omgaat. Als deze mensen niet geleerd hebben van de geschiedenis, hoe kunnen we dan ooit hopen dat we leren van onze geschiedenis.
Inmiddels, als ik dit schrijf, ben ik in Gaza. Ruim een half jaar na de oorlog word ik getroffen door de enorme verwoesting die is aangericht. Ingestorte appartementen en heel veel huizen waar de kogelinslagen in de muren zitten. Her en der in de half ingestorte huizen wonen mensen die blijkbaar nergens anders onderdak hebben kunnen vinden. Mensen hebben op ruïnes hun namen en telefoonnummers geschreven om maar in ieder geval voor de buitenwereld vast te hebben gelegd dat het hun huis, of hun appartement was. En tussen de brokstukken door staan her en der tenten of provisorisch opgetrokken bouwsels waarin mensen wonen en wachten tot er iets van wederopbouw plaatsvindt. Met de blokkade zal dat nog lang kunnen duren vrees ik.
Nieuwe normaliteit
Langs de weg zie ik dat uit het puin van alles wordt gehaald wat weer in de recycling gaat: stenen, betonijzer. Het is onderdeel van een nieuwe normaliteit die overal zichtbaar is. Terwijl, met drieduizend doden en nog meer gewonden, elke familie wel getroffen is en het leed van de oorlog nog niet voorbij is, herneemt het leven zijn gewone gang. De markt met gouden sieraden is in vol bedrijf, het is druk op straat, winkels hebben hun waar uitgestald. ergens wordt een boog opgericht voor een huwelijk.
Het is wat me ook in die tien jaar in Cordaid is opgevallen: de noodzakelijke behoefte van mensen om nieuwe normaliteit te scheppen, zelfs in de meest absurde situaties. In Afghanistan, op Atjeh na de tsunami, in Zuid-Soedan, in Congo. Oorlog, geweld, armoede, rampen, elke keer zie ik hoe mensen met verbazingwekkende snelheid opnieuw zoiets als een normaal leven proberen op te bouwen. Vrouwen zijn daarin meestal de spil: er moet gekookt en gewassen worden, kinderen moeten naar school, er moet gezorgd worden. Misschien is het ook wel zo dat je maar heel kort kunt leven met abnormaliteit, dat je het simpelweg niet uithoudt als je elke dag jezelf realiseert dat je in een absurde situatie zit. En tegelijk zit daarin het dilemma van de aanvaarding: dat je accepteert wat onacceptabel is, dat je gewoon gaat vinden wat ongewoon is.
Nieuwe ogen
Dat is denk ik wat zich afspeelt elke dag bij checkpoint Qalandia: mensen zijn normaal gaan vinden wat abnormaal en onmenselijk is. Het is hun enige manier om te leven met de realiteit. Misschien is het daarom vooral aan ons, buitenlanders, om telkens met nieuwe ogen te kijken en het onmenselijke te blijven zien. En het door te vertellen.