Zangeres Denise Jannah weet de datum nog precies, het was 28 december 2002. Ze zat op een bankje bij het busstation van Hoog Catharijne te wachten op bus 12, geflankeerd door twee Albert Heijn-tassen vol boodschappen. Een jonge vrouw kwam op haar af en vroeg of ze een gedicht mocht voordragen. Ja graag, was het antwoord. En Jannah hoorde een tekst waarvan ze tot op de dag van vandaag onder de indruk is:
Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Toevallig – al gelooft de zangeres niet in toeval – zaten er in haar boodschappentas ook nieuwe pennen en een schrijfblok. Dus toen de jonge vrouw aanbood om het hele gedicht van Hans Andreus op te schrijven, hoefde Jannah alleen maar pen en papier uit de tas te pakken. “Ik gaf haar geld voor een goede maaltijd, stapte in de bus en draaide me nog om om haar naam de vragen. Maar toen gingen de deuren al dicht…”