‘Pa is bezig zijn spullen weg te geven. Ik heb al zijn dagboeken gekregen. Heb jíj al iets in de post gehad? Wat móet ik hiermee?” Mijn broer, ontzet, had mij net gebeld met dit nieuws. Onze vader had besloten om zich aan te sluiten bij de Hare Krishna’s, en om als monnik van de Hare Krishna te mogen leven, moest hij zich ontdoen van al zijn aardse bezittingen, zijn lp’s, zijn schilderijen, zelfs zijn geliefde piano. Alles moest weg. Ik had al eerder met onze vader gesproken over zijn piano – die hem in zijn leven al meer dan 30 jaar vergezeld had. Hij had het helemaal niet moeilijk gevonden om deze weg te geven aan een bevriende componist, die een paar kilometer verderop woonde. Ik had gemeend vaders opruimwoede aan te zien komen, maar de snelheid waarmee die voltrok overviel mij alsnog.