Waartoe verleidt het melkmeisje van Vermeer? "Ze dringt zich niet op, keurt ons geen blik waardig en gaat onverdroten door met haar taak, die erin bestaat om de eeuwig stromende melk uit haar onuitputtelijke kan in de schaal te gieten." In zijn cultuurcolumn voert Eric Corsius ons mee lang de orkaan van Mahler, de overweldigende doeken van Rubens en de heilige grond van Johannes Vermeer.

Door Eric Corsius

‘Je moet niet proberen de mensen op de achterste rij te bereiken. Je moet hen verleiden om stil te worden en als het ware naar jou toe te komen.’ Deze raad gaf een vermaarde actrice eens tijdens een masterclass. Bij het advies van de meester-actrice komt een beeld in mij op: het beeld van een kind dat in de tuin een lieveheersbeestje heeft gevonden. Het maakt van zijn handpalmen een doosje, waarin de vondst voorzichtig en teder gevangen wordt gehouden, komt op kousenvoeten naar je toe, zet zijn handen op een kier en vraagt fluisterend je aandacht voor het kleinood. Vanzelf buig je dan zwijgend en behoedzaam naar voren om de vondst te aanschouwen.

Ik heb de raad destijds in mijn oren geknoopt en roep hem iedere keer in herinnering als ik - in een gesprek of tijdens een lezing of preek – in de verleiding kom mijn gesprekspartner of toehoorders bij de lurven te pakken en te overdonderen, om mijn boodschap kracht bij te zetten door middel van een overkill aan woorden, om met een ronkend betoog mijn gelijk te bezweren - of gewoon: om met stemverheffing te spreken.

Parelmoeren huid
De raad is vooral een les voor kunstenaars. De groten onder hen weten de balans te vinden tussen het grote, opdringerige gebaar enerzijds en het stille, uitnodigende, kleine gebaar anderzijds. De overweldigende doeken van Rubens bijvoorbeeld verleiden me iedere keer weer om in te zoomen op de doorzichtige, parelmoeren huid, waarin de schilder onovertroffen is. En de orkaan waarmee de tweede symfonie van Mahler eindigt: deze waardeer je vooral als je een half uur eerder helemaal naar binnen bent gezogen in de ultra-intieme solo van de alt.

Er zijn ook kunstenaars die zich vrijwel uitsluitend hebben toegelegd op het kleine gebaar. Eén van hen is Johannes Vermeer: de meester met het kleine oeuvre en het sobere palet; de schilder van het bescheiden formaat en met het microscopische oog voor detail. Hij verleidt ons altijd, om zijn naar binnen gekeerde blik te volgen. We kunnen sinds kort enkele van zijn doeken weer bewonderen in de context van de eregalerij in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Die context is vervreemdend en verwarrend. De eregalerij is immers een vorm van ronkend machtsvertoon. Ze roept ook de adrenaline in de bezoekers wakker. Luidruchtig verdringen ze zich voor de weerloze kleine doeken van Vermeer en van de al even ingetogen Saenredam. Ze maken met hun mobieltje ‘selfies’, waarop ze staan te glimmen naast beroemdheden, waaronder het ‘Melkmeisje’.

Het ‘Melkmeisje’ zelf geeft daarbij geen krimp. Ze dringt zich niet op, keurt ons geen blik waardig en gaat onverdroten door met haar taak, die erin bestaat om de eeuwig stromende melk uit haar onuitputtelijke kan in de schaal te gieten.

Flinterdunne straaltje melk
Vermeer doet hier exact wat de actrice in haar masterclass zei. Hij komt niet op ons af, maar nodigt ons uit om onze schoenen uit te doen en de heilige grond van zijn werk te betreden. We worden verleid door het subtiele spel van licht en lijnen, dat alle aandacht vestigt op het flinterdunne straaltje melk. We volgen de geconcentreerde blik van het meisje. Vervolgens gaan onze ogen open voor alle andere details, zoals de schaduw van een in de muur geslagen spijker.

Als ik weer eens naar ‘het Rijks’ ga, is het op een sombere dinsdagochtend in november. Dan wil ik even alleen zijn met het Melkmeisje. Om van haar te leren om minder lawaai te maken. Om oog te leren hebben voor detail. Om te leren hoe ik anderen op fluistertoon kan verleiden tot aandacht voor het onooglijke.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.