“Knausgard is geen gelovig mens, maar hij is wel gefascineerd door religie. Zijn boeken tillen je op. Hij stelt de vraag wat het leven het leven waard maakt en is vooral iemand die het leven bezingt”, zegt Iemke Epema, theoloog en protestants predikant in Zwolle, over haar favoriete boekenreeks ‘De vier seizoenen’ van de Noorse schrijver die al lang in Zweden woont, Karl Ove Knausgard.
Door Cees Veltman
“Knausgard wordt geraakt door alles wat wonderlijk is en geheimzinnig en door andere dimensies. Ik vind dat mooi. Wonderen zijn nodig om ons te leren dat wij het leven niet in de hand hebben. Knausgard schrijft prachtig. Ik lees zijn boeken als gedichten waaruit een gevoeligheid spreekt en eerbied voor het leven. Dat raakt aan religiositeit, volgens mij, maar zelf zegt hij niet gelovig te zijn.
Knausgard neemt de tijd in zijn dikke boeken om het dagelijkse leven te laten zien, waardoor het een diepere betekenis krijgt. Hij beschrijft in ‘De vier seizoenen’ ook dagelijkse voorwerpen, het maakt niet uit wat: flessen, bedden, plastic tassen, maar ook thema’s als eenzaamheid, dromen en vergiffenis en poëtische zaken als schemering en ochtendgloren.
De hele wereld
Wat zijn kracht is, kun je ook zijn zwakte noemen. Hij is heel eerlijk over zichzelf en over de mensen in zijn omgeving. Het gaat om zijn eigen leven, dus ook om de mensen die dicht bij hem staan. Die komen helemaal tot leven. Daar heeft hij problemen mee gekregen met zijn oom, die zelfs een proces tegen hem heeft aangespannen. Hij wordt daar wel bang van, maar blijft zijn verhaal vertellen en schrijft dan ook weer over die angst en het proces. Je kunt de serie ‘Mijn strijd’ vergelijken met J.J. Voskuils serie ‘Het Bureau’, maar Knausgard vind ik interessanter, lyrischer en diepzinniger. Voskuils boeken zijn ook heel mooi en vol treffende observaties, maar soberder van taal en beperkt tot het intermenselijke verkeer op dat bureau. Bij Knausgard is de reikwijdte veel groter en gaat het eigenlijk om de hele wereld.
Zijn eerdere reeks ‘Mijn strijd’ heb ik verslonden. Alles wat een mens is, komt aan de orde, dus je krijgt het gevoel: zie de mens. Dat geeft veel herkenning, zowel wat betreft het weerbarstige en het duistere als het heel mooie. Ik word erdoor opgetild. Je krijgt het gevoel hem te kennen. Dat er een mens is die het leven zo aandachtig beschouwt, daar zo in opgaat en dat zo goed deelt van binnenuit, maakt indruk. Daarom heb ik deze vier boeken uitgekozen. Het zijn brieven aan zijn vierde kind, zijn dochter Anne, geschreven voordat en vlak nadat zij geboren werd. Hij wil haar de wereld waarin zij terechtkomt, laten kennen en stelt de belangrijke vraag: wat maakt het leven het leven waard? Hij wil haar en daarmee ook zichzelf, laten zien hoe boeiend en mooi het leven is.
Worsteling
Knausgard worstelt met het leven. Hij wordt soms beschouwd als een beetje somber. Hij heeft inderdaad verdriet en pijn, maar in mijn ogen is hij vooral iemand die het leven bezingt. Hij beschrijft ook de andere kinderen en voorvalletjes. Dat doet hij liefdevol en aandachtig. Ik zie hem als een vader die veel van zijn kinderen houdt. In ‘Mijn strijd’, is hij vooral met zichzelf bezig, maar hier is hij gericht op het leven om hem heen en zijn kinderen.
Een ideale vader is hij, denk ik, niet, want ideale vaders bestaan niet, maar hij is wel een geïnspireerd mens. Ik denk dat je als kind gezegend bent met zo’n vader. Hij heeft als vader ook moeilijke kanten, bijvoorbeeld als hij urenlang zit te schrijven. Dan is hij toch in zijn eigen wereld, maar daarna komt hij dicht bij zijn kinderen en ontdekt hij ook het kind in zichzelf dat nog levendig aanwezig is. Ik denk dat hij om die reden een goed contact met kinderen heeft.
In een passage die mij trof komt zijn onhandigheid even sterk naar voren. Hij gaat met Anne van een paar maanden oud op bezoek bij haar moeder. Dat is niet gemakkelijk. Vlak na de geboorte van Anne is zijn vrouw opgenomen in een psychiatrische kliniek. Zij wil haar dochter natuurlijk heel graag zien. In zijn verstrooidheid heeft hij thuis zijn portemonnee met alle pasjes laten liggen, het flesje met melk voor de baby is bij de buurman op de vensterbank beland toen hij daar even iets ging doen. De benzine van zijn auto raakt op. Dat ontdekt hij pas onderweg en hij schaamt zich: ik zorg niet goed voor mijn kind. Hij laat zien hoe je in de ellende kunt komen te zitten. Hij zegt niets in de kliniek, want hij is bang dat ze dan misschien de kinderbescherming gaan bellen. Maar hij schrijft er wel eerlijk over. Hij koketteert niet met zijn onhandigheid. Het boek is deels een soort dagboek en deels een heel eigen lexicon.
Hij ziet dat er veel moois in de wereld is, maar ook veel donkers. Angstaanjagende dingen, politieke ontwikkelingen. Hij staat midden in de wereld. Ook daar is hij eerlijk over. Ik pak de boekjes vaak, ook omdat ze heel mooi zijn uitgevoerd, een beetje romantisch. Vier schilders hebben prachtige illustraties gemaakt in de vier deeltjes, met een eigen stijl en sfeer.
Er zitten voor mij veel eyeopeners in de boeken. Je wordt je goed bewust van de wereld aan de hand van de vele concrete dingen die hij beschrijft. Die aandacht wordt in je opgeroepen. Ik grijp vooral naar een van deze boekjes als ik veel aan mijn hoofd heb en ik focus en rust wil hebben. Dan lees ik een stukje Knausgard en vraag ik me af: waar maak ik me allemaal druk over?”
Karl Ove Knausgard, ‘De vier seizoenen’, vierdelig. ‘Herfst, Winter, Lente, Zomer’, De Geus, 288 tot 320 blz., € 22,99 tot € 23,99
Karl Ove Knausgard, ‘Mijn strijd’, zesdelig, ‘Vader’, 445 blz., € 29,99, ‘Liefde’, 610 blz., € 16,99, ‘Zoon’, 443 blz., €18,95, ‘Nacht’, 477 blz., €29,99, ‘Schrijver’, 636 blz., € 22,50, ‘Vrouw’, 988 blz., € 33,35, De Geus.