Ontkenning en verdringing werden hun onfortuinlijke bondgenoten. Tot andere slachtoffers het woord namen en zij zich in hun verhaal herkenden. Het misbruik trok een verscheurend spoor door hun leven, tot op vandaag. Enerzijds houden zij van Jezus en het Evangelie, van het gebed en de liturgie, van de Kerk met haar vele plaatselijke groepen en gemeenschappen. Ze voelen zich geroepen om hun leven blijvend met de Kerk te verbinden, door een religieuze professie of een wijding.
Anderzijds worstelen zij met alle psychologische en relationele kwetsuren die het misbruik heeft veroorzaakt. Hun beeld van Gods nabijheid is danig aangetast. Hoe kunnen zij nog getuigen van een liefhebbende en rechtvaardige God, nadat hun zoveel onrecht is aangedaan? Het klinkt als de klacht van het joodse volk tijdens de Babylonische ballingschap: ‘Aan de stromen van Babel, daar zaten wij neer, daar weenden wij tranen, denkend aan Sion; onze citers hingen al aan de wilgen. (…) Hoe zouden wij hier een lied voor de Heer kunnen zingen, hier in dit vreemde land’ (Psalm 137).
Een van hen is Patrick Goujon. Als kind werd hij misbruikt door een priester. Hij verdrong zijn verhaal en zweeg. Hij onderschatte de impact dat het misbruik later als volwassene op hem zou hebben. Toch bleef Patrick zijn roeping volgen. Hij werd jezuïet, studeerde theologie en werd professor spirituele en dogmatische theologie aan het gerenommeerde Centre Sèvres van de jezuïeten in Parijs.
Hij schreef verschillende boeken en is hoofdredacteur van het tijdschrift Recherches de Science Religieuse. Met zijn goede pen doet hij nu het verhaal van het misbruik dat hij onderging. En van de ontkenning of verdringing die erop volgde. Hij analyseert de mechanismen van perversie en macht die tot het misbruik leidden.
Tegelijk zoekt hij hoe het gekwetste kind in hem zich kan verzoenen met de volwassene en de religieus die hij geworden is. Het misbruik ondermijnt vooral het vermogen om lief te hebben en zich te laten liefhebben. Het wekt de suggestie dat ‘liefhebben’ gelijk staat met ‘zich laten vernietigen’. Ten diepste is misbruik een miskenning of ontkenning van de liefde. Dit is vernietigend voor een mens omdat hij niet zonder liefde kan. Temeer omdat ook het geloof in Gods liefde wordt aangetast. Toch is voorbij misbruik weer geluk mogelijk, schrijft Patrick Goujon in de laatste paragraaf, alleen ‘wist ik niet dat geluk zulk een hoge prijs kan hebben.’
Oprechte dank aan Patrick Goujon voor zijn getuigenis. Het kan slachtoffers van seksueel misbruik helpen in hun zoektocht door het leven en in hun worsteling met het geloof. Geen woord van een buitenstaander, maar van een lotgenoot.