Paulien van Bohemen is geestelijk verzorger in een verpleeghuis. Ze tekent scènes op uit het dagelijks leven aldaar. "Ik lijk wel een monnik, steeds hetzelfde ritme."
Door Paulien van Bohemen
Hij zit met gesloten ogen in zijn fauteuil. Op televisie is een herhaling van een spelprogramma bezig. Het geluid staat zacht.
Het piepen van de deur. Hij schiet overeind. “Jezus, ik schrik me een ongeluk!” Als hij is bekomen van de schrik, zegt hij grinnikend: “Nou ja, nu heb ik in ieder geval iets meegemaakt vandaag.”
Hij spreidt zijn armen. “Welkom in mijn leeg leven, mevrouw pastoor. Ik zou zeggen; zoek een plekje.”
Zijn hand tast naar zijn borstzak. Hij tovert een pakje sigaretten tevoorschijn, pakt er één uit, en steekt hem op. Even later blaast hij rook in een rechte streep naar het plafond. “Jammer, dat ik me niet dood ben geschrokken daarnet. Dan was deze ellende voorbij. Trouwens, ik had allang de pijp uit moeten zijn. Toen ik een jaar of dertig was, heb ik mijn hand laten lezen. Ik zou voor mijn vijftigste door een leeuw worden opgegeten. Ik ben naar Zuid-Afrika geweest, maar zelfs daar was er geen leeuw die me wilde hebben.”
Met een spijtige blik legt hij zijn sigaret op de rand van een witte asbak. “De kans dat ik nu nog in een leeuwenbek verdwijn, is inmiddels erg klein. In het dierenparkje hier beneden wonen alleen een stel geiten en een haan.”
Hij pakt zijn sigaret weer op, inhaleert diep. Beetje bij beetje laat hij rook ontsnappen uit zijn mond.
“Wat stelt mijn leven nog voor?” verzucht hij. Opstaan, eten, televisiekijken, eten, televisiekijken, eten en naar bed. Dag in dag uit. Ik lijk wel een monnik, steeds hetzelfde ritme.”
Hij steekt zijn sigaret in de lucht. “Ja, ik ben een monnik zonder pij. Maar mét sigaret.” Er dwarrelt as op zijn pantoffels en de vloerbedekking.
“Oh, ik moet mijn etenslijst nog invullen.” Hij dooft zijn sigaret en trekt een lichtgeel papier onder de televisiegids vandaan. “Eens even zien wat er voor de komende week allemaal te kiezen valt.”
Hij vouwt de etenslijst open. Zijn ogen glijden over het papier. “Ah, lekker; woensdag friet met kroketten. Dat is echt een heilig avondmaal voor deze monnik.”