Het was eind vorige week gedurig in het nieuws. De dochters van vicepremier Sigrid Kaag hadden tijdens een opname voor het televisieprogramma College tour laten weten dat zij gezien alle bedreigingen bang waren dat hun moeder iets zou overkomen. Op Pinksterzondag werd het programma uitgezonden. Erik Borgman zag Kaag worstelen met haar emoties en vraagt zich af: "Wat is er toch aan het gebeuren in Nederland?"

Door Erik Borgman

Het is al langer een trend. Politici en bestuurders worden steeds agressiever bejegend. Ze hebben te maken met bedreigingen aan hun eigen adres of aan dat van hun dierbaren. Soms worden zij zelfs thuis opgezocht of wordt hen op een intimiderende manier de weg versperd. Sigrid Kaag is zelfs een keer met fakkels verwelkomd. Zij was een heks, was de boodschap, en de brandstapel moest maar eens worden aangestoken.

Ik vind het verbijsterend. Iedereen kan begrijpen dat dit enorme impact heeft op alle betrokkenen. De dochters van Kaag bevestigden dat alleen maar. Toch gebeurt het. Het gebeurt bovendien op zo’n grote schaal dat de daders niet alleen mensen kunnen zijn die zich sowieso van niets en niemand iets aantrekken. Of wel, en dan zit Nederland inmiddels vol met dergelijke mensen.

Angst

Als ik hoor en lees wat mensen als Kaag te verduren hebben, slaat de angst mij om het hart. Is dit het land waarin ik leef? Ben ik straks misschien overgeleverd aan mensen die anderen zo menen te kunnen bejegenen. Die als je iets denkt, gelooft of doet waar zij het niet mee eens zijn, vinden dat je geen recht hebt om te bestaan en je dat op alle manieren laten weten? Hadden wij niet ooit afgesproken dat wij volgens de mensenrechten zouden leven? Dat wil zeggen dat we ervan uitgaan dat alle mensen een onvervreemdbare waardigheid bezitten die door ieder ander dient te worden gerespecteerd? Moet ik mij erop voorbereiden dat als ik straks in een wijk of een dorp wil wonen, of een beroep moet doen op een voorziening van onze verzorgingsstaat, ik eerst moet laten zien dat ik het waard ben en dat ik deug?

Degenen die Sigrid Kaag bedreigen, beschouwen haar niet als mens. Tenminste, niet als een mens als zij. Sociale wetenschappers noemen dit mechanisme othering: de ander wordt als volstrekt anders gezien, iemand die onderdeel is van een ‘zij’ die recht tegenover de ‘wij’ staat en deze ‘wij’ bedreigt. We kennen het mechanisme van bijvoorbeeld het antisemitisme en de homofobie: met een groot en omvattend complot zouden ‘de Joden’ proberen de wereld te overheersen. Of: ‘de homo’s’ hebben het voorzien op onze kinderen.

Kloof

Politici en bestuurders vertegenwoordigen dus voor veel mensen blijkbaar een bedreiging.

Er wordt al decennia lang gesproken over de kloof tussen politiek en bestuur enerzijds en de burgers anderzijds. Doorgaans wordt dit voorgesteld als probleem dat door de politiek en het bestuur is gecreëerd en ook door hen zal moeten worden opgelost. Nu is dat zeker geen onzin. Veel politieke maatregelen en bestuurlijke procedures houden niet of nauwelijks rekening met de impact op het leven van mensen die eraan onderworpen zijn.

Maar er is ook iets aan de hand met onze samenleving. Daarin geldt een onbelemmerde vrijheid steeds meer als uitgangspunt. Alles wat deze vrijheid beperkt, wordt gezien als een onrechtmatige en bedreigende inbreuk. Zelfs het minimale inzicht dat mijn vrijheid beperkt wordt door wat ik te respecteren heb aan vrijheid voor anderen, raakt steeds verder uit beeld. Hierdoor wordt het haast ondenkbaar dat de dwang die bestuurders en politici opleggen erop gericht zou zijn iets te beschermen dat van waarde is. Laat staan dat het verschuldigde respect voor deze waarde de opgelegde dwang zou kunnen rechtvaardigen.

Politici en bestuurders moeten dan wel gemotiveerd worden door eigenbelang. Ze zouden hun eigen voordeel najagen en door de macht die zij hebben, verstoren zij het leven van de rest van ons. Dan wordt het logisch om te denken dat wij beter af zouden zijn zonder hen.

Geest

Maatregelen om haat- en dreigmail aan politici tegen te gaan en de verstuurders ervan te vervolgen, zijn van belang. Wij bedreigen elkaar niet ongestraft! Maar zij zullen het maatschappelijke klimaat niet veranderen.

Dat verandert pas als wij ophouden ons bij elk probleem direct af te vragen wie het veroorzaakt heeft en wie daarom de kosten van de oplossing moet opbrengen. In plaats daarvan zouden wij kunnen oefenen met tegen elkaar te zeggen: dat waar jij tegenaan loopt, dat beschouw ik als ook mijn probleem en ik wil graag een rol spelen in de oplossing ervan.

Wij kunnen de maatschappelijke conjunctuur alleen veranderen als we de goede Geest opnieuw de ruimte geven. Geest-met-een-hoofdletter, inderdaad, de Geest wier komst christenen met Pinksteren vieren. We lazen dit jaar op Pinksterzondag volgens het rooms-katholiek lectionarium onder andere uit Paulus’ eerste brief aan de christenen van Korinte:

Er zijn verschillende gaven, maar de Geest is een en dezelfde. […] Aan ieder van ons wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen (1 Korinte 12,4.7).

Onze uiteenlopende vermogens en talenten vormen een gezamenlijke Geest: ze zijn er allemaal op gericht het geheel te dienen en te versterken. Diversiteit en eenheid zijn dan twee kanten van dezelfde medaille. Ieders bestaan en ieders inbreng is van belang met het oog op het geheel. Niemand kan gemist worden, laat staan dat ook maar iemand er beter niet zou kunnen zijn. Mensen kunnen het verkeerde doen – soms het heel erg verkeerde en dat bovendien zeer hardnekkig volhouden – maar zij zijn niet verkeerd. Zij zijn en blijven van waarde.

Drastische maatregelen

Om daar weer iets van te laten oplichten, zijn drastische maatregelen nodig. Ik zie hier wel een taak voor de kerk als verzameling van aangesprokenen door de Geest. Paulus schrijft in de brief aan de christenen van Filippi:

Geef niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar beschouw in alle nederigheid de ander als hoger dan uzelf. Laat niemand alleen zijn eigen belangen behartigen, maar ook die van de anderen (Filippenzen 2,4-5).

Niet allereerst het eigen risico voor ogen houden, maar dat van anderen.

Op 4 oktober 2020 publiceerde paus Franciscus de encycliek Fratelli tutti. Daarin zegt hij dat waar een kloof dreigt in de samenleving, het aan ons is deze kloof over te steken. Of in ieder geval de eerste stap daartoe te zetten. We zouden het minstens een tijdje kunnen proberen. Tot de vonk overslaat.


De aflevering van College Tour met Sigrid Kaag, minister van Financiën, werd uitgezonden op 28 mei jl. en is terug te zien via NPO Start. 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.