“Deze drie boeken lees ik vooral omdat ze het inclusieve van het christendom benadrukken”, zegt Dorottya Nagy over haar drie favorieten: ‘Eindelijk thuis’ van Henri Nouwen, ‘Tegenwind’ van Dorothee Sölle en ‘Gebed waar het hart zijn thuis vindt’ van Richard Foster. Nagy is bijzonder hoogleraar missiologie aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam en is voorzitter van de Central and Eastern European Association for Mission Studies.
Door Cees Veltman
“Waarom drie boeken en waarom deze drie? Het is voor mij een trilogie geworden. In 1995 werd ik als 17-jarige Roemeense student, in de communistische tijd opgegroeid, uitgenodigd door een Finse dichteres, vertaalster en zo veel meer, Anna-Maija-Raittila, om een zomer in haar retreat centrum in Finland door te brengen. Ik wilde uitzoeken of ik nog steeds theologie zou moeten studeren. Raittila bracht de oecumenische Taizé-beweging naar Finland. Zij was bevriend geraakt met frère Roger van die beweging in Frankrijk die het christendom wilde verbinden met de internationale vredesbeweging vanuit een contemplatieve instelling.
Toen ik bij haar was, vertaalde ze Eindelijk thuis, Tegenwind en Gebed in het Fins. Nadat ze daarmee klaar was, kreeg ik die boeken van haar, inclusief kanttekeningen. Of boeken belangrijk voor je zijn, heeft ook te maken met wie je ze aanbeveelt, wanneer en in welke omstandigheden dat gebeurt. Dat was voor mij bepalend. Dat doet iets met je.
Sterk verlangen
In die tijd was er nog geen internet en ik hoorde de namen van de schrijvers voor het eerst. Ik ben er een jaar mee bezig geweest. De boeken zijn heel verschillend, maar het thema ervan is hetzelfde: een sterk verlangen om God en de medemens lief te hebben. ‘Geworteld zijn in God als je thuis’, zoals Nouwen het noemt in zijn boek. Voor hem vat dat ene schilderij van Rembrandt, De terugkeer van de verloren zoon, het hele evangelie samen: liefde en barmhartigheid.
Nouwen was een Nederlandse rooms-katholieke priester, Sölle een Duitse protestant en Foster een Amerikaanse Quaker. Sölle wilde rond haar twintigste ‘naar Athene’, maar ontdekte dat ze ‘naar Jeruzalem’ moest, zoals zij schrijft. In Kierkegaard en meester Eckhart vond zij haar geestelijke wortels. ‘Tegenwind’ is een biografie en in ‘Eindelijk thuis’ zitten ook veel autobiografische elementen.
Deze drie boeken herlees ik telkens opnieuw omdat het inclusieve van het christendom erin zo sterk wordt belichaamd. Voor mij was het vernieuwend om te ervaren dat God ook de aanwezige is in de kwetsbaarheid, de gebrokenheid en de schaduwkant van het leven. Dat verdiepte mijn beeld van God.
Het echte leven
Nouwen ziet in Rembrandts schilderij, naast vergeving en barmhartigheid, verbroken relaties en verwachtingen. Dat leidt bij hem niet tot pessimisme, maar tot een toegang tot het echte leven. Dat is bij Foster idem dito. Ze ervaren God in de stilte en in het dagelijkse leven. Ook daar waar ze God het minst verwachten. Nouwen stapt een kantoor binnen en ziet een kopie van dat schilderij van Rembrandt - niet eens wetende dat het van de meester is - en het spreekt hem meteen aan. Dat is het onverwachte dat ik bedoel. God communiceert met ons in het dagelijkse leven. God roept en je wordt meegenomen op onbekende paden. Dat zie je bij alle drie gebeuren.
"God communiceert met ons in het dagelijkse leven"
Nouwen is hoogleraar maar wordt pastor in een tehuis voor geestelijk beperkte mensen. Foster doceerde als pastoraal theoloog, maar sticht een gebedsbeweging omdat hij de grote waarde van het gebed is gaan inzien. Een van de grote overeenkomsten tussen die drie is het gebed. Sölle uit dat in gedichten, maar ook als je op een gewone manier tegen God spreekt, is het al gauw een gedicht. Het gebed bepaalt ook mijn leven. Het gebed gaat over God, jezelf en je medemens. Dat zijn de sleutelwoorden waardoor ik gevormd ben en die me nog steeds vormen. Bij Sölle wordt het een politieke theologie, gevoed door het gebed. Bij Nouwen en Foster wordt het telkens opnieuw een pastorale theologie over hoe je naar de medemens kijkt. De misère van de wereld kun je niet aan zonder geworteld te zijn in spirituele oefening.
De verschillende achtergronden van de drie schrijvers vind ik fascinerend. Ze veroorzaken een sneeuwbaleffect. Door Sölle ben ik steeds meer Sören Kierkegaard en Meester Eckhart gaan lezen. Door Nouwen kwam ik uit bij de Amerikaanse theoloog en sociaal activist Thomas Merton. Ik dacht: in welk gezelschap kom ik nu terecht? Ik ben Anna-Maija Raittila dankbaar dat ze me op dat pad heeft gezet. Nu probeer ik die vorming door te geven aan mijn studenten.
Sölle werkte vanuit het geloof dat de mens is gecreëerd om van anderen en van God te houden in plaats van haat te zaaien. Zij opereerde vanuit deze basisrelatie en koos voor een radicaal christendom, net als Nouwen en Foster. Het lijkt alsof die drie in aparte werelden leefden, maar ze horen bij elkaar.
Barmhartigheid en vergeving
Ik vond het fascinerend dat ik twintig jaar later, in 2015, de gelegenheid had in de Hermitage van Sint-Petersburg De terugkeer van de verloren zoon te zien. Ik heb daar, weliswaar niet zo lang als Nouwen, enige tijd zitten kijken, samen met mijn vijfjarige zoon die rustig bij me bleef zitten, al kon hij mijn emotie nog niet begrijpen. Nouwens boek ging opnieuw voor mij leven door Rembrandts nadruk op barmhartigheid en vergeving. Ik blijf de drie boeken lezen. Nouwen identificeerde zich met de personages op het schilderij, de vader, de verloren zoon en de oudste zoon die afgunstig en wrokkig naar het welkomsttafereel kijkt. Hij zegt dat de personages alle drie in ons mensen zitten. In verschillende levenssituaties stap je in een van die rollen.
Nouwen schrijft dat de titel van het schilderij ook De barmhartige vader had kunnen zijn. Hij verlangt er steeds meer naar op die barmhartige en vergevende vader (én moeder) te lijken, de vader die anderen verwelkomt, wat ze ook hebben misdaan. Sölle zegt het ook: God heeft geen andere handen dan die van ons. Het navolgen van Christus is een noodzakelijke voorwaarde van het christenzijn. Voor mij zijn en blijven het vormende boeken. Als je die boeken apart leest, zegt het je misschien niets, maar lees je ze samen, dan wordt het anders.”
----------------------------
Henri Nouwen, Eindelijk thuis, gedachten bij Rembrandts ‘De terugkeer van de verloren zoon’ (1991), Lannoo, 143 blz., € 15,99, E-book € 9,99.
Dorothee Sölle, Tegenwind, herinneringen (1995), Ten Have, 258 blz., antiquarisch € 7,50.
Richard Foster, Gebed, waar het hart zijn thuis vindt (1996), Gideon, 328 blz., € 17,95.