‘Ik heb heel hard uw hulp nodig’ schrijft een jonge Afghaanse vrouw Zarina. ‘Ik woon momenteel in Kabul, samen met mijn kindje. Mijn man werkte bij het Nationale Afghaanse Leger, ze hebben hem gedood. Ik had een baan, we hadden allebei een baan, we woonden in Kunduz. Nadat hij vermoord is ben ik uit angst voor de Taliban naar Kabul gevlucht. Ik heb niets meer. Ik mag in het achterkamertje van het huis van mijn zus verblijven. Maar ik ben ontheemd. Ik kan niet terugkeren naar Kunduz, er is niets meer om voor terug te gaan. Ik ben mentaal in een slechte staat. Wat kan jij voor mij doen lieve zus?’