In de rubriek ‘Mijn boek’ interviewt Cees Veltman elke maand een hedendaagse zinzoeker over haar of zijn favoriete boek. Voor theoloog Theo Witvliet ‘Ik en jij’ van de joodse dialogische denker Martin Buber, een van de grootste filosofen van de afgelopen eeuw, die Jezus als zijn “grote broer” zag. Onlangs verscheen Witvliets nieuwste boek ‘Kwaliteit van leven’ over het werk van Buber, die in 1965 overleed. Witvliet is emeritus hoogleraar van de Universiteit van Amsterdam voor de Geschiedenis van het christendom in de moderne tijd.
Door Cees Veltman
“In de studeerkamer van mijn vader hing een heel mooi getekend portret van Buber. Dat heeft mij altijd geïntrigeerd. Zijn oogopslag wees op bedachtzaamheid, wijsheid en op een alertheid op wat een ander zegt. Hij stond in zijn omgeving bekend als een rechtvaardige, maar hij had natuurlijk ook zijn gebreken. Hij was bijvoorbeeld vrij gereserveerd. In zijn jeugd in de Oekraïne was hij gewend aan eenzaamheid. Zijn moeder vertrok toen hij drie was. Tot zijn tiende ging hij niet naar school en kwamen de leraren thuis. Hij is dat gevoel van eenzaamheid bijna gaan zien als een voorwaarde voor echt contact met anderen. Dan kun je het belang van een ontmoeting beter inzien.
Het liefst bracht hij zijn tijd door op zijn studeerkamer tussen zijn boeken. Hij ging niet gemakkelijk een gesprek aan, maar hij nam er wel de tijd voor en luisterde graag. Er kwamen veel mensen bij hem langs. Hij had de neiging niet meteen te antwoorden maar er eerst achter te komen wat zijn gesprekspartner precies bedoelde. Hij wilde een echt gesprek aangaan waarbij je er anders uitkomt dan je was. Met de paus – Johannes XXIII – wilde hij niet praten, want hij hield niet van representatieve gesprekken. Met een paus was geen gewoon menselijk gesprek mogelijk, schatte hij in, maar hij had wel goed contact met VN-secretaris-generaal Hammarskjöld, Gandhi en Schweitzer.
Tijdens mijn studie theologie aan de Universiteit van Amsterdam moest ik Bubers boek ‘Het geloof der profeten’ lezen. Daarin sprak me aan dat er in de Bijbel ruimte is voor gesprek en tegenspraak en dat het dus niet alleen gaat om stelligheden. God is onkenbaar, zijn naam mag niet worden uitgesproken. Dat staat centraal in het joodse denken. Dat betekent overigens niet dat God niet tot ons kan spreken of ons niet op onze verantwoordelijkheid kan wijzen.
Je bestaat niet zonder de ander
De boeken Het geloof der profeten en Ik en jij zijn voor mij belangrijk omdat ze zo actueel zijn, gericht op de werkelijkheid om je heen. Buber was een mysticus totdat hij in de Eerste Wereldoorlog de intense leegte en de chaos meemaakte. Het wereldbeeld van vooruitgang en redelijkheid lag in puin. Dat vormde een vruchtbare bodem voor het fascisme en het nazisme. Dat leerde hem dat mystiek kan afleiden van de morsige werkelijkheid om je heen en dus gevaarlijk is. Tegen die achtergrond schrijft Buber dat het ‘ik’ als geïsoleerd fenomeen niet meer bestaat. Je bestaat niet zonder de ander. In de filosofie was het gebruikelijk geworden het individu voorop te stellen en dat gebeurt nog steeds.
"Bij een echte ontmoeting ben je tot de ander toegewend, de tijd staat even stil, dan kan er iets gebeuren."
