Stel de islam niet gelijk aan geweld, zei paus Franciscus tijdens zijn recente bezoek aan Turkije. Maar tevens riep hij moslimleiders op zich harder uit te spreken tegen extremisten die religie aanwenden om hun daden te rechtvaardigen. In feite wijkt zijn standpunt niet zo veel af van zijn voorganger Benedictus, die in 2006 met zijn Regenburgse rede over islam en geweld een storm van kritiek oogstte.
Door Theo van de Kerkhof
Paus Franciscus heeft tijdens zijn driedaagse trip door Turkije het geweld van de Islamitische Staat verschillende malen veroordeeld. Tegelijk verwierp hij de gelijkstelling van islam met geweld. Ook riep hij moslimleiders op zich harder uit te spreken tegen extremisten die religie aanwenden om hun daden te rechtvaardigen. "Mensen moeten het uit hun mond horen", zei hij. "Dit is niet wie wij zijn. Dit is niet de koran. Dat moeten ze uitdragen." De paus noemde het verkeerd om als reactie op terrorisme kwaad te worden op de islam. "Je kunt ook niet zeggen dat alle christenen fundamentalisten zijn."[1]
Regenburgse rede
Op een iets meer diplomatieke manier zet Franciscus de lijn van zijn voorganger Benedictus XVI voort die ook vond dat de identificatie van islam met extremisme en terrorisme deze godsdienst onrecht doet. Ook Benedictus verbond aan deze stelling een oproep aan het adres van zijn islamitische 'collega’s' om afstand te nemen van al diegenen die geweld plegen uit naam van God. Maar zijn Regenburgse rede uit 2006 over dit thema deed indertijd veel stof opwaaien. In deze rede, die feitelijk ging over de verhouding tussen geloof en rede, schetste professor-paus Benedictus de theologische voorwaarden waaronder religies in de praktijk kunnen ontsporen.
Voor een analyse van de Regenburgse rede lees: Paus laat keizer buikspreken.
[1] IKON Kerknieuws, 1 december 2014.