“Verwondering is de kern van het boek van Sarr”, zegt Rutger Jan van der Gaag, oud-kinder- en jeugdpsychiater, over zijn favoriete boek, het labyrintische ‘De diepst verborgen herinnering van de mens’ van de Senegalese schrijver Mohamed Mbougaer Sarr. Sarr won er de Prix Goncourt mee.
Door Cees Veltman
“Dit is een waanzinnig goed boek waarvan ik enorm heb genoten. Het is prachtig geschreven, elke zin is ontzettend mooi. Ik heb een paar keer in mijn leven gehad dat ik een boek niet meer los kon laten. De eerste keer toen ik 15 was, ‘Oorlog en Vrede’, toen ik 17 was ‘Les Thibaults’ en toen ik 18 was ‘Lord of the Rings’. Ik ben nog steeds bezig met leren lezen. Als 10-jarige las ik dat president John Kennedy een cursus snellezen had gevolgd. Dat snellezen kan ik nu ook, al kan Maarten 't Hart het nog wel sneller, denk ik. Dan weet je wel wat er in het boek staat, maar heb je er niet echt van genoten. Dit is een onvoorstelbaar boek dat je niet snel kunt lezen.
Sarr beschrijft een ontwikkelingstocht waarvan je geen flauw idee hebt van waar het naartoe gaat. In die zin heeft het iets gemeens. Het heeft een verrassend einde. Sarr zoekt - net als anderen in verschillende tijden op meerdere continenten - een schrijver die net voor de Tweede Wereldoorlog een boek heeft geschreven en daarna is verdwenen na een beschuldiging van plagiaat. Sarr komt overal in de wereld - ook in Amsterdam - verhalen over hem tegen en is soms bang dat de schrijver al dood is. Het boek is vooral mooi omdat op het eind duidelijk wordt dat mensen niet zijn zoals je denkt dat ze zijn. Achter elk mens zit een heel verhaal.
Waar wij met z’n allen ontzettend veel last van hebben, dat zijn onze vooroordelen. Daar moeten we erg de strijd mee aan gaan. Als je iemand leert kennen, ken je iemand niet. Je gaat alleen maar af op wat je denkt hoe iemand is. Het kan jaren duren voordat je erachter komt wie iemand echt is. Dit boek gaat over zo’n ontdekking van een persoon. Sarr pelt zijn vooroordelen af om te kijken wat er is gebeurd met de verdwenen schrijver in Afrika en Zuid-Amerika. Het gaat ook over diens uitgevers tijdens de oorlog. Ze werden verraden. De schrijver blijkt tot het extreme te zijn gegaan om wraak te nemen op een nazi.
Verwondering
Verwondering vormt samen met stilte de kern van het boek van Sarr. Als je je niet verwondert over alles en de dingen maar op je af laat komen in het tempo waarin ze je aangeboden worden, loop je aan de dingen voorbij en vind je het verborgen pad niet. Het verborgen pad is waar je achteloos aan voorbijgaat. Zie het meegaan in conventies, zoals de standaardvraag: ‘Hoe gaat het met je?‘ En het antwoord ‘prima’. Wie neemt de moeite om te kijken naar wat er achter zo’n antwoord zit?
Voor het besef van verwondering ben ik het meest dankbaar geweest toen ik ernstig ziek was. Ik dacht dat ik doodging en nu leef ik nog. Wat mij enorm heeft geholpen, is het bijbelboek Jonas. Ik ben niet door een walvis uitgespuugd, maar zo voelt het wel een beetje, als een wonder. Men dacht namelijk dat mijn ziekte ongeneeslijk zou zijn. Jonas gaat naar Nineve. Wonder boven wonder luistert iedereen naar hem en iedereen bekeert zich. Daarom wordt de stad die naar de Filistijnen zou gaan, gespaard voor Gods toorn. Toch zit Jonas daarna te treuren op een berg. De Eeuwige komt bij hem langs en zegt: je mag nu ook genieten van je succes. Zo interpreteer ik het tenminste. Dat is mijn les. Het geeft ook een zekere opdracht.