Bubers grondbegrip ‘ik-jij’ laat zien wat er gebeurt bij een echte ontmoeting. Je bent tot de ander toegewend, de tijd staat even stil en dan kan er iets gebeuren, het tussenmenselijke noemt Buber dat. Je laat het anders zijn van de ander toe. Dan maak je echt iets mee en verander je. Het zijn momenten want daarna, als de ander - zelfs als het een vriend is - niet meer in de buurt is, is de ander weer een ‘het’ voor je, een object van jouw denken en beelden.
Digitalisering
Wetenschap en technologie hebben een enorme creativiteit losgemaakt, maar aan de andere kant hebben ze de wereld en de mensen om ons heen steeds meer tot een object gemaakt. We maken nu een proces van digitalisering mee. Je identiteit wordt steeds meer opgeslagen. Als je solliciteert, kijkt je werkgever wat er op jouw digitale profiel staat. Dat is het summum van objectivisme. Het is dan heel moeilijk om nog te zeggen dat je niet samenvalt met je digitale profiel. Alsof de hele werkelijkheid uit te drukken zou zijn in getallen. In het ziekenhuis wordt je gevraagd een cijfer te geven voor de pijn die je voelt. Bij een andere gelegenheid wordt je gevraagd een cijfer te geven voor de relatie met je partner, maar dat zijn gevoelskwesties. Het gaat om momenten waarop je iets ervaart. Woorden schieten dan tekort. De neiging alles te willen kwantificeren uit een soort beheersingsdwang maakt het moeilijk nog te ontdekken wat kwaliteit van leven is. Het is opvallend dat de uitdrukking ‘kwaliteit van leven’ alleen wordt gebruikt als het gaat om zorg voor ouderen, terwijl het toch om het hele leven zou moeten gaan. Vrijheid, liefde en geluk worden zo steeds meer een product vanuit een marktdenken dat de kloof tussen een kleine bovenlaag en een kansarme onderlaag vergroot.
Sociale media maken wel veel contact mogelijk, maar ze blijken meer geschikt voor het uitdragen van meningen dan voor een gesprek waarbij immers ook het non-verbale belangrijk is. Een echt gesprek heeft ook iets lichamelijks. De echte ontmoeting waar het Buber om te doen was en die de kwaliteit van je leven bepaalt, wordt zeldzaam.
Ik voel me overigens geen leerling van Buber of van wie ook, maar ik wilde wel een boek schrijven over denkers die me hebben beïnvloed, zoals Barth, Bonhoeffer, Ricoeur (de Franse president Macron is een leerling van hem), Gutiérrez en Buber. In ‘Kwaliteit van leven’ heb ik me beperkt tot Buber omdat hij de oudste is. Hij omhelsde de idealen van het humanisme, maar hij miste daarin het dialogische en het relationele. Het gebruikelijke humanisme is meer gericht op de ontwikkeling van het individu.
Religieuze socialist
In Nederland is de aandacht voor de religieuze socialist Buber een beetje weggezakt omdat de aandacht voor het religieuze denken hier is verminderd. Buber heeft wel invloed op de psychotherapie en didactiek in Nederland door zijn nadruk op het relationele. In Israël heeft hij weinig navolging gevonden. Door fundamentalistische joden wordt hij gehaat, ook omdat hij een tegenstander was van Ben Goerion bij het uitroepen van de staat Israël in 1948 maar hij was ook met hem bevriend. De huidige Israëlische politiek is een heel andere kant op gegaan dan Buber wilde. Hij bepleitte juist toenadering tot de Arabieren. De schrijver Amos Oz schijnt in 2005 gezegd te hebben: ‘Buber was wel een idealist maar we hadden beter naar hem moeten luisteren.’
Ik denk dat hij van harte achter de religieuze wereldleiders zou hebben gestaan met hun recente oproep tot meer contact tussen mensen met een verschillende religieuze achtergrond. Ik denk dat Bubers denken vandaag de dag actueler is dan ooit.”
Martin Buber, Ik en jij, Bijleveld, 175 blz., € 18,50 (oorspronkelijke uitgave: 1923)
Theo Witvliet, Kwaliteit van leven, het humanisme van Martin Buber, Skandalon (2017), 160 blz., € 19,95.