Wie de clichés over de periode van de romantiek (eind achttiende en negentiende eeuw) beziet, kan deze kunststroming afdoen als edele kitsch of vlucht uit de realiteit. Toch valt er meer over te zeggen en is de stroming belangwekkender én actueler dan dat, stelt Eric Corsius.

Door Eric Corsius

“Genadeloos is deze tijd.” Tijdens mijn vakantielectuur stuitte ik op deze veelzeggende versregel. Hij stond in een verhaal van Joseph von Eichendorf, de romantische Duitse schrijver. De versregel heeft een verraderlijk dubbele betekenis. Het woord ‘genadeloos’ betekent in de context namelijk zowel ‘meedogenloos’ of ‘onvermurwbaar’ als ‘van god los’.

Karikatuur van de tijdgeest

Von Eichendorf wordt niet beschouwd als de beste schrijver uit de Duitse romantiek, maar wel als één van de iconen van zijn tijd. Critici zullen hem misschien ook typeren als een karikatuur van de tijdgeest. Alle clichés over de romantiek lijken bij hem te worden bevestigd: een dweperige opvatting van liefde en vriendschap, een magische vermenging van natuurverering en religie, een overdreven idealisme en een overtrokken nostalgie. Kenmerkend voor zijn verhalen zijn de onrealistisch beschreven landschappen, de onsamenhangende chronologieën en de rondzwervingen van naar het verhevene hunkerende enkelingen, die opvallend vaak toevallig geestverwanten ontmoeten. Zijn verhalen roepen associaties op met de schilderijen van Caspar David Friedrich, Carl Gustav Carus en Barend Cornelis Koekkoek of met de werken van preraffaelieten. Is Von Eichendorf - en met hem misschien de hele romantiek - niet meer dan edele kitsch en alleen maar een moedwillige weigering om de werkelijkheid onder ogen te zien?

Verzet

Er worden tot op vandaag boeken vol geschreven over de Duitse romantiek. Daaruit komt een welwillend en genuanceerd beeld van deze kunstperiode naar voren. De romantiek was meer dan een vlucht uit de realiteit, meer dan moedwillig wegdromen in een parallelle realiteit. Uiteraard kwamen uitwassen ook voor en uiteraard zijn zodoende sommige romantici ook op een vulgair-esoterisch of religieus-fanatiek dwaalspoor verzeild geraakt. De kern van deze stroming was echter een andere: verzet. Verzet tegen de eendimensionale en binaire opvatting van de werkelijkheid, die de keerzijde was van de modernisering. Verzet tegen een onverbiddelijke ‘realiteitszin’. Verzet tegen de reductie van de realiteit tot een minimum aan mogelijkheden en van het handelen tot slechts een paar schrale opties. Verzet tegen kiezen of delen, tegen het mes op de keel, tegen de dwang tot kleur-bekennen met als enige keuze zwart en wit. Verzet ook tegen de pogingen om de realiteit naar menselijke hand te zetten ten koste van datgene wat de werkelijkheid zelf te vertellen heeft. Dit verzet is actueler dan ooit.

Barend Cornelis Koekkoek, Berglandschap met rustende boeren.

Gelaagdheid

Positief uitgedrukt: de romantiek was een passie voor de gelaagdheid en veelstemmigheid van de realiteit, voor het geschenk- en toevalskarakter van ons leven, voor ‘onbeschikbaarheid’ (Hartmut Rosa), voor de vloeiende grenzen en overgangen, voor het niet-binaire, voor de rijkdom aan levensbeschouwelijke opties, inclusief de religieuze optie. “Er is meer tussen hemel en aarde, dan datgene waarover jouw filosofie kan dromen!” zeiden de romantici Hamlet na. Dat schiep ruimte – helaas ook, nogmaals, voor esoterische verdwazing en blinde verheerlijking van het rijke religieuze en ‘nationale’ verleden. Doorslaggevend echter was de kleurenrijkdom die zich aan de horizon ontvouwde als een regenboog.

Een van de vele voorbeelden hiervan was de grensvervaging op het gebied van gender. Alle stereotypen ten spijt, ontmoeten we in de romantische literatuur telkens weer androgyne romanpersonages en beluisteren we een homo-erotische ondertoon in de beschrijving van mannenvriendschappen. Zonder de romantiek te maken tot een voorloper van de LGBTQI+-beweging, wil ik maar aangeven, dat ze meer was dan de retrobeweging, die van haar is gemaakt. Ze streed, net als wij in onze tijd, voor de liefdevolle nuance en schakering.

Menselijke warmte

In romantische romans komt het hoofdpersonage vaak hardhandig in botsing met personages die kil en cynisch, calculerend en gevoelloos zijn. De laatsten vertegenwoordigen de als ‘genadeloos’ ervaren tijd op scherpe en zeer uitdrukkelijke wijze. Uit het hart van de helden, bij wie de sympathie ligt van de auteurs, klinkt dan een schreeuw om menselijke warmte. Hierin concentreert zich, zo lijkt het wel, het hunkerende verzet van de Duitse romantiek. Het is de opstand tegen de onverschilligheid, tegen de genadeloosheid.

Caspar David Friedrich, twee mannen in aanschouwing van de maan. Ca. 1819/20. Staatliche Kunstsammlung Dresden.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.