Het boek gaat onder meer over Afrika. Ik heb er zelf gewerkt, vooral in Zuid-Afrika. Dat is een heel andere wereld dan de onze. We hebben een heleboel vooroordelen tegen Afrika: dat jongt maar aan en ze hebben niks te makke, dus proberen ze hierheen te komen. Geef ze eens ongelijk. In Afrika heeft tijd een andere dimensie, dat lees je ook in het boek van Sarr. Hij merkt dat als hij teruggaat naar Afrika. Mensen nemen de tijd. Wij in Nederland werken met agenda’s. Als mensen zeggen dat hun agenda vol zit, vertel ik ze over Dwight Eisenhower. Hij is een van mijn favorieten terwijl hij gezien wordt als een van de meest luie presidenten van Amerika. Toen hij als generaal in 1944 operatie Overlord moest organiseren – die West-Europa bevrijdde van de nazi’s – werkte hij maar tweeëneenhalf uur per dag, tussen 8 en half elf. Dan werd er vergaderd over strategie en logistieke problemen. Heel wezenlijk en belangrijk. Daarna stapte hij om half elf in een jeep en ging de mensen bezoeken in fabrieken, kampementen en bases. Hij ging nooit door de voordeur, maar via de achterdeur naar binnen en praatte met iedereen.
Mijn lievelingsanekdote is dat hij in de stromende regen in 1944 sprak met mensen die latrines aan het graven waren. Hij zei: ik ben wel een generaal, maar jullie doen het allerbelangrijkste werk. Als jullie je werk niet doen, raakt de hele compagnie aan de diarree en kunnen we niet tegen de Duitsers vechten. Jullie zijn een essentiële schakel in het succes van de operatie. Die boodschap gaf hij aan iedereen die ogenschijnlijk weinig spannend werk deed, maar wel essentieel werk. Dat was echt leiderschap. Als ik dan kijk naar raden van bestuur die in hun gebouwen eigen liften hebben om geen mensen tegen te komen, denk ik: nee, echt leiderschap toon je door de tijd te nemen om met mensen bezig te zijn en ze te inspireren. Dit betekent dat wij ons heel anders moeten gaan verhouden tot de tijd. Dat zijn we in West-Europa verleerd.
Een grote knipoog
Humor zit er ook in het boek, voortdurend. Het is één grote knipoog! Het is zelfspot. Het leven is een serieuze zaak, maar neem jezelf niet te serieus. Bij Sarr zie je die zelfspottwinkeling in zijn ogen. Hij heeft zich dat helemaal eigen gemaakt. Je moet niet jagen, je moet vissen. De jager is actief op zoek naar zijn prooi, de visser verleidt de prooi om tot hem te komen. Als Sarr actief op zoek gaat naar die schrijver, grijpt-ie mis. Als hij zich openstelt voor het toeval, komt hij verder. Humor is moeilijk te definiëren, maar je zit voortdurend te glimlachen om de openheid waarmee hij zichzelf belachelijk weet te maken. Kijk eens hoe stom ik ben. Ik dacht dat het A was en het is helemaal niet A.
Als ik Sarr iets zou mogen vragen, zou ik hem vragen: hoe durf je zo sterk op je intuïtie te vertrouwen? Hij staat heel sterk in zijn schoenen omdat hij de tijd neemt voor alles. Intuïtie kan heel impulsief zijn, maar bij Sarr niet. Hij let op de dobber en gaat dan heel zachtjes trekken. Romans zijn vaak een slap aftreksel van de werkelijkheid vol gruwelijkheid en schoonheid. Dit boek is een uitzondering. Dit had je niet kunnen verzinnen.”
Mohamed Mbougaer Sarr, ‘De diepst verborgen herinnering van de mens’, Atlas Contact, 464 blz., € 24,99
Rutger Jan van der Gaag, Bernardo Barahona Correa, ‘Autism Spectrum Disorders in Adults’, Springer, E-book € 105,99