In de kunsten moet het goede, ware en schone bevochten worden. Zonder leed geen vermaak, zonder tranen geen genot, zonder intrige geen ontknoping. Deze esthetische wet weerspiegelt misschien wel het theologische gegeven dat het Koninkrijk Gods zich pas baan breekt door weerstand en tegenstand heen. Pasen krijg je niet cadeau. Aldus Eric Corsius.

Door Eric Corsius

“Na iets droevigs wordt er niet gegeten.” Het was de laconieke levenswijsheid van de schouwburgcateraar die ooit werd gespeeld door Wim Sonneveld. Volgens deze gastronomische wet zou de eetlust van theaterbezoekers worden gedempt door het tragische gehalte van een toneelstuk. Niettemin is er ook een andere bekende regel: het genot van de kunst is evenredig met de dosis leed die ons wordt opgediend. Boeken, films, toneelstukken en opera’s waarin voortdurend de zon schijnt, worden ervaren als saai en geestdodend. Naarmate de hoofdpersonen het echter harder te verduren krijgen, boeit een kunstwerk ons meer. Het leed houdt de spanning erin, als een onoplosbare disharmonie die het slotakkoord voortdurend uitstelt. Ook soapseries maken overigens gebruik van dit gegeven.

Ook als we stiekem hopen op het happy end, moet dat happy end wel duur worden betaald. Voordat de geliefden elkaar in de armen sluiten en eeuwige trouw beloven, moeten er eerst heel wat bloed, zweet en tranen vloeien. En voordat de ‘goeien’ de strijd winnen, moeten er helaas wel een paar helden vallen op het veld van eer. Zelfs geslaagde komedies hebben een tragische ondertoon en de meest populaire komische opera aller tijden – Don Giovanni van Mozart - wordt beheerst door schrijnende toonladders en akkoorden. Makers van zogenaamde sitcoms kennen deze wetmatigheid overigens ook. Er moet altijd een ongelukkige constellatie van verliefden zijn die elkaar maar niet kunnen ‘krijgen’. Het gelukkige huwelijk is altijd het einde van de serie.

In de muziekgeschiedenis zijn er meer voorbeelden te vinden van dit gegeven. Beethovens ‘Ode an die Freude’ is op zichzelf een eendimensionaal, vreugdeloos werk, dat pas tot zijn recht komt als de ontknoping van het spannende betoog van de eraan voorafgaande delen. Hetzelfde zou kunnen worden gezegd van Händels ‘Alleluia’ als deel van diens Messias.

Passieverhaal

Eén en ander verklaart wellicht, dat het passieverhaal meer componisten in beweging heeft gebracht, dan het paasverhaal en dat bijvoorbeeld de passies van Bach tot op de dag van vandaag geliefder zijn, dan zijn paasoratorium. En als Andrew Lloyd Webber een rockopera of musical zou hebben gemaakt op basis het paasverhaal, zou deze waarschijnlijk nooit het succes hebben geëvenaard van Jesus Christ Superstar, dat feitelijk een passiespel is.

Natuurlijk genieten we van deze werken óók, omdat we weten dat achter de wolken de zon schijnt. Ook al stopt het verhaal vóór paasmorgen: wij als luisteraars en kijkers weten wel beter. Het lijden staat uiteindelijk in het licht van de opstanding, waarvan we zeker weten, dat die in het verschiet ligt. Bachs Johannespassie eindigt zelfs met een ingetogen, maar overtuigend lof-koraal. De schrijnende wrangheid, waarmee de passie opent, komt hier tot een stralende ontknoping - die ons echter niet zoveel kippenvel zou bezorgen, als daaraan geen drama zou zijn voorafgegaan.

Zonder kruis geen verrijzenis

Zonder leed geen vermaak, zonder tranen geen genot, zonder intrige geen ontknoping. Het is meer dan een esthetische wet. Misschien is de kunst in dit opzicht wel de afspiegeling van een theologische samenhang: het heil, het geluk, de utopie worden veroverd op het lijden en de dood. Zonder slavernij geen uittocht, zonder doortocht geen intocht in het land van melk en honing, zonder kruis geen verrijzenis, zonder strijd geen overwinning.

Uiteraard dienen we deze ‘wetmatigheid’ goed te verstaan. Het is geen natuurwet, waaraan de God van de heilsgeschiedenis zich moest houden - en zeker geen sadistische pedagogie van een wrede God, die zijn volk alleen ten koste van veel lijden de hemel wil schenken. Het is eerder een historisch-feitelijk gegeven, dat het Koninkrijk Gods zich blijkbaar baan moest breken door weerstand, tegenstand en vijandschap heen. Aan God zelf heeft het niet gelegen.

Pasen krijgen we niet cadeau, genade is niet goedkoop. Maar des te groter is het geluk, als we zingen dat de steppe zal bloeien – nadat we veertig dagen ‘Geef vrede, Heer’ en andere melodieën in mineur hebben gezongen. Nadat we onze voeten hebben geschroeid aan het woestijnzand, is de oase eigenlijk pas echt een paradijs.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.