In deze dagen van oorlog en rampspoed overweegt Erik Borgman het lijden van Jezus. Wat opvalt, is hoe Jezus speelbal werd van de politiek-religieuze krachten om hem heen. Moeten wij oordelen over die krachten toen en nu. Over het grootste gelijk. Of zijn het de doden die oordelen. Over ons, onze wereld, onze politiek, onze pers, onze twist over wie het meeste recht heeft om wat te doen.
Door Erik Borgman
Vorige keer kondigde ik op deze plaats aan op retraite te gaan. Deze retraite is nog niet afgelopen, maar de moderne retraitant neem zijn laptop mee en het moderne retraitehuis heeft internet. Een tijdje lang zocht ik met opzet geen verbinding, maar toen er een oorlog rond en in Gaza was uitgebroken en een vliegtuig was neergehaald waarin een naaste collega met zijn vrouw en dochter zat, hun andere zoon achterlatend, kon ik de wereld niet meer met goed fatsoen buiten houden.
Tegengeweld
Ik overweeg deze dagen het lijden van Jezus. Het is een beetje alsof je in je eentje Goede Week houdt midden in de zomer, maar er ontstaan onverwachte verbindingen. Ik lees het lijdensverhaal volgens Lucas, een beetje als verlengde van Jezus boodschap die ik vorige keer al citeerde: “Ik zag de satan als een bliksemschicht uit de hemel vallen” (Lucas 10,18). Hoe valt dat te rijmen met zijn eigen dood? Gisteren mediteerde ik over hoe Jezus en zijn leerlingen zich terugtrokken op de Olijfberg – “volgens zijn gewoonte”, staat er dan bij (22,39). Blijkbaar beschouwen ze de tuin daar als een veilige plaats in een stad die verder te gevaarlijk is om te blijven, want er staat dat Jezus in de tempel onderricht gaf, maar “de nachten bracht Hij door buiten de stad” (21,37). De veiligheid is schijn. Er komt een legertje mensen in opdracht van de wereldlijke en religieuze leiders de tuin binnen en hiermee is het geweld ook daar. Jezus’ leerlingen reageren op de zwaarden en stokken die zij zien door van hun kant ook het zwaard te trekken, maar Jezus laat zich door het geweld niet tot tegengeweld verleiden.
De dag daarop lees ik op internet dat een raket een kinderspeeltuin in een park in Gaza Stad heeft getroffen…
Ik las ook Lucas’ verhaal van Jezus na zijn arrestatie verder. Het viel mij op hoezeer Hij de speelbal is van de krachten om hem heen. De hogepriesters en de schriftgeleerden willen hem tot een bedreiging maken, zodat zij voor de Romeinen de belangrijke rol van vredesbewaarders kunnen blijven spelen. Pilatus vindt Jezus eigenlijk de aandacht niet waard, maar als het Sanhedrin erop staat wil hij hem wel laten geselen en als ze echt aandringen, is hij uiteindelijk bereid hem ter dood te laten brengen: alles voor wat vrede heet. Herodus vindt Jezus vooral vermakelijk en wil hem wel eens een wondertje zien doen, maar als dat niet gebeurt stuurt hij hem terug naar Pilatus. “Herodes en Pilatus werden op die dag vrienden van elkaar”, staat er dan intrigerend, “tevoren waren ze namelijk vijanden” (23,13). Allebei hebben ze blijkbaar hetzelfde belang: Jezus’ rol te bagatelliseren. Ze laten hun soldaten Jezus dan ook bespotten en obsceniteiten toevoegen: jij bent echt helemaal niemand!
Partij
De gedode kinderen in de speeltuin van Gaza Stad, hun kameraadjes, hun zusjes en broertjes, hun ouders en grootouders, hun familie en buren krijgen geen aandacht. Hamas zegt dat ze door Israël zijn vermoord, Israël zegt dat een afgezwaaide raket van Hamas in het park terecht is gekomen: onmiddellijk worden ze ingeschakeld in de propagandastrijd die elke oorlog ook is. De kinderen die ze waren, het leven dat ze leidden, de toekomst waarvan zij droomden of die ze vreesden,de toekomst die ze feitelijk belichaamden en waardoor ze de wereld hoe dan ook zouden hebben veranderd, het komt allemaal niet in beeld. Er bestaan geen oorlogsslachtoffers, er gaan concrete mensen dood in een oorlog. Kinderen, ouden van dagen, mensen in de kracht van hun leven. Gezonde en zieken, kreupelen en blinden, slimmen en dommen, goeden en slechten. Over de hele wereld kiezen mensen gedreven partij in de strijd tussen ‘Israël’ en ‘de Palestijnen’. Het draagt er naar mijn gevoel niet aan bij dat we ons herinneren waar het werkelijk om gaat.
Oordeel
Van Jezus schrijft Lucas dat Hij zich terugtrekt uit de discussie over wat zijn ambities zijn en welke geloofsbrieven Hij kan overleggen. “Van nu af aan zal de Mensenzoon zitten aan Gods machtige rechterhand”, zegt Hij plompverloren. Ik lees dat als: jullie kunnen wel denken dat je mij beoordeelt, maar ik ben het oordeel over jullie. Zoals die dode kinderen in Gaza Stad het oordeel zijn over onze wereld, onze politiek, onze pers en de manier waarop wij ons laten verleiden tot een strijd over wie het meeste recht heeft om wat te doen. Ook al zijn zij dood.