Isa’s ziel is als een vlinder die maar niet uit een storm kan ontsnappen. Hij beweegt zich wel, maar wordt krachtig voortgeduwd richting een bestemming die hij niet kent. Het maakt Isa angstig en daarom vliegt hij figuurlijk zo hard als hij kan tegen de wind in. Tevergeefs. Vermoeid valt hij in slaap, elke nacht weer. In de ochtend hoopt Isa dat de vlinder in hem die dag wel voldoende kracht heeft om uit de gure windvlagen van het leven te ontsnappen.