Oost- en Zuid-Nederland en het grensgebied bij Nijmegen zijn een aanrader wat gotisch houtsnijwerk betreft. "Vergeet even Italië en Frankrijk en ga coronaproof op zoek naar de parels van de Rijn- en Maaslandse gotiek", zo tipt Eric Corsius in zijn vierwekelijks cultuurcolumn. 

Door Eric Corsius

Een oude collega, die zijn loopbaan als priester in het aartsbisdom Utrecht had afgelegd, vertelde me een keer een anekdote over kardinaal Alfrink, waarin diens legendarische, lichtelijk kwaadaardige humor naar voren kwam.

Als beginnend kapelaan was mijn collega in een parochie in het landelijke verre oosten van het aartsbisdom gestationeerd. Toen het naar zijn gevoel lang genoeg had geduurd, trok hij de stoute schoenen aan. Na een vormselviering, waarin de aartsbisschop zelf was voorgegaan, werd er door de plaatselijke clerus samen met de hoge gast gegeten in de pastorie. Heel voorzichtig polste de kapelaan zijn baas, of er misschien een verplaatsing naar een levendigere parochie in zat. Alfrink, zo gaat het verhaal, negeerde de vraag en bracht het gesprek op een ander onderwerp. “Weet u trouwens dat het Duitse achterland hier veel moois te bieden heeft? Het gotische houtsnijwerk aan de Neder-Rijn is wereldberoemd! Als ik u was, zou ik eens ervan profiteren, dat u in deze mooie regio woont.” De jonge priester begreep de hint. Samen met een confrater maakte hij kort daarna een dagtocht naar Kalkar en Kleve. Hij kocht een ansichtkaart van het inderdaad prachtige houtsnijwerk aldaar en stuurde die naar Utrecht. Een paar weken later werd hij verplaatst naar een grote stad.

‘Geheimtipp’

De ‘Geheimtipp’ van Alfrink is nog steeds goud waard. Niet iedereen weet dat vlak over de grens bij Nijmegen een schatkamer van cultureel erfgoed te vinden is. Ondanks de verwoestingen die de Tweede Wereldoorlog hier aanrichtte, is er veel behouden gebleven van het uiterst fijnzinnige houtsnijwerk van de meesters uit deze regio. Het grote hoogaltaar uit de Nicolaikerk van Kalkar, met zijn reusachtige omvang en overvloed aan details, is daarvan het hoogtepunt. De eerste hand werd eraan gelegd door Arnt van Zwolle (eind vijftiende eeuw), toentertijd in de wijde omtrek beroemd om zijn vaardigheid, om aan zijn figuren een ziel te geven.

Samen met veel, deels anonieme, kunstbroeders heeft ‘Arnt de Beeldesnijder’ een enorme betekenis gehad voor de kunstgeschiedenis van onze rivierendelta. De Rijnlanders en de Maaslanders  deden daarbij overigens niet voor elkaar onder. Veel van hun werk is in de loop der tijd verloren gegaan, maar kerken, musea en verzamelaars hebben het nodige gered en behouden. Kenmerkend voor deze generatie kunstenaars was de combinatie van expressie, realisme en elegantie. Het lichamelijke lijden van gemartelde heiligen en van de gekruisigde Jezus gaven zij met confronterende natuurgetrouwheid weer. Hun anatomische inzicht was feilloos en ze gaven aan hun figuren levendige gelaatsuitdrukkingen. Deze figuren leenden zich dan goed ook voor de dramatische tableaux vivants en halfreliëfs op altaarstukken, zoals dat in Kalkar. Ze vertellen ons nog steeds een verhaal, als een serieuze poppenkast voor volwassen gelovigen.

Goudmijn

Het is de verdienste van het Keulse museum Schnütgen om recentelijk weer de schijnwerpers te hebben geworpen op de Zwolse meester Arnt. Het museum wist de hand te leggen op enkele ontbrekende brokstukken van een altaarstuk dat allang in zijn bezit was, en heeft het geheel fraai gerestaureerd. De museumbezoekers kunnen in het kader van een thematentoonstelling getuige zijn van het eindresultaat van - en bovendien wat opsteken over - het restauratieproces.  Behalve dit in oude glorie herstelde werk zijn er van Arnt en collega’s ook andere werken te zien, onder andere afkomstig uit Nederlandse kerken.

Als Keulen u te ver is, dan kunt u natuurlijk wachten tot de pronkstukken weer terug zijn op hun vertrouwde plaats. Oost- en Zuid-Nederland en het grensgebied bij Nijmegen zijn een aanrader wat dit betreft. Het Rijksmuseum in Amsterdam is ook een goudmijn.

Vergeet u echter niet een ansichtkaart naar uw geliefden te sturen of een facebookbericht te plaatsen, om uw netwerk op deze enigszins verwaarloosde schatten te attenderen. Vergeet even Italië en Frankrijk en ga coronaproof op zoek naar de parels van de Rijn- en Maaslandse gotiek. Misschien bevinden ze zich in de dorpskerk even verderop.

--------------------

Museum Schnütgen:  Arnt der Bilderschneider – Meister der beseelten Skulpturen, 25 juni – 20 september 2020, Museum Schnütgen.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.