In het onlangs bij uitgeverij Damon verschenen Religieus atheïsme bespreekt de Belgische filosoof en theoloog Erik Meganck twaalf invloedrijke (post)moderne filosofen (Feuerbach, Marx, Kierkegaard, Nietzsche, Freud, Russell, Wittgenstein, Heidegger, Sartre, Levinas, Lyotard, Derrida) die elk in meer of mindere mate ‘atheïst’ worden genoemd. Althans, dat leert de karikatuur die men in handboeken en inleidingen vindt. Meganck schoont dit beeld op en biedt aan de hand van hun visie op God en godsdienst een frisse kijk op actuele godsdienstfilosofie, die voorbijgaat aan de moderne spagaat tussen denken en geloven. Dat mondt uit in een rijker atheïsme dan de oppervlakkige variaties op ‘God bestaat niet’.