Het moderne leven wordt alsmaar voller en drukker, constateert Eric Corsius. Waar digitalisering en informatisering ruimte leken te scheppen, zien we vooral dat noodgedwongen rustmomenten (reistijd bijvoorbeeld) steeds efficiƫnter worden ingevuld. Is er een uitweg uit deze race met en tegen onszelf?

Door Eric Corsius

We hebben steeds meer vrije tijd. Dat betekent niet, dat we meer tijd hebben, laat staan meer vrijheid. In mijn sociologische milieu jagen mensen zichzelf en elkaar steeds meer op. Voordat de ene vakantie is begonnen, wordt al de volgende gepland. Het werk moet natuurlijk nog steeds worden gedaan en we maken noodgedwongen overuren in de laatste weken en dagen voorafgaand aan de drie of vier vakanties per jaar, die we ā€˜genietenā€™. Vergaderingen, scholingen en andere bijeenkomsten moeten in steeds kortere periodes worden geconcentreerd en gepland, zodat we hijgend van het ene naar het andere event hollen. We confronteren onze collegaā€™s met onze beperkte agendamogelijkheden en dwingen elkaar, om ons in bochten te wringen bij het maken van afspraken.

Natuurlijke rem

De mogelijkheid, om onze events online te organiseren en van huis uit bij te wonen, is geen compensatie voor de hoge druk die is gegroeid. In tegendeel. Doordat reistijden en afstanden minder relevant zijn geworden, valt ook een natuurlijke rem op de jachtigheid weg. Voorheen konden we nog in de trein of desnoods achter het stuur onze gedachten ordenen en laten bezinken. Er is nu echter geen nood meer, waarvan we een deugd kunnen maken. Naadloos plannen we de ene Zoom-vergadering na de andere Teams-cursus. Het laatste restje ritme verdwijnt uit ons leven en een natuurlijk ademende werkdag is nostalgie geworden. We buiten en putten onszelf en elkaar uit.

We feliciteren onszelf ermee, dat we dankzij de digitalisering minder energie verbruiken. Schijn bedriegt, want ons energieverbruik verplaatst zich naar de super-servers, die ons digitale verkeer faciliteren, en naar de koeriersdiensten, die hun autoā€™s door de steden jagen met achter het stuur de vertegenwoordigers van het precariaat. Datzelfde precariaat overigens, dat elke week de massaā€™s verpakkingsmateriaal van internetwinkels moet ophalen, die zich ophopen voor onze deur.

Grimmig grissen

Het door de digitalisering verschafte gemak om media aan te schaffen en te consumeren, op elk moment van de dag en waar we ook zijn, leidt bij dit alles tot een morele druk om alles te lezen, te beluisteren, te bekijken, te volgen. Gretig en grimmig grissen we naar elke mogelijkheid om ons te informeren of te amuseren. We willen niet, dat we straks iets hebben gemist van de constante en aan dag noch uur gebonden ā€˜stroomā€™ aan muziek en films - een stroom die overigens wordt gekanaliseerd door de reeds genoemde, energie slurpende servers. Symbolisch hiervoor is het fenomeen ā€˜binch-watchingā€™.

De ā€˜hoge cultuurā€™ heeft dit laatste concept inmiddels overgenomen in de vorm van zogenaamde blockbuster-tentoonstellingen en overladen festivals. Als uitgemergelde zombies zuigen we daar in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk hoogwaardige kunst op, in de hoop dat ons opgejaagde bloed nog de broodnodige geestelijke zuurstof kan opnemen. Het overweldigende succes van dergelijke projecten, waarvan de recente Vermeertententoonstelling een voorbeeld is, dwingt bovendien de organisatoren ervan tot een tayloristische aanpak en een disciplinering van het publiek, waarbij tijd en ruimte met karigheid worden opgedeeld en toebedeeld.

Ik ga niet vrijuit. Ik betrap mezelf erop, dat mijn vrijetijdsbesteding allesbehalve ontspanning is. De fel verdedigde vrije tijd stop ik vol met zo veel en zo rijk mogelijke belevenissen en indrukken. Zeker naarmate ik ouder word, haast ik me van die ene klassieke roman die al jaren op me wacht, naar het felbegeerde concert waar die ene Mahlersymfonie wordt gespeeld, die je maar zelden hoort. Ik kom steeds minder op adem, maar ga steeds meer hyperventileren.

Regie

Misschien dat ik daardoor recentelijk een reflex heb ontwikkeld, die een rem zet op deze race met en tegen mezelf. Ik herlees boeken uit mijn jeugd. Ik heb de platenspeler afgestoft en dirigenten uit de jaren zestig ā€˜herontdektā€™. Ik ga op daluren naar live concerten. Een bijkomend voordeel van dit alles is, dat ik mezelf voor mijn muziekgenot niet afhankelijk maak van streamingdiensten, die met een zijden draad hangen aan de vingers digitale mediareuzen en kwetsbaar zijn voor digitale sabotage.

En is dat niet de bedoeling van vrije tijd, het scheppen van oases van onafhankelijkheid waarin we zelf de regie houden over ons geestelijke leven?

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.