Vandaag gaan we de Tent of Nations bezoeken, een boerderij op een heuvel en vredescentrum in de buurt van Bethlehem. Onze bus brengt ons tot aan de door Israëlische militairen gelegde wegversperring in de vorm van een groot rotsblok. Als onze groep op pad gaat vraag ik onze Palestijnse chauffeur of hij de roadblock niet even weg kan duwen. Hij rijdt langzaam tot aan het rotsblok en stopt dan. Zijn ogen twinkelen.
De familie Nassar
Ons bezoek begint met een versperring. Na een kwartier lopen staan we voor een hek met daarnaast twee grote stenen. Op de ene steen staat: We refuse to be enemies. Op de andere steen staat de eerste zin van psalm 133: Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders (en zusters) samen te wonen. Dat is het visitekaartje van de familie Nassar. Daoud Nassar had ik al twee keer in Nederland ontmoet. Hij is het gezicht naar buiten van de Nassarfamilie. ‘De derde keer ontmoet ik jou op jouw land’, beloofde ik hem destijds. Nu is hij helaas in het buitenland.
Daher, de oudste broer begroet ons en leidt ons rond. “We mogen hier niets bovengronds bouwen. Als we dat toch doen krijgen we een demolition order. Dan moeten we alles met de grond gelijk maken. Die demolition orders worden niet bij ons afgeleverd. Ons land wordt niet erkend. Dus die papieren worden vastgemaakt aan een hek of op het land gegooid. We moeten er steeds weer naar op zoek.” Niet antwoorden op een brief of een aanmaning betekent een hoge boete. Wat een kinderachtige vorm van pesten.
Ondergrondse familiegrot
Omdat er geen aansluiting op water is, wordt het kostbare regenwater opgevangen in grote cisternen (waterputten). Er is ook geen elektriciteit, maar vol trots laat Daher de mobiele zonnepanelen zien, een geschenk van de Duitse Evangelische kerk. De Palestijnse familie Nassar is lid van de Lutherse kerk in Bethlehem en heeft goede relaties met de Lutheranen in Duitsland. Daher brengt ons in de ondergrondse familiegrot. Bij binnenkomst doet hij het licht aan. ‘Kijk, zegt hij, licht!’. Dahers ogen stralen. Ik denk aan het begin van het scheppingsverhaal: ‘God zei: er moet licht komen. En er was licht (Genesis 1: 3)’.
Licht dankzij de zon. Daher vertelt ons in gebroken Engels de geschiedenis van zijn familie. Hoe zijn grootvader Daher in 1916 de heuvel kocht. Hoe de familie sinds dat jaar het land bewerkt. Er zijn wijngaarden, er zijn vele olijfbomen, amandelbomen, vijgenbomen en andere fruitbomen. 75 jaar lang ging dat goed. Tot het jaar 1991. In dat jaar verklaart het Israëlische militair bestuur het hele gebied inclusief het land van de familie Nassar tot staatsland. De familie krijgt 45 dagen om daartegen in beroep te gaan. Dat heeft geleid tot een juridische strijd die tot op de dag van vandaag duurt. De familie heeft eigendomspapieren in tegenstelling tot veel Palestijnse families die niet kunnen bewijzen dat het land van hen is.
De rest van dit artikel is te lezen in de publicatie Mijn onopgeefbare verbondenheid door pastor Bram Grandia. De publicatie is als PDF te downloaden via de webwinkel van Volzin en is geoptimaliseerd voor tablet en desktop computers. De helft van de opbrengsten uit de verkoop wordt overgemaakt naar vredesorganisatie The Tent of Nations, een initiatief van de Palestijns-christelijke familie Nassar dat hiermee nieuwe olijfbomen plant op de plaatsen waar deze vernietigd zijn en waar Grandia vanuit Nederland verbonden mee is.