Rustig wachten tot je aan de beurt bent voor vaccinatie blijkt een moeilijke zaak. René Grotenhuis wijst op een dieperliggende oorzaak: het gevoel dat iedereen uniek is alsmede de gedachte dat concurrentie tot optimale resultaten leidt. Beide overtuigingen zijn diep doorgedrongen in onze samenleving. Op je beurt wachten is dan snel een teken van suffigheid en gebrek aan assertiviteit.
Door René Grotenhuis
Nu we met corona in de vaccinatie-fase zijn aangekomen, blijkt het moeilijk om de goede volgorde te bepalen. Het leek logisch dat de bescherming van kwetsbare burgers daarbij voorop zou staan. Al vanaf het begin van de epidemie werd dat een steeds herhaalde mantra als het ging om de inzet van het beleid. De Gezondheidsraad was dan ook tot drie keer toe duidelijk in haar advies: begin met de meest kwetsbare burgers.
Maar dat bleek in de praktijk toch ingewikkeld. In een succesvolle lobby wisten Diederik Gommers en Ernst Kuipers de mensen in de acute zorg in de kopgroep te krijgen. Na alle verhalen over de (dreigende) uitputting op de intensive care afdelingen en verpleegafdelingen van de ziekenhuizen, kon niemand meer om die prioriteit heen.
Nu de zorginstellingen aan de beurt zijn blijkt ook daar dat wachten op je beurt moeilijk is. Niet alleen medewerkers in de directe zorgverlening blijken op de lijst voor inenting te staan, ook kantoorpersoneel en restaurantmedewerkers. Dat was niet de bedoeling, maar het gebeurt toch.
Niet van bovenaf
Ik vermoed, met mijn 25 jaar ervaring in het leiden van organisaties, dat dat geen gevolg is van organisatiebeleid en instructies van bovenaf. In grote zorgorganisaties wordt dat bij een van de administratieve afdelingen van de organisatie gelegd, bijvoorbeeld de HRM-afdeling. Daar worden administratief medewerkers belast met het invoeren van mensen die zich aanmelden voor vaccinatie.
En dan ontvouwt zich het spel van kantoor- en restaurantmedewerkers die langs komen om op die lijst te komen. En die allemaal goede redenen hebben of bedenken om daar echt voor in aanmerking te komen. Dat zij ook te maken hebben met mensen die bij covid-patiënten werken en dus indirect besmet kunnen raken, dat zij zelf kwetsbaar zijn of in hun gezin mensen hebben die extra kwetsbaar zijn, dat het toch niet uitmaakt als er eentje meer op de lijst komt. En ik zie de administratief medewerkers van de HRM-afdeling eerst nog pogingen doen om het verzoek volgens de regels af te wijzen om vervolgens de naam maar te noteren om van de discussie af te zijn en omdat het zo oncollegiaal lijkt om strak de regels te volgen.
Inmiddels hebben ook de onderwijsorganisaties opgeroepen om voor te mogen gezien de nijpende situatie in het onderwijs en dat vaccinatie van leerkrachten noodzakelijk is om het onderwijs weer veilig te kunnen hervatten.
Eigen uniciteit en concurrentie
Op je beurt wachten is om twee redenen moeilijk geworden. De kracht van algemene regels hebben we vakkundig ondergraven door de gedachte dat iedereen anders is. We menen dat we allemaal recht hebben op maatwerk omdat onze situatie echt anders is. De gedachte dat we uniek zijn geeft het gevoel dat de algemene regels misschien wel gelden, maar niet voor ons.
De tweede reden is dat competitie de leidende modus is geworden in het organiseren van de samenleving. We denken dat privatisering en concurrentie de beste manier is: als iedereen optimaal ernaar streeft te realiseren wat voor hem of haar het beste is, krijgen we als collectief de beste uitkomst, de maximale meerwaarde. Dit liberaal-economische principe dat in het verleden voorbehouden was aan de commerciële sector, is inmiddels ook diep doorgedrongen in overheid en maatschappelijke organisaties. Met dat principe kunnen we zelfs geloven dat er geen tegenstelling meer is tussen eigen belang en collectief belang maar dat het nastreven van ons eigen belang de beste bijdrage is aan het collectief.
Omdat we onze eigen uniciteit en concurrentie zo vanzelfsprekend zijn gaan vinden, is 'op je beurt wachten' een teken van suffigheid en gebrek aan assertiviteit geworden. Logisch dat we voordringen.