Bij geloof en spiritualiteit denk je eerder aan een mooi geschreven gedicht of meeslepend muziekstuk dan aan een droog geschreven wetenschappelijke studie. Maar soms kan een analytische studie over geloof en spiritualiteit verder gaan dan alleen maar begrip en je ook spiritueel aanspreken.  Dit overkwam theoloog Erik Borgman. Bij het beoordelen van een dissertatie over oudewijkenpastoraat werd er bij hem een spirituele snaar geraakt.

Door Erik Borgman

‘Oog en oog’, heet de dissertatie, de promovendus is Rob van Waarde en de promotie zal plaatsvinden aan de Protestantse Theologische Universiteit. De ondertitel van de studie luidt ‘Een missiologische studie naar de betekenis van de exposurebenadering in de stedelijke context’. Het is niet bepaald een formulering die je op het puntje van de stoel doet zitten omdat je niet kan wachten op wat er komt! En de dissertatie zit vol met dergelijke formuleringen die zakelijk accuraat zijn, maar weinig opwindend. Niettemin is wat aangeduid wordt als ‘de exposurebenadering’ niet alleen van groot belang, maar bovendien van grote spirituele diepte.

Exposure

Exposure betekent blootstellen. De exposurebenadering is erop gericht mensen bloot te stellen aan de realiteit, en dan met name aan aspecten ervan die zij meestal niet zien. De benadering is ontwikkeld in het kader van het zogenoemd oudewijkenpastoraat, een vorm van kerkelijke presentie bij wat paus Franciscus ‘de periferie’ van onze samenleving noemt. Exposure is erop gericht werkelijk te zien wat in die periferie gebeurt. Het gaat erom te zien wat de eigen visie, de eigen denkwijze, de eigen handelingslogica en de eigen levensvormen zijn van mensen die doorgaans worden beschouwd als niet-geïntegreerd, onaangepast, asociaal of maatschappelijk van weinig betekenis. Anders gezegd, de exposurebenadering is erop uit een manier van kijken en een omgangsvorm aan te leren die in staat is de intrinsieke waarde op het spoor te komen van het leven van mensen die doorgaans worden behandeld als waardeloos.

Bevrijdend

Van Waarde laat zien hoe bevrijdend dat is, zowel voor degenen die zo leren kijken als voor degenen waarnaar zo gekeken wordt. Deze laatste zijn niet gewend om behandeld te worden als mensen die iets te bieden hebben. Doordat er aandacht voor ze is – niet voor de problemen die zij veroorzaken, of voor de problemen die zij hebben en tot hun schande zelfstandig niet opgelost krijgen, maar voor hen – kunnen zij zichzelf weer verstaan als van betekenis. Dat bevrijdt hen van het gevoel van minderwaardigheid en overbodigheid.

De kerkelijk werkers die door de exposurebenadering zo leren kijken dat zij betekenis zien waar deze maatschappelijk doorgaans niet wordt verwacht, leggen van hun kant werkelijk verbinding met degenen voor wie zij zich willen inzetten: mensen in de probleemwijken van onze steden. Maar zij leren ook zien hoe zij verschijnen in hun ogen en ook dat blijkt een bevrijdende ervaring. Oudewijkenpastores doen de ervaring op niet alleen te worden gewaardeerd door, maar in hun werk mede te worden gedragen door degenen die oppervlakkig gezien hun cliënten zijn, degenen die iets van hen nodig hebben.

Er ontstaat, kortom, op een nieuwe manier gemeenschap, niet zonder meer in de termen van de werkers, noch zonder meer in de termen van degenen voor wie zij werken. Er ontstaat gemeenschap in nieuwe termen die beide groepen op een nieuwe manier verbindt en tot hun recht doet komen.

Kerk

Oudewijkenpastoraat wordt doorgaans gezien als een marginale vorm van kerkzijn, eerder een dienst van de kerk aan de samenleving dan een volwaardige vorm van kerkelijke presentie. Maar bij het lezen van de dissertatie van Van Waarde dacht ik dat het bij uitstek doet waar het in de kerk om gaat. Oudewijkenpastores bepreken de mensen voor en met wie zij werken niet, maar zij verkondigen door hun benadering dat zij van waarde zijn. Dat is een boodschap die mensen niet alleen in directe zin goed doet, maar die het mogelijk maakt dat mensen opstaan uit hun gevangenschap in zelfverachting en onvermogen.

Dit is, zou ik zeggen, de eerste taak van de kerk: niet om zichzelf in stand te houden, maar om zo naar onze wereld te kijken dat de werkzaamheid van Gods vernieuwende Geest daarin zichtbaar wordt. De kerk bezit niet een waarheid die elders niet gekend wordt, maar belichaamt in de Geest de ruimte waarin nog ongekende waarheid aan het licht kan komen.

En van deze waarheid, die gelovig gesproken Gods waarheid is, leeft de kerk. Zij is geroepen niet om zichzelf te zien in het perspectief van haar eigen verkondiging, maar in het perspectief van Gods toekomst die zij ruimte biedt om aan het licht te komen. De oudewijkenpastores weten zich in dienst van een gemeenschap die zonder hun werk niet zou zijn ontstaan, maar die hen oproept tot de dienst aan de onverwachte gestalte van Gods aanwezigheid die deze gemeenschap representeert. De kerk kan geen kerk blijven. Zij moet zich steeds opnieuw laten roepen kerk te zijn door het rijk van God dat zijn nabijheid toont en dat steeds weer mensen in dienst neemt om eraan te bouwen en het te verkondigen.

 

Verwant onderwerp: Wandelen zonder doel – Jezelf blootstellen aan de stad

erik_borgman nw2 » Lees ook andere artikelen van Erik Borgman

 

 

[box type="shadow"]

Netwerk DAK

Meer informatie over oudewijkenpastoraat, kerkelijk buurtwerk en inloophuizen is te vinden bij Netwerk Dak. Netwerk DAK bundelt circa honderd organisaties van inloophuizen, buurtpastoraat en drugs- en straatpastoraat in Nederland en België. Het netwerk biedt ondersteuning, advies en inspiratie aan de lokale organisaties met duizenden vrijwilligers en enige honderden professionals. Zie: www.netwerkdak.nl

[/box]

 

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.