Van ouders van levenloos geboren kinderen leerde Marinus van den Berg dat er een groot risico is dat onderschat wordt wat het betekent om je kind niet levend geboren te zien worden. Gelukkig is er de laatste vijftig jaar veel verbeterd.  Er is meer oog voor rituelen, voor gesprekken en tijd nemen. Dat vermindert het verdriet niet, maar voorkomt onnodig extra verdriet.

Door Marinus van den Berg

Het is al wat later in de avond maar nog geen tien uur. Een ober die we tegenwoordig ver van de arbeidsmarkt verwijderd noemen had op het terras een bord met een voorgerecht laten vallen. Hij werkt bij zijn moeder, die even later in alle rust de scherven en het voorgerecht opveegde. Het was een mooie zomeravond. Een goede vriend had me uitgenodigd. Buiten eten voegde een extra gang toe aan het samen eten en bijpraten aan dat wat wankele tafeltje.

Net thuis zoemde mijn mobiel. Of het uitkomt en ik even kan luisteren. Ze heeft, zoals ze zegt, geen mooi bericht. Ik word langzaam ingeleid. Haar dochter die in verwachting was van haar tweede heeft haar zwangerschap verloren. Een miskraam in de achttiende week. Bij de voorlaatste controle was alles nog goed. Haar dochter had wel een keer een vage pijn gevoeld en ook steeds minder leven. Wat ze vreesde bleek waar. Hun komende kindje is in stilte eenzaam overleden.

Nu moet ze nog geboren worden. Dat gaat niet zomaar gebeuren. Het gaat in een ziekenhuis gebeuren waar tijd wordt genomen en waar allerlei gesprekken zullen zijn. Het zal ook tijd in beslag nemen en dat alles is van belang voor de rouw. Het klonk me allemaal heel zorgvuldig en tegelijk ook zo verdrietig.

Overschaduwd

In de stilte na het gesprek schreef ik voor het slapen gaan enkele woorden. Het inslapen verliep moeizamer dan gewoonlijk. Zo gaat dat als iets dichtbij gebeurt. Een mooie avond was ineens overschaduwd.

De volgende dag stuurde ik een kaart met geschreven woorden, maar ik dacht ook aan anderen die dit hebben meegemaakt. Ik dacht aan de moeder die zei: "Ik ben behandeld minder als een koe." Ik dacht aan hen tegen wie werd gezegd: “Niet over praten”, "het leven gaat door”, “het is de natuur”. Of die te horen kregen: "Je hebt al een kind.” Uit onmacht en goed bedoeld, is er vaak extra verdriet toegevoegd.

Dit klonk allemaal heel anders en er is ook heel wat gebeurd in de afgelopen vijftig jaar in het omgaan met ouders van wie een kind sterft tijdens de zwangerschap of kort daarna. Het empathisch vermogen van veel hulpverleners is in deze gegroeid. Veel hebben we in Nederland en België te danken aan het werk van prof. dr. Manu Keirse uit Leuven. Psycholoog maar ook pastor zou ik hem willen noemen. Een van de kenmerken van een pastor is dat hij of zij herkent, erkent en niet onderschat.

Met succes hebben vrouwen gepleit voor de registratie van de niet-geborenen ofwel levenloos geborenen. Ook dit kindje mag en kan nu geregistreerd worden.

Een vrouw die haar tweede kind niet kon behouden omdat ze voor kanker werd behandeld vroeg me kort voor haar sterven: “Waar is nu mijn tweede" – een naam was er nog niet. Ik stotterde iets over dat oude idee van een voorgeborchte voor niet gedoopten, maar zei dat ik er niet echt vrede mee had. Toen – 25 jaar geleden – zei ik dat ik geloofde dat dit kindje geborgen zou zijn bij God. Het viel me in en we waren beiden geraakt: “Toch geborgen”, zei ze en ze dankte me voor deze gedachte.

Ik realiseerde me hoe intens ze ook rouwde om het verlies van dit kind ook al zeiden anderen dat ze anders eerder was overleden. Twintig jaar later ontmoette ik een vrouw wier kind behouden kon blijven tijdens de bestralingen dankzij voortschrijdende kennis en inzichten. Zij stierf enkele weken na de geboorte van haar kind en drie dagen nadat ik haar kind had mogen dopen.

Lieve engeltjes

Zoveel verschillende verhalen herleven op deze dag. Ook herinneringen aan de contacten met de lotgenotengroep van de stichting 'Lieve engeltjes' en met hen die zich hebben ingezet voor de monumenten voor de levenloos geborenen, vaak ook nog zonder naam. Niet altijd waren er al namen gekozen. Anderen vertelden dat het geslacht niet duidelijk was en hoe pijnlijk het was om over 'het' te praten.

Ik ben door al die verhalen gaan zien dat de producttaal, zoals 'een kind maken', 'wat een mooi product hebben we neergezet', zo armoedig uitdrukt wat het is om moeder, om vader te worden en te zijn. Zo heb ik ook moeite met de taal die spreekt van 'verwerken', 'nog niet verwerkt', 'verwerkingsprocessen'.

Ik sluit me graag aan bij de moeder die zei: “Mijn verdere leven blijft verweven met…” Haar dochter was 18 en dan is dat misschien meer invoelbaar, hoewel er nog veel gezegd wordt dat het nu maar eens voorbij moet zijn. “Ik ben alles kwijt”, zei de vader wiens dochter in Utrecht in de tram werd doodgeschoten...” Zijn leven is zien te overleven.

Onderschat

Van ouders van levenloos geboren kinderen heb ik geleerd dat er een groot risico is dat onderschat wordt wat het betekent om je kind niet levend geboren te zien worden. Het heeft voor velen een veel grotere invloed op hun levenszin en levensweg dan vaak vermoed wordt. Iedere kraam die misloopt is een eigen verhaal dat verweven blijft met het levensverhaal. Telkens uniek en waard om beluisterd te worden. Meer beluisterd dan geduid en dat is niet vanzelfsprekend in een haastige tijd die 'leeft' van het maakbaarheidsgeloof. Luisteren is de eerste dienst die je kunt geven.

Dat er in ziekenhuizen en ook bij meerdere uitvaartondernemers meer oog is gekomen voor zorgvuldige rituelen, voor gesprekken en tijd nemen, vermindert het verdriet niet maar voorkomt onnodig extra verdriet. Het is van grotere waarde dan berekend kan worden. Het gaat om meer dan een bord dat op een terras uit de handen van een ober valt.

Voor we het wisten

Jij zo verwacht
zo welkom
zo aanwezig al

Jij nog zonder naam
onze tweede
zusje of broertje

Jij bent zo stil ineens
van ons heengegaan
voor we het wisten

Verward blijven we na.
Voor altijd onze tweede
Zo van harte verwacht.

 

---------------------------

Verder lezen

Manu Keirse e.a., Als je een prille zwangerschap verliest, Lannoo (2010), 159 blz.,  € 19,99.

Marinus van den Berg en Daan Westerink, Noem mijn naam, leven met de dood van een kind, Adveniat (2016), 175 blz., € 17,50.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.